Direct naar artikelinhoud

'Het beste van twee werelden'

De geschiedenis van de familie Palit is het verhaal van de eerste gastarbeiders en hoe zij met open armen werden ontvangen, om daarna het deksel op de neus te krijgen. ''Er zijn al genoeg Turkse kinderen ingeschreven op onze school', zei de non.'

Aan de muur van de strak ingerichte woonkamer prijkt een levensgroot portret in zwart-wit van Mustafa Kemal Atatürk, stichter van de seculiere republiek Turkije en de man die Turkse vrouwen vijftien jaar voor de Belgische stemrecht gaf. Zo groot is de liefde voor de eerste Turkse president in de familie Palit dat in de kleerkast van vader Gazi Hoca een stropdas hangt met het hoofd van de politicus erop. Bij speciale gelegenheden wordt de kravat ook gedragen. Ayse (54): "Ja, we zijn in onze familie de ideologie van Atatürk nogal genegen."

Gazi Hoca - letterlijk 'imam Hoca', de roepnaam van haar vader - was waarschijnlijk een van de eerste Turkse inwoners van Gent, de familie Palit was zeker het eerste Turkse gezin dat zich op De Muide vestigde. Zoals in elk migratieverhaal komen de grote gevoelens ter sprake die met de verhuis naar een ander land gepaard gaan: het verlangen naar meer hoop, welvaart en optimisme, kortom een Beter Leven.

In de oostelijke rurale regio Emirdag runde Gazi Hoca, een imam uit een vooraanstaande familie , met zijn vrouw een bescheiden kalkoenkwekerij. Op een affiche met reclame om gastarbeider te worden zag hij de indrukwekkende salarissen die in België aan migranten werden beloofd. De interesse van Gazi Hoca was gewekt: als hij een paar maanden een Belgisch loon zou krijgen, dan kon hij een moderne broedmachine aankopen voor het familiebedrijf. Die Amerikaanse uitvinding zou de expansie en de toekomstige welvaart van de kwekerij verzekeren. Hij zou naar België gaan, een tijdje. De vijfjarige Ayse zag haar vader verdwijnen in de stofwolk die de jeep trok waarmee hij naar de luchthaven werd gebracht. "Werken, het machientje kopen, terugkeren: dat was het plan."

Maar die wervende affiches bleken, eens in Brussel aangekomen, over jobs in de koolmijnen te gaan. "Dat hadden ze er niet bij verteld." Hoca wist: te riskant, ongezond. Via Turkse kennissen belandde hij in Gent, waar hij aan de slag kon in de butaanfabriek op de Wiedauwkaai. Voor een veel lager salaris dan verwacht, in een veel duurdere woning dan beloofd. Na een half jaar had hij al zijn geld er doorgejaagd, de terugreis kon hij niet meer betalen. In Emirdag begon zijn vrouw, die geen zes maanden maar twee jaar min of meer alleen voor de kwekerij had moeten zorgen, zwarte sneeuw te zien. Het fabriekje werd verkocht en de hele familie Palit vloog naar België. Ayse: "De volgende dag al zat ik op de plaatselijke katholieke school."

Migratie was voor velen een avontuur, voor sommigen een schok. Ayse herinnert zich hoe haar moeder de eerste weken huilend probeerde te wennen aan haar nieuwe thuis, dat kille huis zonder de warme, wollige tapijten die ze in Turkije zelf knoopte en die je in België niet kon vinden. De supermarkten met vreemde etenswaren, een andere cultuur, met andere mensen op straat. "Mijn vader vond dat ze zich moest aanpassen aan haar nieuwe omgeving. Hij wilde niet dat zij op straat werd nagekeken." Ze ging een kleiner hoofddoekje dragen, knielange rokken met een carreau, een bloesje in wit plissé. Toen er meer Turkse vrouwen in het Gentse kwamen wonen, voelde ze zich opnieuw bekeken. Ze haalde haar Turkse tunieken weer uit de kast.

Geïsoleerd was ze nooit. Ayse prijst de open geest van haar ouders, een manier van denken die ze aan hun kinderen hebben doorgegeven. "De Muide was een ruw buurtje met een slechte naam. Als je jong bent, besef je dat niet, maar er liepen veel verwaarloosde kinderen op straat terwijl hun ouders dronken op café zaten. Mijn moeder zette op de vensterbank eten en drinken voor hen klaar." Ayse, zelf buurtwerkster, werd er onlangs nog op straat over aangesproken: 'Uw moeder heeft veel boterhammen voor mij gesmeerd.'

Islam is geen verplichting

Dochter Ebru (25) komt thuis. Ze is naar Brussel geweest, haar nieuwe werkplek als federaal ambtenaar bij de RVA. Ze ziet eruit om door een ringetje te halen en heeft verse mattentaartjes bij. Ze berispt haar moeder net niet omdat ze nog geen koffie heeft aangeboden en zet die faux pas snel zelf recht. Met koffie en taartjes.

Een woonkamer die wordt verbouwd, twee BMW's voor de deur, orchideeën voor het raam, een Delvaux die op de bank slingert en kinderen met jobs bij de overheid: veel Vlaamser kan de familie Palit niet worden. Turkije is een vakantieland, zegt Ayse. "Wij zijn van hier. Voor mij zijn die twee culturen een verrijking. Ik ben opgegroeid met het beste van twee werelden."

Pas toen ze kinderen kreeg, moest ze de roze bril van haar jeugd afzetten. De wereld bleek toch niet zo lief als haar altijd was geleerd. Of de wereld was veranderd, wie weet. "Het land waar mijn kinderen zijn geboren was plots een ander land dan dat waar ik kwam wonen. Wat was er gebeurd? Het is moeilijk om er de vinger op te leggen. Migratie, veel nieuwkomers, misschien te veel. Gettovorming, het Vlaams Blok dat stemmen won, hokjesdenken, de drempel die steeds lager kwam te liggen om straffe uitspraken te doen. Opeens werd ik geconfronteerd met racisme, voor de eerste keer in mijn leven."

Ze wilde voor haar zonen en dochter een even vlot parcours als dat van haar, zocht een goede school, informeerde zich telefonisch, mocht zich komen aanmelden en zag de twijfel op het gezicht van de non achter de balie. "Ik zie er niet echt Turks uit, ik spreek met een Gents accent en onze naam kan zelfs voor Vlaams doorgaan. Dus vroeg ze mijn identiteitskaart en zag ze dat ik buitenlandse was. Ze zei: 'Er zijn al genoeg Turkse kinderen ingeschreven op onze school.' En ik kon gaan."

Het was een schok voor de vrouw die zelf les had gekregen van de nonnetjes in het katholieke Sint-Theresia, die met de Chiro-meisjes verschillende keren naar de Mariagrot in Oostakker was gefietst, ondertussen vrolijke christelijke liedjes zingend. "Ik kan ze nog altijd woord voor woord nazingen. Je zou het spontane assimilatie kunnen noemen, we werden heel gemakkelijk aanvaard. Ik ging mee naar de mis en schoof zelfs aan voor een askruisje, tot ze mij duidelijk maakten dat ik dat niet hoefde. Mijn vader had mij uitgelegd dat Jezus een profeet was. In de verhalen die ik in de godsdienstles op school hoorde, herkende ik de verhalen die mijn vader uit de Koran vertelde."

Zoals haar vader het haar heeft aangeleerd, zo leeft zij nog altijd. Religie is een houvast, een spiritueel kompas, een troost. Nooit werd religie iets onderdrukkends of dwingends. "Mijn vader zei altijd: 'In de moskee zitten niet noodzakelijk de beste gelovigen. En je hoeft niet naar de moskee te gaan om een goede gelovige te zijn.' En mijn vader is zelf imam. De islam is geen verplichting. Geloof beleef je in je hart."

Toen haar kinderen thuiskwamen met verhalen over incidenten op de speelplaats en in het uitgaansleven, bijvoorbeeld scheldpartijen op de bus, zette ze die weg als zure oprispingen van een enkeling. "Ik heb heel lang hun ervaringen met racisme gerelativeerd. Mijn dochter zei: 'Ik ga niet meer naar een witte school.' Ik besef nu dat mijn kinderen echt waren getraumatiseerd door de voortdurende confrontatie met mensen die stelden: 'Jij ben niet van hier.' Mijn grootste vrees was dat mijn kinderen op den duur zelf racistisch zouden gaan denken, en wrok koesteren. Ik ben ervan overtuigd dat dat niet is gebeurd omdat er in ons gezin altijd ruimte was voor dialoog. En omdat ik er zo op heb gehamerd om verder te studeren."

Open-minded

Zelf is ze buurtwerkster in dienst van de stad. Ze haalde haar diploma in avondonderwijs terwijl haar ouders zich om haar jonge gezin bekommerden. Ze doet haar werk graag, ook al blijft het moeilijk en ongrijpbaar om goed samenleven te stimuleren. "De instroom van nieuwe bewoners en de nieuwe projecten in de wijk hebben de buurt deugd gedaan. Het zijn allemaal jonge mensen die open-minded en gecultiveerd zijn."

Het is niet langer De Muide van haar jeugd, maar het is een mooiere Muide, zegt Ayse. "Ik zie een positieve culturele evolutie."