Direct naar artikelinhoud

Kruis tegen vervolging in Ethiopïe

Toen Feyisa Lilesa als tweede over de streep kwam bij de olympische marathon, kruiste hij zijn armen boven het hoofd. Om een fraai resultaat te vieren? Nee, de 26-jarige atleet uit Ethiopië maakte een politiek gebaar.

In Rio had bijna niemand door wat Lilesa bedoelde. Maar in zijn thuisland, waar het slotnummer van de atletiek zondag rechtstreeks werd uitgezonden, wist vrijwel iedereen meteen wat hij tot uitdrukking wilde brengen. Hij maakte het protestgebaar dat andere mensen van zijn volk, de Oromo, de afgelopen maanden ook hebben gemaakt. Met alle risico's van dien.

De 'X' die Lilesa aan de streep maakte, is in Ethiopië in de herhaling niet meer te zien geweest. Dat de atleet zijn gebaar herhaalde tijdens de huldiging en op zijn persconferentie is in zijn land mogelijk ook onzichtbaar gebleven. Maar inmiddels zal vrijwel elke Ethiopiër weten wat ver weg in Brazilië is gebeurd.

De Oromo zijn met zo'n 34 procent van de bevolking het grootste volk in Ethiopië. De afgelopen tien maanden, zo stelt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, zijn bij verschillende protesten meer dan vierhonderd Oromo om het leven gekomen. De Ethiopische regering, waarin de kleine Tigray-minderheid de dienst uitmaakt, treedt snoeihard op tegen dissidenten.

"De Ethiopische regering doodt mijn mensen, dus ik sluit mij bij al hun protesten aan", zei Lilesa op zijn persconferentie. "Mijn familieleden zitten in de gevangenis. Als zij spreken over democratische rechten worden zij vermoord."

Zijn woorden komen redelijk overeen met de praktijk. De Oromo voelen zich sociaal-economisch achtergesteld en strijden bovendien voor het behoud van hun oorspronkelijke woongebied, dat steeds meer geofferd dreigt te worden voor de economische plannen van de regering. Mensen die tijdens demonstraties worden opgepakt, zijn hun leven daarna niet veilig.

Het protest van de Ethiopische atleet riep herinneringen op aan de Afro-Amerikaanse atleten die tijdens de Olympische Spelen van Mexico in 1968 bij de huldiging een zwart-gehandschoende vuist hieven in solidariteit met de strijd van zwarten in de VS voor burgerrechten. Groot verschil: de atleten toen wisten dat zij ongehinderd naar hun land konden terugkeren.

Hoewel de regering hem nu "een heroïsch welkom" beloofde, heeft Lilesa daar minder vertrouwen in. "Als ik terugga naar Ethiopië, brengen ze mij misschien om het leven", zei hij. "Als ze me niet doden, zetten ze mij in de gevangenis. Misschien moet ik naar een ander land gaan."

Dankzij een crowdfundingactie is al meer dan 35.000 euro opgehaald, mocht Lilesa inderdaad asiel willen aanvragen in een ander land.