Fouten van Martin Kolar doen Anderlecht voor het eerst lijden

Anderlecht

Eigen berichtgeving

Peter Goris

Westerlo, Mechelen en Standard voor de bijl. Negen op negen, acht doelpunten voor en eentje tegen. De competitiestart van Anderlecht oogde mooi. Met vier op negen scoorde Gent, dat vooraf als een zekere subtopper - outsider zelfs - werd getipt, dan weer onder de verwachtingen. Coach Jan Olde Riekerink gooide het team dat vorige week de eerste competitiezege (2-1) tegen Charleroi behaalde dan ook wat door elkaar. Jonge snaken Hempte en Bernaert verhuisden naar de bank, de Keniaan Machethe en Oyawolé namen hun plek in.

Niet meteen een schot in de roos. Op een vroeg doelpunt van Kaklamanos na, het eerste dit seizoen van de Griek, bakten de Buffalo's er de eerste 45 minuten weinig of niets van. Dat die vroege voorsprong er kwam na een domme fout van Kolar, het nieuwe Tsjechische goudhaantje van Anderlecht, was exemplarisch. Combinerend kwam Gent verder weinig of niet in het stuk voor, Anderlecht dicteerde de wet. Met opnieuw een ijzersterke De Bilde in een vrije rol achter Seol, en een hardwerkende Vanderhaeghe op het middenveld in de hoofdrol. En Seol zelf, uiteraard. De Koreaan blijft met nog eens twee doelpunten op scherp staan.

De vierde overwinning op rij voor Anderlecht leek na 45 minuten een feit. Leek, want toen Gent snel na rust gelijk maakte, zakte de paarswitte dominantie als een pudding in elkaar. "Dat tweede doelpunt van Gent heeft ons de benen afgesneden", zuchtte Anderlecht-coach Hugo Broos achteraf. "Een onverwacht tegendoelpunt terwijl we net zo snel mogelijk de 3-1 wilden maken om de wedstrijd verder rustig af te werken... Het kwam hard aan." Twee doelpunten na twee individuele fouten van de ongelukkige Kolar, de afgelopen weken nog een van de nieuwe smaakmakers in de kern van Broos. Het deed extra pijn. "Bijzonder jammer dat dit net bij Kolar moet gebeuren. Hij heeft dit niet verdiend", probeerde Broos te sussen.

Maar meer nog dan de fouten van Kolar viel de gebrekkige aanvoer na rust op. De Bilde was nergens meer, Mornar bleef stuntelen en Baseggio mag door bondscoach Anthuenis dan wel genoemd worden als de toekomstige draaischijf van de nationale ploeg, bij Anderlecht is hij nog ver verwijderd van zijn beste vorm. "Ik kan niet ontkennen dat Walter (Baseggio) niet in de wedstrijd zat", gaf Broos toe. "Hij liep wat te veel te zoeken, was niet balvast, stond niet zo scherp. Ach, ik kan ook niet van iedereen verwachten dat ze alle 34 wedstrijden op hoog niveau presteren." Baseggio zelf zag geen probleem. "Het draait goed, alleen vandaag wat minder. Fysiek voel ik me in orde. Samen met Vanderhaeghe heb ik toch veel werk verricht op het middenveld en de tweede helft vonden we Gilles (De Bilde) gewoon wat moeilijker dan in de eerste." De Bilde beseft het. "Ik zag het deze week al op training dat het niet goed liep. De scherpte was wat weg, misschien hebben we wel een kleine terugval. De reden? Geen idee. Noem deze wedstrijd maar een accident de parcours."

In de Gentse kleedkamer alleen maar lachende gezichten. Na de overwinning op Charleroi lijkt Gent met dit puntje tegen Anderlecht nu helemaal gelanceerd. Daar had ook Jan Olde Riekerink een groot aandeel in. Al was het maar door de fysiek sterke Mudingayi na rust op het middenveld te posteren. "Met dat nieuwe middenveld konden we offensiever voetballen, mét wat meer risico maar het liep erg goed", zegt Olde Riekerink. "Ik kan zeer tevreden zijn, over de tweede helft én over het resultaat." Dat was Broos ook, uiteindelijk. "Het gelijkspel is terecht, we konden de tweede helft geen aanspraak meer maken op de drie punten."

De Bilde: 'De scherpte was wat weg, misschien hebben we wel een kleine terugval'