Direct naar artikelinhoud

'Superhenge' overschaduwde Stonehenge

Amper drie kilometer ten noorden van Stonehenge hebben grondmetingen nog een steencirkel aan het licht gebracht. 'Superhenge' was vijfmaal zo groot als Stonehenge zelf.

Het monument moet hebben bestaan uit negentig staande stenen, die in een halve cirkel rondom een natuurlijke verdieping in het landschap stonden. Van de stenen liggen er ongeveer dertig omgevallen en begraven onder de grond, van de meeste andere stenen vonden de onderzoekers funderingsputten en in sommige gevallen brokstukken. Het monument moet zowat zes eeuwen na Stonehenge zijn opgericht: omstreeks 2500 voor Christus.

De resten kwamen de afgelopen jaren aan het licht tijdens het zogeheten Stonehenge Hidden Landscape-project, waarbij archeologen met grondradars de wijde omgeving van de beroemde steencirkel afzochten naar onregelmatigheden.

De laatste decennia werd gaandeweg duidelijk dat Stonehenge in de prehistorie deel uitmaakte van een heel complex van monumenten, bouwsels en begraafplaatsen. Zo lag er ten noorden van Stonehenge een drie kilometer lange wal met daarin twee enorme putten met astronomische betekenis, en ontdekte men vorig jaar de ruïnes van liefst zeventien kapel-achtige gebouwtjes, plus talloze putten, graven, heuvels en mysterieuze stenen.

De nieuw ontdekte steencirkel ligt onder een al bekende, ronde wal genaamd Durrington Walls- opnieuw een structuur waarvan niemand eigenlijk weet waarom men hem ooit opwierp. De vondst werd officieel bekendgemaakt op het British Science Festival in Bradford. "Dit is totaal nieuw, en de afmetingen zijn ongekend", zei hoofdonderzoeker Vince Gaffnet van de Universiteit van Bradford tegen de BBC. "We denken niet dat er waar dan ook ter wereld iets vergelijkbaars bestaat."

Historici die bij het project betrokken zijn, komen superlatieven tekort om de vondst te beschrijven. "Alles wat tot dusver over het landschap rond Stonehenge en de antieke monumenten erin is beschreven, moet worden herschreven", aldus het hoofd geschiedkundig onderzoek van het project Paul Garwood tegen The Guardian.

Ook archeologen buiten het onderzoek reageren verrukt. "Fascinerend. Het blijft maar doorgaan. Het wordt een steeds absurder gebied, en steeds moeilijker te begrijpen", reageert universitair docent archeologie Maikel Kuijpers (Universiteit Leiden). "Dit gebied oefende duidelijk een enorme aantrekkingskracht uit op mensen. Waarom? Wie het weet, mag het zeggen."

De ontdekking is nog maar "het begin van een heel nieuw onderzoek", beklemtoont Kuijpers. "Ze zullen er niet aan ontkomen om zo'n steen ook echt op te graven, om hem te dateren. De grote vraag is nu hoe deze vondst in het grotere verhaal past."