Direct naar artikelinhoud

'Onze terminale mama moest op zoek naar nieuw gezin voor ons'

Lynn (25) verloor haar beide ouders. Ze was 8 toen ze voor het eerst in een pleeggezin terechtkwam, maar dat werd niet haar laatste.

"Mijn mama had kanker. Daardoor had ze met mijn papa al vaak nagedacht over de vraag wat er met mijn zusje, die het syndroom van Down heeft, en mij zou gebeuren als ze er niet meer was.

"Mijn papa stierf heel onverwacht toen ik zes was. Nu was de situatie plots helemaal omgekeerd en moest mijn moeder alleen op zoek naar oplossingen. Ze heeft dan contact opgenomen met pleegzorg. Ze wilde een gezin waarin mijn zus en ik samen konden opgroeien.

"Na twee jaar heeft pleegzorg een gezin gevonden dat nog andere kinderen opving. Eerst hebben ze ons één jaar in ondersteunende pleegzorg opgevangen, enkel in de weekends en in vakanties. Nadien ook tijdens de week, omdat mijn mama zieker en zieker werd.

"Mijn zus en ik deelden daar een kamer. We moesten van school veranderen, weg van onze vriendjes en vriendinnetjes. Weg van de jeugdbeweging.

"Een maand na al die veranderingen is mijn mama gestorven en werden we voltijds bij dat pleeggezin opgevangen. Dat was zeer lastig: er was nauwelijks ruimte voor de verwerking van het verlies en al die veranderingen.

"Op mijn veertiende was ik het moe. Ik moest op internaat omdat er zo veel spanningen in huis waren, en uiteindelijk ben ik weggelopen. Ik ben 15 kilometer te voet naar mijn tante gelopen. In overleg met een bevriende rijkswachter hebben ze de politie gebeld. Ik werd teruggevoerd met de combi en kreeg het hele weekend huisarrest."

"De vrijdag daarop, toen ik thuiskwam van internaat, stonden mijn koffers klaar. De spanningen waren zo enorm dat pleegzorg een alternatieve oplossing had gezocht. Dat was een heel naar gevoel. Maar ook de start van iets mooiers.

"Na de weken crisisopvang kwam ik bij mensen terecht die nooit eerder pleegkinderen hadden opgevangen. In de week ging ik op internaat en in de weekends naar hen. Het advies was om mij in een tehuis voor jongeren te plaatsen, maar die wachtlijsten waren ellenlang. Ik heb mijn nieuwe pleeggezin gevraagd of ik toch niet tot mijn achttiende bij hen kon wonen. Na veel wikken en wegen hebben ze dat toegestaan.

"Toen ben ik echt opengebloeid. Nu ben ik nog altijd kind aan huis. Ik zie hen als mijn familie."