Direct naar artikelinhoud

11 dingen die ik leerde na 1 jaar als moeder

Dat de roze wolk een sprookje is, weten we nu wel. Maar het omgekeerde, dat het een jungle zou zijn, is ook niet waar. De waarheid, zo ondervond ik, ligt ergens daartussen, met highs waar je hart van gaat zingen en lows die je doen geloven dat je hele bestaan op losse schroeven staat.

1. Ook als je even niet kijkt, blijven ze leven.

Zo'n baby ziet er schrikwekkend fragiel uit. Ik had die eerste weken het gevoel dat mijn blik en mijn aandacht even onontbeerlijk waren als eten en schone luiers. Maar vergis je niet, ook versgeperste mensjes zijn best taai. Ze overleven het wel als je zelf even je ogen dichtdoet, of een douche neemt terwijl zij in hun wieg liggen te slapen.

Het hoogtepunt voor mij was de eerste rit naar huis, na het ziekenhuis. Mijn vriend en ik vooraan in de auto, de baby buiten ons blikveld in haar stoeltje. Ik wilde na elke verkeersdrempel halt houden en controleren of ze geen whiplash of dubbele hernia overhield aan onze verkeersinfrastructuur.

2. 'Amai, ik ben moe' klinkt nooit meer hetzelfde.

Ken je de uitdrukking: 'Ik ben zo moe dat mijn tanden er gaan uitvallen'? Dat level van vermoeidheid wordt alleen bereikt door beginnende moeders. En ja, dat is een echte sensatie. Gelukkig vallen je tanden er nooit werkelijk uit.

Vroeger kon ik ze wel slaan, die ouders met hun "Wacht maar tot je een kind hebt" of "Jij weet niet wat moe zijn is". Nu ik aan de andere kant van dat spectrum sta, snap ik hun punt. Al kan ik ze nog altijd slaan, want het blijft een een no-go-uitspraak, ook voor wie de diepste krochten en kraters in de Oceaan Der Slaapgebrek verkent.

Wat mij daarbij vooral verbaast, is wat je allemaal kunt klaarspelen ondanks het feit dat je je karton voelt. Het blijft me lukken om fulltime te werken voor dit fantastische magazine. Om voor de baby te zorgen en mijn bed uit te springen - lees: kruipen met tollende kop van de slaap - zodra ze me nodig heeft, om het huishouden min of meer te runnen en daarnaast een soort van sociaal leven te onderhouden.

En ik probeer niet te zeuren, want het kan dus erger. De zin die ik onlangs voor het eerst hoorde, was: "Wacht maar tot je twéé kinderen hebt."

3. Bumba komt er toch in.

Geen YouTube voor haar twee jaar. Geen ongezonde billendoekjes, wegwerpluiers en knallende ruzies in haar bijzijn. En Studio 100 komt er niet in. Dat had ik me allemaal voorgenomen en er is niets van in huis gekomen.

Want als je er middenin zit en niet al te principerig bent qua karakter, kies je toch gewoon vaak de makkelijkste weg. En die Bumba mag dan wel een achterlijke clown met holle kikkerogen zijn, onze dochter stijgt bijna op als ze hem ziet. Dus ze mag.

4. Er komt een fase dat ze pas gelukkig zijn als ze met hun vinger in je oog mogen poken.

En dat lees je in geen enkel opvoedingsboek.

5. Gelijkheid is de eindbaas.

Stel: je speelt een game op een spelconsole, en in een vergevorderd level loop je vuurballen te ontwijken en salto's uit te voeren, je springt over kreken en mept vijanden dood dat het geen naam heeft. Maar het is heftig, je denkt, hier geraak ik nooit door. En heel in de verte zie je hem al. De eindbaas, het grote monster dat je moet verslaan om naar het volgende level te mogen. Hij staat gorilla-moveste doen en bomen in twee te splijten (en stiekem keilt hij een peuk weg, want hij moet wel heel lang op je wachten).

Zo zie ik het een beetje. Het moment waarop alles eerlijk verdeeld gaat zijn: het werk, de zorg en de me-time. Mijn vriend doet zijn best, hij doet veel en hij is fantastisch en geduldig, maar ik doe veel méér. Ben er meer. Het klopt niet helemaal, dat voelen we allebei wel, maar de sneltrein dendert voort en we kunnen hem aan die rotvaart moeilijk de- en hermonteren.

Bij mijn vriendinnen zie ik hetzelfde. Assertief, geëmancipeerd, hooggeschoold en een mooie job, maar met een partner die bijvoorbeeld drie dagen per week naar het buitenland reist (voor het werk), die voor triatlons traint (en zij niet meer), of 's nachts uren zit te schrijven en dus uitslaapt. Niks mis mee, integendeel, maar zij vangt op en andersom gebeurt het niet in die mate. Punt.

Ik kan dit hele magazine vullen met gedachten hierover, maar uiteindelijk is het allemaal terug te brengen op de confronterende vaststelling: gelijkheid is de eindbaas. Laat het me weten als je er er geraakt of allang bent.

6. Je hebt minder nodig dan je denkt.

Haha, gefopt! Je moet lachwekkend veel gerief in huis halen als je je eerste kind gaat krijgen.

Maar toch: minder dan ze je willen doen geloven. Een elektronisch antiwiegendoodverkliksysteem is bijvoorbeeld iets wat je niet nodig hebt. Elke moeder die ik ken, die zoiets had, werd er volledig paranoïde van. Of: krabwantjes. Koop dat niet. Iedereen die je voorging, heeft ze nog liggen met het kartonnetje er nog aan. Al het plastic speelgoed waar een irritant, overstuurd piepstemmetje uit opstijgt. Een luieremmer die elke vuile pamper vacuüm verpakt. En: schoenen! Het is abnormaal moeilijk om schoenen aan de voeten van een andere persoon te doen. Daarom, doe het lekker niet, tot ze leren stappen.

7. Je lijf is jouw lijf niet meer.

Alleen al dat zwanger zijn. Het is een wonder, maar ook raar. Want hoe prachtig ook, wat je aan kilo's wint, verlies je aan vertrouwdheid. Je begeeft je op onbekend terrein. En dat gevoel, dat je vervreemd bent van je lijf, blijft ook na de buik. Bij mij toch.

Dat is ook wel paradoxaal, want je bestaan wordt een pak fysieker - je knuffelt, voedt, draagt, troost, tilt en als je staat te koken, hangt er meestal een baby aan je broekspijp. Maar 'luisteren naar je lijf', en het geven wat het nodig heeft in de vorm van gezond eten en rust en sport, komt op een laag pitje te staan. Dieptepunt bij mij was het moment waarop ik zat te hopen dat mijn dochter niet heel haar bord zou leegeten, zodat er wat zou overblijven voor mij. Toen dacht ik, dit moet echt anders. En hoewel ik helemaal geen moddervette moeder ben, word ik bij de kapper niet meer blij als ik een halfuur ongegeneerd naar mezelf mag staren. Want wat ik zie, zijn mijn ietsje bollere wangen en de beginnende erosie onder mijn ogen.

Pas na meer dan een jaar kom ik op een punt dat ik daar écht aan wil werken. De energie ervoor begin te hebben.

8. Probeer niet perfect te zijn. Het lukt toch niet.

Het zou een ultiem showmoment worden: mijn dochter die een kwartiertje mee naar het tamelijk chique restaurant kwam waar we met collega's zaten te eten. Zelfs over haar outfit had ik nagedacht. En wat ging het goed: ze ging van schoot naar schoot, gaf geen kik en deed harten smelten met haar Bambi-blik. Bijna had ik mijn collega's ervan overtuigd dat ik het perfecte wezentje gemaakt had, en vooral: dat ik de ultieme moeder was die alles in de hand had.

Tot ik haar mee naar huis wilde nemen. Ik ritste haar jas dicht, en daarbij ritste ik een stukje van haar nekvel mee de jas in (ik zweer je, ik wist niet eens dat het kon!).

Pas na één seconde begon ze te gillen. Eén lange seconde waarin ik een luchtdrukgolf over ons tweetjes voelde glijden, zoals in het ogenblik vlak voor een explosie. We stonden midden in het restaurant, waar er tot dan toe alleen maar zachtjes gekeuveld werd, en ik kon wel door de grond zakken.

Ik heb gemerkt: hoe harder je probeert, hoe makkelijker je de mist in gaat.

9. In de ogen van de babysit ben je een stokoud persoon.

Vecht er niet tegen. Probeer niet krampachtig jong te doen, dan maak je het alleen erger. Zo zat ik eens met twee vrienden rond de eettafel te wachten tot de babysit zou arriveren, om dan op café te kunnen gaan. Vond ik nog best fluks van mezelf, terwijl het eigenlijk nog maar acht uur 's avonds was. Drie uur later (en nog zo nuchter als een kolibrie) stond ik alweer thuis. Waarschijnlijk was het dan de beurt aan de babysit om op café te gaan. Ach. You're old. Leg je er gewoon bij neer, het is niet zo erg. Vraag hoe het gaat met hun studies, en of het licht van hun fiets wel werkt, en wentel je in je nieuwe levensfase.

10. Ja, je krijgt je oude leven terug. Of toch voor een deel. En je beleeft het intenser.

Die baby wordt geboren en je leven zoals je het kende, gaat tegen de vlakte met een kracht van acht op de schaal van Richter. Maar dan, steen per steen, bouw je het deel dat echt belangrijk voor je was, weer op. Die eerste keer dat we een Star Wars-film konden kijken zonder hem vijftien keer te moeten pauzeren (tip: stop je baby in een draagdoek als je tv kijkt, maar let op met chipskruimels). De eerste keer dat ik weer een boek uitlas. Stond te dansen op een feestje. Naar de bioscoop ging. Een halfuur aan een stuk kon praten over andere zaken dan baby's. Op citytrip kon met mijn lief. Een nacht aan één stuk door sliep.

Het komt allemaal terug. En je geniet extra, omdat het om herwonnen geluk gaat en dus intenser is.

11. Alle clichés over liefde zijn waar.

Soms kan de wereld gewoon stikken als we met ons drietjes liggen te chillen in bed.*

* Zoek de fout in voorgaande zin.

('Chillen'. Chillen in bed met een baby, dat werkt niet. Eventueel wel als je de osae-komi-waza uit judo toepast, maar dat is ook weer zo zielig. Probeer je gezellig samen in bed te liggen, dan gaan ze sowieso je gezicht beklimmen. Maar dat van die liefde, echt waar hoor!)