Direct naar artikelinhoud

Tuvalu, het verloren paradijs

De kleine tropische eilandengroep Tuvalu dreigt in de oceaan te verdwijnen door de wereldwijde zeespiegelstijging, vrezen de lokale bewoners. ‘Het alternatief is dat we onszelf in vissen veranderen en onder water verder leven.’ Tekst Natalie Righton, Foto’s Ton Koene

Tuvalu voldoet aan alle clichés van het paradijs. De tientallen eilandjes waaruit het land bestaat hebben hagelwitte stranden en palmbomen rondom. In het hemels turquoise water zwemmen kleurrijke tropische vissen tussen rood koraal. En om het plaatje compleet te maken: de inwoners van Tuvalu hangen het grootste deel van de dag lekker te luieren in hun hangmat. Als ze honger hebben lopen ze met een speer het water in en vangen een vis. En als ze dorst hebben drinken ze opgevangen regenwater uit een ton. Kinderen slingeren voor hun vertier aan een touw dat om een palmboom is geknoopt en springen in zee. En zo kabbelt het leven dag in, dag uit voort op de eilanden van Tuvalu, die geïsoleerd liggen tussen Australië en Hawaii en het thuis zijn van zo’n 11.000 mensen. Maar weinig Tuvaluanen lijken zich bewust te zijn van de problemen die hen boven het hoofd hangen. Hun paradijs is in gevaar, vertelt slechts een enkele kritische eilandbewoner. De ernst van de situatie wordt vooral onderstreept door internationale wetenschappers, de VN en organisaties zoals het Internationale Rode Kruis. Ze waarschuwen voor de zeespiegelstijging in de Stille Oceaan. Daar waar Tuvalu ligt gaat het gemiddeld om 5,7 mm per jaar. Dat is een bedreigend cijfer voor Tuvalu, dat grotendeels slechts 1 of 2 meter boven zeeniveau ligt. Pessimisten vrezen dan ook dat de eilanden over 50 tot 100 jaar bijna helemaal onder het water zullen liggen. “We proberen onszelf voor te houden dat het zover nooit zal komen. Want het alternatief is dat we onszelf in vissen veranderen en onder water verder leven”, zei de vicepremier van Tuvalu Tavau Tei, onlangs tegen journalisten. Terwijl ‘kuststeden’ als Londen, New York en Singapore de komende eeuw naar verwachting miljarden zullen besteden aan het beschermen van hun inwoners tegen het stijgende zeeniveau (19 tot 59 cm in de komende honderd jaar, voorspelt de VN), ontbreekt het de bestuurders van veel kleine eilanden aan geld om dure deltawerken aan te leggen of hun land op te hogen. Niet alleen Tuvalu loopt het risico onder water te verdwijnen. Onder meer Kiribati en Vanuatu in de Stille Oceaan, de Bahama’s in de Caraïben en de Maldiven nabij India worden eveneens door de VN genoemd als ‘kwetsbare eilanden’. “Er is niet veel wat wij Tuvaluanen kunnen doen om ons land te beschermen tegen overstroming”, zegt Mataio Mataio, directeur Milieuzaken van Tuvalu in zijn kantoor op het hoofdeiland Fongafale. Hij wipt zenuwachtig op en neer op zijn bureaustoel. “Behalve aan het ophogen van het land, hebben we gedacht aan nieuw land kopen of een soort betonnen muur om de eilanden heen bouwen, maar ja, waar halen we het geld vandaan om dat te betalen?” Een van Tuvalu’s weinige inkomstenbronnen is de verkoop van de internetextentie .tv, waar televisiebedrijven wereldwijd gebruik van maken. Opbrengst: zo’n 2 miljoen euro per jaar. Verder leeft het land voornamelijk van giften van omringende landen, waaronder een opvallend hoge donatie van zo’n 3 miljoen euro per jaar van Taiwan, omdat Tuvalu Taipei erkent als soevereine staat. De staatsbegroting bedraagt slechts 15 miljoen euro. Wie rondloopt op de eilanden van Tuvalu kan letterlijk zien dat het land, zonder bescherming zoals de Nederlandse deltawerken, gedoemd is te verdwijnen in zee. Het breedste punt van hoofdeiland Fongafale is slechts 200 meter, terwijl het smalste punt zo nauw is dat er maar net twee fietsers tegelijkertijd kunnen passeren. Een bewoner steekt op deze plek voor de grap zijn beide armen uit en raakt bijna de uiteinden van het eiland. Een stevige vloedgolf en het eiland is weer een stukje kleiner.

Gedwongen verhuizing

“De meeste van de 11.000 Tuvaluanen zullen hun kleinkinderen nooit zien opgroeien op de eilanden die zij hun thuis noemen”, zegt Mataio. “We zullen uiteindelijk allemaal gedwongen moeten verhuizen.” Maar de volledige ‘herlokatie’ van de bevolking van Tuvalu stuit op praktische problemen. Volgens de milieuambtenaar is er weliswaar een regeling met de regeringen van Australië en Nieuw-Zeeland dat honderd Tuvaluanen jaarlijks in elk van die landen mogen werken, maar ontbreekt elke toezegging dat ze mogen blijven. Laat staan dat er meer Tuvaluanen mogen komen om zich er permanent te vestigen. De enkele honderden Tuvaluanen die tot nu toe hun heil zochten in Australië en Nieuw-Zeeland, zijn bovendien niet onverdeeld enthousiast. Een van hen schrijft op haar weblog: “Komend uit een land waar in een palmboom kunnen klimmen en vissen de belangrijkste vaardigheden zijn, is het niet makkelijk overleven in de stad.” In afwachting van de onvermijdelijke overstromingen op Tuvalu, leren medewerkers van het Rode Kruis de schoolkinderen alvast wat ze moeten doen als de jaarlijkse vloedgolven hoger worden. Ze krijgen tijdens ‘rampoefeningen’ onder andere les in het bouwen van bruggen, het verzorgen van gewonden en het gebruik van de radio voor noodoproepen. Maar veel helpt het niet, klagen Tuvaluaanse politici op internationale fora over klimaatverandering. “Zogenaamde adaptatietechnieken”, zoals rampenoefeningen en het versterken van de kustlijn, zijn een “kortetermijnoplossing, die slechts het onvermijdelijke uitstellen”, zei voormalig premier Saufatu Sopoanga bijvoorbeeld op zo’n forum. “Het enige dat echt helpt is het stoppen van de zeespiegelstijging.’ En dat kan volgens de ex-staatsman alleen als Westerse landen de uistoot van CO-2-gassen verminderen. Gebeurt dat niet, dan is het lot van Tuvalu bezegeld: het paradijs zal zinken in de Stille Oceaan.