Direct naar artikelinhoud

Eigen bier eerst

Brouwerij De Kroon opent vandaag officieel haar deuren en is daarmee de zoveelste brouwerij die nieuw leven wordt ingeblazen. Maar ook menig huiskamer wordt tegenwoordig ingepalmd door apparatuur om zelf gerstenat te brouwen. Want brouwen, 'dat is plezant, he'.

'Hoezo, het is te vroeg om te proeven?" De blik van brouwer en bierwetenschapper Filip Delvaux vult zich met ongeloof. "Wij proeven hier altijd al om half twaalf. Er is geen beter moment om bier te degusteren dan wanneer je stilaan honger krijgt en je smaakpapillen nog niet te veel bedoezeld zijn." Delvaux haalt zijn schouders op en loopt verder naar de wetenschapsbrouwerij van brouwerij De Kroon in Neerijse. Tot 1983 huisde hier een lokale brouwer. Vanaf vandaag herbergen de gebouwen officieel het bierlaboratorium waarin Delvaux en zijn team de bieren van een veertigtal brouwers analyseren en mee op punt zetten. Daarnaast, een eigen brouwerijtje.

Hoe kan het ook anders? Heel wat van de vele brouwerijen die het Vlaamse landschap telt, worden nieuw leven ingeblazen. Er worden nieuwe microbrouwerijen in ondergebracht of ze bieden een thuis aan hobbybrouwers, een mensenras dat zich snel lijkt te vermenigvuldigen. Niet alleen in Vlaanderen, maar ook bijvoorbeeld in Italië, Nederland en de Verenigde Staten. "Dat Amerikanen microbrouwerijen oprichten of thuis bier brouwen, is logisch", vindt biersommelier Ben Vinken. "Zij wonen soms in afgelegen gebieden waar ze maar moeilijk aan bier geraken." Waarom ook zo veel Belgen zelf aan de slag gaan met hop, gerst en gist begrijpt Vinken al veel minder. Hij proefde voorlopig dan ook nog geen enkel biertje van een hobbybrouwer. "En ik voel niet de behoefte om dat alsnog te doen. Er zijn al zo veel goede Belgische bieren. Toch willen hobbybrouwers absoluut nog een eigen brouwsel maken. Onbegrijpelijk."

Er zijn nochtans een heleboel redenen waarom brouwen tegenwoordig zo populair is. Sommige consumenten willen zich afzetten tegen het feit dat de Belgische biermarkt werd geïndustrialiseerd. Vanuit een zoektocht naar traditie en authenticiteit, en vanuit het idee dat ambachtelijk altijd beter is. Maar er is meer. Onder andere dankzij de marketinginvesteringen van de grote brouwers wonnen de Belgische speciaalbieren de voorbije jaren aan populariteit, ook in het buitenland. Zeker nu overmatig alcoholverbruik wordt afgeraden en consumenten dus liever langer met een zwaarder bier vertoeven dan kort na elkaar enkele pilsjes te heisen. Ook de vergrijzing en vervrouwelijking van de bierdrinkers maken speciaalbier hip. En dus het ideale brouwsel volgens hobbybrouwers.

"Er was een moment in de Belgische biergeschiedenis dat de speciaalbieren te hard op elkaar leken en niet altijd de juiste kwaliteit hadden. Nu is er toch terug plaats voor enkele nieuwe variëteiten, bijvoorbeeld van micro- of hobbybrouwers", meent Filip Delvaux. "Vergelijk de grote brouwers met grote bollen. Als je hen naast elkaar zet, blijven er veel gaatjes tussen die kleine brouwerijen kunnen invullen."

Belgische genen

Zo marktgericht denken lang niet alle hobbybrouwers. Het brouwen zit hen misschien gewoon in de genen. Nog maar zo'n tweehonderd jaar geleden waren tenslotte bijna alle herbergiers brouwers, omdat het water waarover ze beschikten gewoon te ongezond was. Ze gebruikten het bier daarom ook om bijvoorbeeld het stoofvlees zacht te maken. "Ondertussen wordt bier tot in Azië gebruikt in voeding, of als aperitief- of dessertdrank. Misschien willen hobbybrouwers daarom toch hun eigen touch geven aan de drank", denkt Peter Scholliers, historicus en eetcultuurexpert (VUB).

Al is de komst van de vele hobbybrouwers allicht nog veel simpeler te verklaren. Zo is het tegenwoordig veel gemakkelijker om brouwingrediënten en -instrumenten aan te schaffen. Bovendien schijnt brouwen niet zo heel moeilijk. Filip Delvaux aarzelt toch even als hij dat hoort. "Dan daag ik mensen die niets van brouwen kennen graag uit. Koken is ook niet moeilijk, maar er kan wel veel mislopen als je het niet vaak doet. Bij brouwen is het net zo", aldus de bierwetenschapper. "Het is best moeilijk om keer op keer een evenwichtig bier te brouwen, hoor. Het is niet toevallig dat het bier van hobybrouwers vaak extreme smaken bevat om een en ander te verdoezelen. Gelukkig word je van bier bijna nooit ziek."

Delvaux zegt het lachend, maar hij is toch een beetje ongerust. Het beroep van brouwer is namelijk niet beschermd, waardoor iedereen die zijn eigen brouwsel top vindt dat ook op de markt kan brengen. "Het is inderdaad een van de uitdagingen van de komende jaren om ervoor te zorgen dat ook kleine brouwerijen bier van voldoende kwaliteit afleveren", erkent Sven Gatz, directeur van de federatie Belgische Brouwers. "Negatief gesteld is er namelijk een wildgroei aan brouwers. Positiever bekeken wil dat ook wel zeggen dat er veel beweegt op de biermarkt. Sommige brouwerijen die nu de naam van België als bierland hoog houden in het buitenland bestonden bijvoorbeeld enkele decennia geleden nog niet."

Koning te rijk

In de degustatiezaal van De Kroon leunt Freddy Delvaux (67), Filips vader, ondertussen achteruit in zijn stoel. Hij grijnst. Ja, hij is ook wel voorstander om brouwers te verplichten een brouwdiploma te halen, kwestie van hen ook tegen zichzelf te beschermen. Maar hij begrijpt ook verdomd goed waarom zo veel mensen hun eigen bier zo graag zien borrelen. "Je hoeft het allemaal niet te ver te zoeken. Bier brouwen, dat is gewoon plezant, he", analyseert hij geamuseerd. "Als je je eigen bier hebt gebrouwen, dan ben je de koning te rijk."

Delvaux' mondhoeken trekken alweer breed open terwijl hij naar voor leunt om een anekdote te delen. "Mijn eerste brouwsel kwam er in 1973. Ik trok het op flessen en deelde het met de hele familie. Nooit eerder vond ik dat een bier zo lekker smaakte. Daar zit dus de charme van het brouwen." Of hij het nog altijd het lekkerste bier vindt dat hij ooit dronk. "Ah nee, het was een pils." Delvaux begon zijn carrière bij Artois, maar zodra hij aan de KU Leuven een bierlaboratorium startte, specialiseerde hij zich in speciaalbieren.

Tot hij er nu samen met zijn zoons Filip en Peter zelf enkele op de markt brengt. Of schenkt in de gelagzaal naast hun brouwerij tenminste, "want we zouden het op de biermarkt toch nooit kunnen halen van de grote brouwers." Maar was er dan echt nog nood aan nog meer Belgisch bier? Vader Delvaux vindt van wel. "Er kan altijd nog een speciaalbier bij, zeker nu het genre nog altijd in opmars is. Trouwens, ons bier is probably the best beer van allemaal." Dus, de drie bieren die hij en zijn zoons brouwen - Delvaux, Job en Super Kroon - vindt hij nu de lekkerste die hij ooit proefde? "Hmm, ik dronk ze nog maar twee keer, ik ken ze dus nog niet goed genoeg. Geef me nog even tijd om mijn mening te vormen." Goed, tot zover dan dit verhaal.

Maar niet helemaal. Filip Delvaux loopt na het afscheid nog snel even buiten de poort van brouwerij De Kroon. "Ik sprak net nog met iemand die al een aantal keer aan de slag ging met een brouwpakket, maar er nooit in slaagde om zijn eigen bier te brouwen. Zo gemakkelijk is het dus niet. Dat wilde ik toch nog eens even zeggen."