Direct naar artikelinhoud

Ontmoetingen aan de frontlijn

Miljoenen soldaten vochten tijdens '14-'18 langs de frontlijn, van Nieuwpoort over Italië en Griekenland tot in het Turkse Gallipoli. Net geen honderd jaar later stapten tv-reporters Arnout Hauben, Mikhael Cops en Jonas Van Thielen die 1.500 kilometer af, op zoek naar verhalen van vroeger en nu. Jan Debackere

Arnout Hauben

'We wilden niet naïef vertrekken'

Net drie minuten is het programma bezig, als Arnout Hauben langs een verlaten spoorweg buiten Nieuwpoort een fietser tegenhoudt. Een ex-paracommando die in 1960 nog had gevochten in Congo. "Moet dat?", vraagt hij als Hauben wil weten of hij in de voormalige kolonie actief aan de strijd heeft deelgenomen. Een stilte, waarna de man net niet volschiet en vertelt hoe hij in 1960 de luchthaven in Leopoldstad heeft "zuiver gemaakt". Of hoe de oorlog altijd dichterbij is dan je denkt, zelfs een halve eeuw later.

Meteen is het een ook bewijs dat Hauben een neus heeft voor goede verhalen. Of het nu voor Man bijt hond, Iedereen beroemd of Weg naar Compostela is, telkens opnieuw slaagt Hauben er in kleine verhalen te vinden die ontroeren of beklijven. Ook in de eerste aflevering van Ten oorlog is het meteen prijs: de ex-para wordt nog gevolgd door onder meer een boer uit Pervijze of een Brits koppel dat in de Westhoek zijn gesneuvelde grootvader komt herdenken. En dan volgt er in de tweede aflevering nog een terminaal zieke, bejaarde Indiër die een militaire groet komt brengen aan zijn vader, die in Frankrijk had moeten vechten.

"Je mag niet vergeten dat we heel veel filmen. Voor Compostela heb ik 416 interviews gedaan. Zestig à zeventig daarvan heb ik in de reeks gebruikt. Als je te voet onderweg bent, heb je ook maar dat te doen. Je komt dan veel mensen tegen en het zijn de bijzondere die je overhoudt. Bovendien kun je door montage ook een bepaalde sfeer creëren. Maar je heb toch altijd geluk nodig om net die verhalen tegen te komen. Maar ik ga wel graag op zo'n tocht waarbij ik me deels kan overleveren aan het toeval. Dat blijft spannend."

En cours de route vertellen Hauben en co. ook het verhaal van de Eerste Wereldoorlog. "We wilden niet naïef vertrekken. We hebben vooraf gelezen en verhalen gezocht om het grotere verhaal van de oorlog te vertellen. Ten oorlog is een mix van geschiedenis, avontuur en ontmoetingen langs de frontlijn."

Hauben welde deze keer niet alleen op stap. "Omdat het over soldaten gaat, vond ik het wel passen om met een paar kameraden te vertrekken. Die camaraderie heb je ook nodig om het verhaal naar het nu te krijgen en de dingen te relativeren."

Het embryonale idee voor Ten oorlog kreeg Hauben toen hij in 2009 een reportage maakte in Zonnebeke. "Daar heb ik gevoeld hoe de geschiedenis nog heel dicht bij ons stond, hoe het nog veel mensen raakt. Een jaar later, op weg naar Compostela, heb ik opnieuw de frontlijn gekruist. Daarna ben ik bij Piet Chielens (coördinator van het In Flanders Fields Museum in Ieper en kenner van de Eerste Wereldoorlog, JDB) geweest om de route mee uit te zoeken. Eerst dacht ik dat de route van begraafplaats naar begraafplaats zou lopen, van monument naar monument. Maar de bewoners langs het front zijn ook voortgegaan met hun leven en hebben veel mooie verhalen die soms niks met de oorlog te maken hebben."

Ten oorlog is het eerste programma van Haubens productiehuis De Chinezen. Deze reeks moet hun entree worden. En dat zorgt toch wel voor wat extra druk, geeft Hauben toe. "We zijn een klein productiehuis met anderhalf programma. We hebben niet de ambitie een supergroot productiehuis te worden, maar we zouden wel liefst een paar programma's maken. Als dit faalt of slecht onthaald wordt, staan we daar. Dit moet dus wel goed zijn." De eerste aflevering geeft hem geen ongelijk.

Mikhael Cops

'Verrast door het Balkanfront'

Samen gestudeerd, samen televisie gemaakt bij Woestijnvis (Geel, Meneer doktoor) en samen De chinezen opgericht: het parcours van Arnout Hauben en Mikhael Cops loopt grotendeels langs dezelfde paden. Met Hauben voor de camera en Cops erachter. Ook zo in Ten oorlog, al duikt Cops occasioneel wel eens op. "Ik ben cameraman, dus is het logisch dat ik uit beeld blijf. Maar ik vind dat niet erg. Op momenten dat het over ons drie gaat en dat het zin heeft, wil ik wel in beeld komen. Alleen ik had geen zin om op alles commentaar te geven. Ik zeg in zo'n situaties sowieso al minder dan Arnout of Jonas. Dus is het ook logisch dat ik niet plots een andere rol ga spelen."

In vergelijking met Arnout Hauben stond de interesse voor de Eerste Wereldoorlog bij Cops ook op een iets lager pitje. Al zorgen zijn Engelse roots - zijn vader is Brits - wel voor een link. "Als ik daar met de Britse tak van de familie over spreek, voel je meteen hoe gepassioneerd ze ermee bezig zijn. Zij zijn daar mee opgegroeid, zelfs al in de lagere school. Het staat zelfs op hun leerplan dat ze naar hier moeten komen. Mijn neef wist er na zijn middelbaar bij wijze van spreken veel meer over dan mensen die er hier over voortgeleerd hebben. Ze behandelen alles wat met de Eerste Wereldoorlog te maken heeft ook met heel veel respect. Kijk naar Poppy Day: iedereen draagt dan zo'n klaproos op zijn jas. Ook ik heb nog poppies van toen ik een kleine gamin was. Die klik was dus snel gemaakt. Ik heb me daarna wel wat ingelezen, maar ik heb me vooral ook laten verrassen."

Wat op zich geen probleem was, zeker als het drietal voorbij het Sommegebied was gewandeld. "Vanaf daar was het bijna allemaal nieuw. We beseften op voorhand zelfs nauwelijks dat de Eerste Wereldoorlog ook in Italië had gewoed. Van de Balkan wisten we zelfs helemaal niets. In een klein oorlogsboekenwinkeltje in Italië hebben we pas ons eerste boek gevonden over het Balkanfront. Maar ook in de Balkan zelf is er heel weinig over geweten. We moesten historici van Skopje of Tirana traceren die ons misschien zouden kunnen helpen. Ik vermoed dat de kennis wat verloren gegaan is door de vele oorlogen die ze daar nadien nog gekend hebben."

De Balkan mag dan wel onontgonnen gebied zijn, volgens Cops zullen de meeste kijkers schrikken van wat ze zullen zien. Al bleek het allesbehalve makkelijk om daar te werken, ook al door de taalbarrière. "Bij het Italiaans vang je altijd wel wat woorden op die je begrijpt, maar van Albanees herken je niets. Sloveens is ook moeilijk, maar daar hadden we het voordeel dat de frontlijn zeer duidelijk is: een rivier die naar het zuiden loopt. Maar de combinatie van talen waar we niets van snapten en een gebrekkige kennis - we waren vooral aangewezen op orale geschiedenis - maakte het niet makkelijk. Maar alles is wel anders en bevat een zekere exotiek."

Voor de negen afleveringen van Ten Oorlog zullen Cops en co. uiteindelijk tussen de tachtig en negentig dagen gestapt hebben. "Dat zijn er veel, ja. Mijn vrouw vindt dat ook. Maar we hebben het ook niet in een keer gedaan. We hebben een gezin en Jonas' speelagenda liet dat ook niet toe. Als je twee weken weg bent, ben je wel blij als je terug naar huis mag, al heb je ook altijd zin om opnieuw te vertrekken. Binnen drie weken moeten we nog een laatste keer weg, om het laatste stuk naar Gallipoli te stappen. Ik denk dat we daarna wel in een zwart gat zullen vallen."

Jonas Van Thielen

'Je raakt aan

elkaar gehecht'

Met je broer wekenlang op trektocht gaan, Jonas Van Thielen moest niet lang denken toen hij de vraag kreeg van Arnout Hauben en Mikhael Cops om mee te werken aan Ten oorlog. Al was dat niet in de eerste plaats omdat hij dan voor het eerst zo lang met broer Mikhael - zelfde moeder, andere vader - op pad kon gaan. "Mik is twaalf jaar ouder. Ik ben zelfs nooit uitgeweest met hem." Van Thielen hapte vooral toe omdat hij wist wat De Chinezen in zijn mars had.

"Als mijn broer en Arnout me niet hadden gevraagd, had ik veel langer moeten nadenken om ja te zeggen. Ik weet dat zij iets moois, authentieks en liefdevols kunnen maken. Het is nooit onrespectvol. Ik zou dat ook niet kunnen, het zakelijk maken van iets menselijks. Op dat vlak zaten we alledrie op dezelfde lijn. Zij filmen niet tot de traantjes binnen zijn. Op een bepaald moment waren we alledrie zo ontroerd door een verhaal, maar ik weet zelfs niet of dat fragment in de reeks zit. Daar draait de reeks niet rond."

Als hij toch even moest nadenken of hij wilde meewerken, kwam dat vooral omdat hij ook geluidsman van dienst moest zijn. "Ik heb in twee dagen tijd een spoedcursus klank gekregen. De reis was was een ongelooflijke ervaring, maar als we hiermee klaar zijn zal ik dat bakje nooit meer aanraken. Dat is gewoon een ander vak. Ik heb er geen talent voor."

Van Thielen mag dan al vooral bekend geworden zijn door zijn bizarre interviews met filmsterren voor De laatste show, hij blijft in de eerste plaats acteur. Daarom ook kwam De Chinezen bij hem terecht voor Ten oorlog. Iedere aflevering planten ze te lande herdenkingspaaltjes voor mensen die aan het front gestationeerd werden. Om hen tot leven te brengen, zocht Van Thielen dagboekfragmenten, oorlogsbrieven of foto's en vertelt hij over die mensen. Al bleek dat zeker in het begin niet zo makkelijk. "Hoe moet je die fragmenten brengen? Het eerste las ik nog gewoon, het tweede was al iets meer van mij. Ik voelde dat ik meer dramatiseerde. De eerste waren ook over Vlaamse mannen die gestorven waren. Dat was moeilijk, wetende dat misschien een van de nazaten meekijkt."

Bovendien was het bij de start ook nog aftasten. De drie kenden elkaar wel, met drie op pad gaan is nog iets anders. "De eerste aflevering zijn we nog niet de dikste maten. Maar dat groeit, tot we elkaar halfweg Europa graag zien. Je raakt aan elkaar gehecht. In het begin moest ik ook hard zoeken naar mijn rol. Soms voelde ik me buitengesloten. Ik speelde ook te veel, dat heb je nu eenmaal als je een camera loslaat op een acteur. Daarom stopten ze ook vaak de opnames: er werd over gewaakt dat alles authentiek is."

Van Thielen speelde niet alleen als acteur, hij vond zichzelf ook de grootste speelvogel. "Ik ben de jongste van de drie. Die massagraven maakten wel indruk, maar ik zou oneerlijk zijn als ik nu zou zeggen dat ik meteen besefte welke gruwel die mensen hebben meegemaakt. Ik denk dat ik het grootste 'Long way to Tipperary'-gevoel had en plezier wilde maken."

Ten oorlog, vanaf maandag 8 april om 20.35 uur op Eén