Direct naar artikelinhoud

Laatste restje van Gentse Expo 1913 moet wijken

Het gebouw van de voormalige Sint-Gerardusschool, de laatste herinnering aan de Gentse Wereldtentoonstelling van 1913, wordt met afbraak bedreigd. Liefhebbers willen koste wat kost vermijden dat het wordt afgebroken.

In de buurt van het Universitair Ziekenhuis in Gent ligt, verscholen tussen een studentenhome, een nieuwe woonwijk en twee grootwarenhuizen, het oude gebouw van de Sint-Gerardusschool. Voorlopig toch: het in rode bakstenen opgetrokken schooltje wordt met de sloop bedreigd. Stad Gent heeft immers de bouwaanvraag van Aldi en de Christus Koning-parochie, die de eigenaar is van het gebouw maar niet voldoende middelen heeft om het verder te onderhouden, goedgekeurd.

En dat is zonde, vinden architect Evert Vandenberghe en historicus Hannes De Zutter. "Dit is het laatste overblijfsel van de Wereldtentoonstelling, die in 1913 in Gent plaatsvond", vertelt De Zutter. "Hier in de buurt is al ongelooflijk veel erfgoed verdwenen. Dat mag niet opnieuw gebeuren."

Het heeft nochtans lang geduurd vooraleer deze 'modelschool' naar waarde werd geschat en op de lijst Onroerend Erfgoed terecht kwam. Pas twee jaar geleden, toen zowel de school als de Gentse Wereldtentoonstelling hun honderdste verjaardag vierden. Het was De Zutter die destijds de aanvraag indiende, nadat het besef groeide dat het neoklassieke bouwwerk een onderdeel was van het zogenaamde Moderne Dorp. De rest van dit complex werd meteen na de afloop van de expo afgebroken.

Geen bindend advies

"Het belang van de Wereldtentoonstelling is lange tijd onderschat geweest", verklaart Vandenberghe. "Hoe de stad er vandaag uitziet, is in grote mate het gevolg van de stadsplanning die werd ontwikkeld ter voorbereiding van de expo." Onder andere het Sint-Pietersstation werd met het oog op de Exposition Universelle et Internationale de Gand, die uiteindelijk tien miljoen bezoekers zou trekken, gebouwd. De Graslei en het Gravensteen kregen in de jaren voor de opening hun huidige aanzicht.

Van de gebouwen die speciaal voor de tentoonstelling werden opgetrokken, blijft alleen de modelschool over. "Een gebouw met een dergelijke symbolische waarde mag niet verdwijnen", vinden De Zutter en Vandenberghe. "Anders kennen we de Wereldtentoonstelling enkel nog uit oude zwart-witfoto's en de bezoekersbrochures."

Om die reden hebben het Agentschap voor Onroerend Erfgoed en de Gentse stadsdienst voor Monumentenzorg een negatief advies ingediend over de geplande afbraak. Maar dat advies is niet bindend: het Gentse schepencollege kan het gewoon naast zich neerleggen, en heeft dat ook gedaan.

Om te vermijden dat de sloop zou doorgaan, hebben De Zutter en Vandenberghe al heel wat stappen ondernomen. Vandenberghe: "We hebben een bezwaarschrift ingediend, opdat de stad haar beslissing zou herzien." Daarnaast hopen de twee initiatiefnemers ook op de steun van de Gentenaars en de liefhebbers van historische architectuur. Ze roepen op om massaal brieven te schrijven naar de Dienst voor Ruimtelijke Vergunningen van de Provincie Oost-Vlaanderen en naar het kabinet van Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA), in de hoop dat een sloop op die manier kan worden voorkomen.

Dat de historische en architecturale waarde van het Sint-Gerardusgebouw zo lang onderschat is geweest, heeft ertoe bijgedragen dat de stad de school ook vandaag nog niet naar waarde schat, erkent De Zutter, die de laatste jaren zijn best doet om het belang ervan te benadrukken. "Maar ik ben ervan overtuigd dat we hiervoor een oplossing kunnen vinden. Bovendien hebben we nog andere acties achter de hand, die we later zullen starten."

Op 25 september vindt een hoorzitting plaats, waarin alle betrokken partijen gehoord zullen worden. In september zal beslist worden of de laatste herinnering aan de Wereldtentoonstelling al dan niet zal blijven voortbestaan.