Direct naar artikelinhoud

Belg heeft een hekel aan verhuizen

Uit nieuw onderzoek blijkt dat de Belg heel honkvast is en enkel verhuist als het echt moet. Dichter bij het werk wonen of compacter wonen: we hebben er de mond van vol maar doen het niet.

Geen straat in ons land waar geen huis te koop staat. Maar die huizen worden zelden verkocht omdat de eigenaars zin hebben in wat frisse lucht. Liefst zes op de tien woningen die in ons land te koop staan, zijn het gevolg van een overlijden, een echtscheiding of de verhuizing naar een rustoord. Dat blijkt uit een onderzoek van Century 21, de grootste vastgoedgroep van het land, bij 1.400 mensen die hun huis verkochten.

"Er staat ontzettend veel te koop", zegt woordvoerder Isabelle Vermeir. "Maar er zijn nu eenmaal veel echtscheidingen." Volgens haar ligt het cijfer van verhuizers 'omdat het moet' zelfs nog hoger. "Want samenwonenden die uit elkaar gaan, en dus niet scheiden, zijn niet meegerekend."

"Dichter bij het werk gaan wonen? Compacter gaan wonen? Maatschappelijk zijn het veelbesproken thema's", zegt Vermeir. "Maar in de praktijk blijft het voor de Belg vaak nog een ver-van-mijn-bedshow. Mensen nemen dat uurtje file 's morgens erbij als ze daardoor onder de kerktoren in hun vertrouwde huis kunnen blijven wonen."

De cijfers zijn duidelijk: amper 7,5 procent verhuist wegens omgevingsfactoren zoals dichter bij het werk gaan wonen. 6,1 procent verkoopt zijn woning om kleiner - of juist groter - te gaan wonen. In een schamele 4,6 procent van de gevallen gaat het om de verkoop van een geërfd pand. "We wonen gemiddeld 30 jaar onder hetzelfde dak: dat kun je niet avontuurlijk noemen."

Century 21 merkt wel dat jongeren op zoek gaan naar een huis in de buurt van hun werk. "Maar als ze na een paar jaar van job veranderen, is de kans klein dat ze zullen verhuizen. Dan zal die honkvastheid alsnog blijken."