Direct naar artikelinhoud

Zo leerde Roald Dahl de stiel

Ongewoon openhartig zijn de 600 brieven die Roald Dahl in de loop van 40 jaar aan zijn moeder schreef. Het plezier spat al uit de pen van de man die zou uitgroeien tot 's werelds populairste kinderboekenschrijver.

Roald Dahl, de auteur van klassieke jeugdboeken als Sjakieen de Chocoladefabriek en de GVR, blijkt het schrijven geleerd te hebben in de vele brieven, telegrammen en kattenbelletjes die hij over een tijdspanne van veertig jaar schreef aan zijn moeder. Deze zijn nu gebundeld onder de titel Liefs van Boy, naar de groet waarmee hij zijn brieven ondertekende.

Roald was de enige zoon van Sofie Magdalene en Harald Dahl, Noorse inwijkelingen die zich in het begin van de twintigste eeuw in Wales vestigden. Zijn vader overleed toen Dahl amper drie was en wellicht mede daardoor moest hij vanaf zijn acht jaar op kostschool. Het is op dat moment dat de veertig jaar overspannende en uit een zeshonderdtal brieven bestaande correspondentie tussen Dahl en zijn moeder op gang komt.

Moeder Sofie Magdalene heeft voor zover we weten alle brieven bewaard die Roald ooit aan haar schreef. Het is een schat aan informatie over de jonge Dahl, aangezien het zowat het enige papieren spoor is dat hij in deze jaren nalaat. Zijn wereldberoemde verhalen schreef hij namelijk vele jaren later pas, toen hij al in de veertig was.

Roald toont zich in de brieven een enthousiaste jongeman, met een voorliefde voor kattenkwaad en lichaamsbeweging, die ook al veel plezier beleeft aan het vertellen. Het liefst heeft hij het over de rivierkreeften die ze in het bed van een jongen verstopten, of het op te hoge temperatuur gekookte blik erwtensoep waarmee ze de muren van hun studentenkamer bekleedden, maar ook de mindere kanten van het leven op een kostschool zet hij met een kwinkslag neer. Als Dahl al heeft afgezien, laat hij het niet merken. Wel is hij een beetje een hypochonder. Het is bijna humoristisch om zien hoe hij steevast onder aan zijn brieven bestellingen plaatst voor tabletten tegen indigestie, verkoudheid en wat nog allemaal. Dahl had een ware obsessie voor vrij verkrijgbare geneesmiddelen. En voor tandenborstels. Massa's tandenborstels.

Thee van tijgerbot

Veel belangrijker echter is dat je in deze brieven ook de kiemen van zijn latere schrijverschap ziet, zoals in deze passage: "Gister hadden we een lezing over China, die was hartstikke goed, en diegene beschreef een Chinese dokter, en zei dat hun recept tegen griep in het algemeen als volgt was: een rattenstaart. Een slang. Kippenpootjes. Gras. As van papier. Thee van tijgerbot. Een schaafsel van de hoorn van een neushoorn." Dat komt al behoorlijk dicht bij Dahls eigen latere stijl.

Ook de persoonsbeschrijvingen die hij geeft, doen denken aan de trefzekere, kleurrijke pennenstreken van de latere meester. Bijvoorbeeld deze over zijn leraar Mr Wall: "Als hij boos wordt, is hij echt in alle staten, dan stuift hij door de klas, kiepert hij zijn bureau om, met alles erop en eraan, en trapt hij zo hard als hij kan tegen alle meubels in het lokaal en vooral tegen zijn grootvaderklok, die er langzaam de brui aan begint te geven. Hij schreeuwt en brult, stuift door het lokaal, en woensdag wierp hij zich bijna uit het raam! Ik heb nog nooit zoiets grappigs gezien."

Of deze: "Mrs Wilkin is een vreselijk oud wijf dat 120 kilo weegt (en daar trots op is) en eruitziet als een opgedirkte knoedel van niervet." Het zijn proevertjes van wat komt.

De toon die hij in zijn brieven aanslaat, is soms ongewoon openhartig voor een moeder-zoonrelatie. Zo geneert hij zich niet om in een dronken brief op te sommen welke drank hij die avond zoal tot zich heeft genomen: "Tussen 14 uur zaterdagmiddag en 2 uur zondagochtend (vandaag) (...): bier, gin, whisky, rum, champagne, sherry, crème de menthe, cognac." Voorts heeft hij het over de op strippoker gebaseerde variant stripdarts die hij heeft uitgevonden, de ballen van Hitler en meer van dat soort zaken. Je hebt niet het gevoel dat er veel wordt achtergehouden. Het wijst wel op de ongecompliceerde en openhartige relatie die de twee met elkaar gehad moeten hebben.

Na de jaren op de kostschool volgt er een nieuwe episode wanneer Dahl in Afrika voor oliebedrijf Shell gaat werken. Hij leidt er een luxeleven met een kok en persoonlijke bedienden, al lijkt hij meer plezier te hebben in de occasionele gevechten met zwarte mamba's of, later, met - even dodelijke - Duitsers. Wanneer WOII nadert, meldt hij zich namelijk aan bij de Royal Air Force, waar hij een opleiding tot gevechtspiloot volgt. Hij blijkt er erg goed in en heeft er de tijd van zijn leven. In veel verhalen zou hij het later hebben over het genot van het vliegen, of zoals hij het in zijn verhaal De Minpins beschrijft: "Een magische wereld van stilte, scherend en glijdend boven de donkere wereld daarbeneden, waar alle aardse mensen diep in slaap lagen."

Dahl is betrokken in enkele gevechten, schiet zelfs een paar Duitse gevechtsvliegtuigen neer, maar crasht dan tijdens een vlucht over de woestijn. Het is een sleutelmoment in Dahls leven. De echte feiten over die crash zijn moeilijk te achterhalen door de vele gefictionaliseerde versies die hij er achteraf van heeft gegeven. In ieder geval waren zijn verwondingen zo erg dat hij niet meer kon aanblijven als gevechtspiloot. Zelf verwoordde hij het gekscherend: "Ik hield er een schedelbreuk aan over die me kennelijk geschikt maakte voor uitzending naar Washington (waar hij zou gaan werken als diplomaat, red.)."

Dahl beweerde vaak dat die 'gigantische dreun op zijn kop' zijn persoonlijkheid op een of andere manier veranderd had en een schrijver van hem had gemaakt. Het is onmogelijk om te weten of dat zo was, maar feit is wel dat hij dankzij die crash iets had om over te schrijven.

De schrijver was geboren

Toen hij als diplomaat in Amerika werkte - Dahl moest er de Amerikanen warm maken voor deelname aan de oorlog - wilde de schrijver CS Forester graag Dahls crashverhaal neerpennen. Maar omdat hij het niet genoteerd kreeg tijdens hun ontmoeting, stelde Dahl voor om het zelf op te schrijven en het hem te sturen. Toen Forester Dahls verhaal las, viel hij achterover. Het was zo goed neergeschreven dat hij het meteen naar de Saturday Evening Post doorstuurde met de melding dat er geen woord aan veranderd mocht worden. Dahl de schrijver was geboren. Zijn verhalen werden een instant hit en zijn innemende persoonlijkheid deed de rest. Hij kreeg zowat half Hollywood over de vloer, werkte aan een film met Walt Disney, ging op vertrouwde voet om met president Roosevelt en zo verder. Later zou hij zelfs geronseld worden door de Britse geheime dienst. Een levensloop om u tegen te zeggen. Je zou bijna vergeten dat hij ook nog boeken zou gaan schrijven die er best mogen zijn.

Liefs van Boy vertelt zo het wonderlijke leven van een wonderlijk schrijver en geeft daarmee aan waar die schrijver in veel gevallen de mosterd haalde. Van de vele vliegepisodes, over de kleurrijke beschrijving van een kostschool in Matilda: de fans van Dahl vinden hier de zaadjes waaruit later zulke fantastische verhalen zouden ontkiemen. Zo vormt dit boek een boeiende, en uiterst intieme aanvulling op eerder verschenen autobiografisch werk als Boy en Solo.

Roald Dahl, Liefs van Boy, Brieven van Roald Dahl aan zijn moeder, De Arbeiderspers, 336 p., 24,99 euro