Direct naar artikelinhoud

'Muziek brengt je dichter bij jezelf, dichter bij alles'

Als de sitar niet bestond, had Bert Cornelis hem moeten uitvinden. Het instrument betovert hem al twintig jaar. 'Als je vertrouwen hebt, komt er altijd iets nieuws. Inspiratie is oneindig.'

1

Hoe komt het dat muziek magisch kan klinken?

Als je het appartement van Bert Cornelis binnenstapt, verdwijnt Brussel. De kamerplanten slingeren zich langs de muren, zijn keukenkasten lijken afkomstig van een Indiase meubelmaker. Op het tapijt in de woonkamer liggen twee exotische instrumenten te wachten om te worden bespeeld: een sitar en een tanpura.

Cornelis zet zich neer en neemt de tanpura vast. Zodra hij een snaar aanraakt, vult een magische klank de ruimte. De tanpura doet de lucht zinderen. Er klinkt niet één toon, maar een hele verzameling van tonen. Brussel is niet alleen verdwenen, de stad is plots zeer ver weg. Je zou haast denken dat ergens een onzichtbare synthesizer staat te zoemen, maar de onaardse klanken komen wel degelijk uit de gestileerde, bovenmaatse luit. "Dit is een typisch instrument dat dient als basis voor alle andere", legt Cornelis uit. Hij wijst op de brug, die de snaren wegduwt van de klankkast. "Die zorgt ervoor dat de snaren kletteren, waardoor je al die boventonen hoort." Je kunt het geluid niet anders beschrijven dan magisch, precies daarom wil Cornelis de tanpura laten horen. "'Magisch' wil zeggen dat de muziek groter is dan ons - terwijl we er ook deel van zijn", vertelt hij. "Muziek is een manier om dichter te komen bij jezelf en tegelijk bij álles."

2

Wat zegt muziek over de natuur?

Muziek is geen menselijke uitvinding, een toonladder is niet zomaar een afspraak onder muzikanten. "Die zit in de natuur, zoals de gulden snede of het cijfer pi", zegt Cornelis. "Overal ter wereld is de toonladder dezelfde. Er zit een logica in, zoals er logica zit in het blad van een plant."

De planten van Cornelis mogen woekeren waar ze willen, maar in ieder blad zie je hetzelfde patroon terugkomen. Dat gebeurt ook bij muziek. "Er is een soort universele vorm. Als je een heel mooie bloem ziet, is dat niet alleen een esthetische gewaarwording. Het is méér", stelt Cornelis. "De bloem geeft een geheim prijs over hoe wijzelf in elkaar zitten, zonder dat we dat goed beseffen. In de structuur van de natuur zit een heel diepe schoonheid. Die natuurlijke structuur geeft de muziek iets verheffends."

"Het is onze ziel die die structuur en die schoonheid herkent, niet ons denken", meent Cornelis. "De hele kosmos is opgebouwd uit trillingen en als je bezig bent met muziek, geef je je daaraan over. Wij maken als kleine individuen deel uit van het grote alles. Als je af en toe een kleine bevestiging krijgt van dat grote, magnifieke geheel, dan is een gevoel van: aaah, oké! Muziek is een manier om heel dicht te geraken bij de essentie van alles."

3

Waarom wijden muzikanten hun leven aan één instrument?

Als tiener leerde Cornelis zichzelf gitaar spelen. Toen een vriend hoorde hoe hij op zijn akoestische gitaar zat te tokkelen, zei die: "Hé, dat is precies Indiase muziek." Terwijl Cornelis nog nooit Indiase muziek had gehoord. Ravi Shankar? De naam zei hem niets. Zijn vriend legde een plaat op van de wereldberoemde sitarspeler en in Berts brein vonkte het. "Dat was de klank die ik wou hebben. Dat klonk geweldig", grijnst hij.

De sitar is een complex instrument, met wel twintig snaren. "Het vergt veel tijd om die allemaal goed te kunnen stemmen en onder controle te krijgen", zegt Cornelis, die al twintig jaar in de leer is bij zijn meester Pandit Ashok Pathak. "Op je eentje kun je wel iets moois uit het instrument krijgen, maar ver ga je niet geraken."

Cornelis demonstreert hoe de boventonen van de sitar je kunnen betoveren. "Dat palet van die boventonen is de structuur van alles", zegt hij. Hij trekt aan de snaren op een manier die je niet moet proberen bij een gitaar. "Het repertoire voor de sitar is de klassieke Indiase muziek", zegt Cornelis. "Het duurt jaren vóór je daar echt mee kunt beginnen. En zodra je het kunt, moet je improviseren. Als je vertrouwen hebt, komt er altijd iets nieuws. Inspiratie is oneindig. In honderd levens heb je nog niet alles gespeeld wat bestaat."

4

Moet een concert méér zijn dan live muziek spelen?

Eeuwenlang leefde Indiase muziek aan het hof van de mogolkeizers en de maharadja's, de lokale heersers. In 1947 verlieten de Britten het enorme land en werd het feodale systeem vervangen door de republiek. Dat had ook gevolgen voor de muziek: muzikanten toonden hun kunsten niet meer aan koninklijke hoven, maar in concertzalen.

"Zo is er spijtig genoeg een stuk van de muziek verloren gegaan", zegt Cornelis. "Hoe meer volk je lokt, hoe meer je verdient. Daardoor ga je vooral spelen wat de mensen graag horen. Zo gebeuren er toegevingen om de muziek acrobatischer of sensationeler te maken."

Zelf probeert hij zich altijd over te geven aan de magie van het moment. "De dag dat ik besef dat ik twee keer hetzelfde heb gespeeld op een concert, mag ik stoppen. Mochten ze mij vragen om elke avond in een Indiaas restaurant op te treden, zou ik het ondanks het vaste loon toch niet doen." Want muziek is méér dan een aangenaam tapijt van geluid. "Het belangrijkste is dat je in de muziek iets terugvindt van jezelf."

Eén van de optredens die hem het meest bijblijven, vond in mei plaats in zijn eigen woonkamer, samen met zanger Ustad Sayeeduddin Dagar, die enkele maanden later overleed. "Ik heb toen dingen gespeeld die ik nooit eerder had geprobeerd omdat ik dacht dat ik ze niet kon. Maar op het moment zelf kreeg ik zo'n zelfvertrouwen dat ik verder ging dan ik zou proberen op mijn eentje, laat staan in een concertzaal."