Direct naar artikelinhoud

'Ik wil me niet meer laten uitpersen'

Met The Black Keys vult hij stadions en sluit hij Pukkelpop af. Als producer leidt hij platen van Lana Del Rey en Dr. John in goede banen. En toch heeft Dan Auerbach (36) nog tijd gevonden om te debuteren met The Arcs. Die groep klinkt té goed om als tussendoortje te worden weggezet. BART STEENHAUT

Als je Danx Auerbach kwaad wilt krijgen, moet je hem vragen waarom hij met The Arcs een nieuw hobbyproject opstart. Het is hem namelijk menens met dit bandje. Meer nog: hoewel de eerste plaat pas in de winkel ligt, blijkt de tweede ook al helemaal ingeblikt. En straks komt er nog een Europese tournee aan.

"Ik zie geen enkele reden waarom The Arcs tot een tussendoortje beperkt zou moeten blijven", zegt hij wanneer we elkaar spreken in de trouwkapel van een Amsterdams hotel. "Voortaan speel ik gewoon in twee groepen. Zo simpel is het. Want voor alle duidelijkheid: The Black Keys gaan ook door."

De muzikanten met wie Auerbach de krachten heeft gebundeld, zijn oude bekenden. De voorbije jaren werden ze regelmatig opgetrommeld wanneer hij als producer voor Lana Del Rey, Dr. John en Ray LaMontagne verlegen zat om een keyboardspeler of een bassist. Als er na zo'n sessie nog studiotijd overbleef, namen ze eigen songs op.

Resultaat? "Zeventig afgewerkte nummers, en het enige wat ik ermee deed was ze bewaren op mijn computer. Dat werd wat gênant, want er zat verdomd goed materiaal tussen. Door de band een naam te geven, hadden we plots een platform om die muziek met het publiek te delen. Alleen, uiteindelijk hebben we toch allemaal nieuwe songs gemaakt."

Alles of niets

"We hebben alles samen geschreven en ingespeeld. Daarom voelt het een beetje ongemakkelijk dat ik hier nu in mijn eentje over de plaat zit te praten. Dat klopt eigenlijk niet. Maar de reacties zijn overweldigend. Ik zag net dat we de belangrijkste review gekregen hebben in Rolling Stone. Vier sterren! En in The Independent ook niks dan lof. Dat soort respons kun je vooraf nooit voorspellen. Op zich doet dat er allemaal niet zo toe, maar het is wel fijn als het toch gebeurt.

"Eigenlijk hadden we maar één criterium voor de plaat: onszelf een plezier doen. We hielden geen rekening met radiozenders of mogelijk hitpotentieel. Iedereen in de groep heeft zijn eigen kwaliteiten, en we zouden ook allemaal onze eigen plaatjes kunnen maken."

"Maar samen zijn we sterker dan de som der delen. Zeker nu we al wat meer tijd met elkaar hebben doorgebracht, beginnen The Arcs steeds coherenter te klinken.

"Onze persoonlijkheid schemert intussen veel nadrukkelijker in de muziek door. Vorige week hebben we voor het eerst een kleine try-out gespeeld: zes nummers in een kunstgalerie. Het was er pal op."

Wanneer artiesten uit een succesvolle band een nieuw project opstarten, is de voornaamste drijfveer meestal dezelfde: het verwerven van meer artistieke controle. Bij Dan Auerbach, die bij The Black Keys het leeuwendeel van de songs levert, lijkt evenwel net het omgekeerde waar.

"Het klopt dat ik minder mijn stempel kan drukken bij The Arcs, maar daar is het me nooit om te doen geweest. Ik wil gewoon goeie muziek maken. We zijn met vijf songschrijvers, en iedereen houdt er zijn eigen methodiek op na. Zo ontstaan er andere soorten nummers, en houden we een verrassende, veelzijdige plaat over. Het is heel spannend om onze individuele ervaring tot een gemeenschappelijk geheel te versmelten."

Sla er het cv van Auerbach op na, en je kunt nauwelijks geloven dat hij nog maar 36 is. Acht platen met de Black Keys, een samenwerking met de platenbaas van Roc-A-Fella Records onder de naam BlakRoc, en de soloplaat Keep It Hid. Dan zijn er nog de avonturen als producer, samen goed voor nog eens vijfendertig platen. Als je weet dat hij daarop doorgaans ook nog eens als muzikant én songschrijver van de partij is, vergt het niet veel fantasie om in hem een workaholic te zien. Iets wat Auerbach zelf met klem tegenspreekt.

"Op het gevaar af dat het wat stroperig klinkt, maar mijn enige motivatie is de liefde voor muziek. Waarom zou ik anders al dat werk in platen van anderen steken? Ik kan sowieso niet elk project aannemen dat me wordt aangeboden. Drie, vier projecten per jaar is echt het maximum.

"Bij mij beperkt de samenwerking zich niet tot een single of een losse song. Ik loop niet gewoon snel-snel even binnen om links en rechts wat aanwijzingen te geven. 's Ochtends ben ik als eerste in de studio, en ik ben achteraf de laatste die vertrekt. En zodra alle opnamen achter de rug zijn, mix ik de plaat ook nog zelf. Ik engageer me, kortom, ofwel helemaal, ofwel helemaal niét. Daarom werk ik nooit met popartiesten. Ik voel me stokoud als ik naar de radio luister. Waarom zou iemand in godsnaam al die geprefabriceerde troep willen kopen? Wie zijn die mensen?"

Ik vraag hem of al die namen waarmee hij samen in de studio heeft gezeten ondanks hun onderlinge diversiteit toch iets met elkaar gemeen hebben. Er valt een stilte. Na nog een lange aarzeling komt een antwoord.

"Je zou een playlist kunnen maken met al de artiesten met wie ik ooit heb opgenomen, en dat lijstje zou wérken. Als ik een muzikant hoor die mijn creativiteit aanwakkert, neem ik contact op met de vraag of we samen muziek zouden kunnen maken. Bij Dr. John kwam daar heel wat overredingskracht bij kijken, trouwens. Ik moest naar New Orleans vliegen, en letterlijk aan z'n voordeur aankloppen om te proberen hem te overtuigen. Dat is pas na veel argumenteren gelukt.

"En eerlijk: de eerste dag met hem in de studio hield ik mijn hart vast. Hij was slecht te been en verplaatste zich in een rolstoel. Ik was bang dat hij ons niet zou kunnen volgen. Maar eens we hem achter zijn piano hadden gezet, waren wij het die last hadden om hem bij te houden."

Eigenlijk komt het daar op neer: ongeacht het genre is Auerbach op zoek naar een energie in de muziek. Naar een attitude, ook. Hij benadert muzikanten niet als antiquiteiten, maar behandelt hen als moderne artiesten. Nomad, de plaat die hij heeft opgenomen met Bombino, een Toeareg-gitarist uit Niger, bewijst dat wellicht nog het best. "Elke producer zou zijn songs hebben laten klinken alsof ze in de woestijn onder een palmboom waren opgenomen. Maar Bombino luistert naar Mark Knopfler, en als je met hem naar een bar gaat is hij de eerste die martini's bestelt. Dat moet je dan ook laten horen, vind ik."

'Don't stink onstage'

We praten over The Black Keys, en over de manier waarop Auerbach zal proberen om die band in de toekomst naast The Arcs te laten leven. De oplossing bestaat er volgens de zanger in om niet alleen minder, maar ook doelgerichter op tournee te gaan.

"Vroeger konden we nooit nee zeggen, met als gevolg dat het platenlabel ons naar elke uithoek van de wereld stuurde om er promotie te gaan voeren. Maar we hebben geen zin meer om ons te laten uitpersen. Waarom zouden we nog vier dagen interviews geven in Duitsland? Het is intussen duidelijk dat ze The Black Keys daar helemaal niet lusten. Dan besteed ik mijn tijd liever nuttiger. We zullen onze tournees in de toekomst dus wel wat afslanken: alleen nog spelen op plekken waar ze willen luisteren.

"Als we vandaag met The Black Keys op tournee gaan, hebben we acht platen om op terug te vallen. Dat voelt heel comfortabel aan. Bij The Arcs springen we de diepte in zonder vangnet. Maar ik wil ons geen druk opleggen. We zien wel hoe het loopt. Goed zijn in de studio is iets heel anders dan overtuigen op een podium. Het is alsof je een ander deel van je hersenen gebruikt. You don't wanna stink onstage."

Auerbach weet waarom hij benadrukt geen commerciële verwachtingen te koesteren voor zijn nieuwe band. Bij The Black Keys bestaat die prestatiedruk namelijk wel. Hij reageert in eerste instantie wat kregelig als ik hem die bedenking voorleg.

"Wat ik wilde zeggen, is: mocht The Arcs net zo'n succes worden als The Black Keys, dan zal het een ongelukje zijn. Je moet weten: muziek maken is een zeer egoïstische bezigheid. Ik speel in de eerste plaats voor mezelf. Als ik het cool vind, is het oké. Wat de fans willen of verwachten, doet er eigenlijk niet toe."

Pauze. Dan, op een iets pragmatischere toon: "Tegelijk is dit ook een business. Een plaat opnemen doe je niet zomaar. This shit costs money. De nieuwe nummers hebben we in twee weken ingeblikt. Dat is extreem snel, maar we konden niet anders. Enerzijds denk ik dat geld geen rol zou mogen spelen als het om kunst gaat. Alleen: de muziekbusiness zit in zo'n impasse dat je niet anders kunt dan er rekening mee houden."

"Kijk: ik kom uit de Midwest, heb een blue collar-achtergrond. Bijgevolg hou ik het kostenplaatje nauwgezet in de gaten. Van in het begin al. Daarom heb ik het gevoel dat ik altijd moet werken. Om het succes te kunnen verantwoorden."

Overvolle agenda

Auerbach geeft ruiterlijk toe dat The Arcs niet mogelijk zou zijn zonder de geldmachine die The Black Keys is geworden. "Lijkt me evident. En toch: ik heb nog nooit iets gedaan met het oog op de kassa. Het is niet dat ik veel verdien door met Dr. John een plaat op te nemen. Maar hij is wel een levende legende die mee aan de basis ligt van de hedendaagse Amerikaanse muziek. Je voelt de geschiedenis in alles wat hij doet.

"Weet je wat? Geld zorgt ervoor dat ik productiever word. Daarom vraag ik me af hoe het verder moet met de volgende generaties muzikanten. Ik zie niet in hoe ik vandaag als jonge beginneling nog een band zou kunnen opstarten. Er is geen enkele financiële basis meer."

Onze tijd zit er bijna op. Voor we afscheid nemen, vraag ik hem of hij ondanks zijn overvolle agenda nog aan ontspanning toekomt. Er volgt een glimlach. "Vorig jaar heb ik voor het eerst in mijn leven vakantie genomen. Mijn vriendin had me meegenomen naar Miami. We zaten in een hotel dat uitgaf op het strand, en daar hadden ze van die stoelen waarin je kon liggen. Er waren ook obers die je drankjes brachten. Eerst snapte ik het niet. Het duurde uren voor ik kon relaxen. Pas toen ik mijn hoofdtelefoon opzette om wat muziek te luisteren, lukte het toch.

"Ik ben nooit het type geweest dat lang kan stilzitten. Ik wil in een studio zijn. Muziek maken. Dát is vakantie voor mij. Een week niks doen is te lang. Een weekend, dat gaat nog net. Maar dan wordt het toch weer tijd om tot daden over te gaan. "