Direct naar artikelinhoud

Morrissey: noch vlees noch vis

Dat was het dan, het drukst besproken optreden van de hele festivalzomer. Gewoon het feit dat Morrissey vegetariër is, bleek voer genoeg om een hele controverse op gang te brengen. Nadat de voormalige frontman van The Smiths op de koop toe nog een paar ongelukkige uitspraken over het bloedbad in Noorwegen deed, vonden zelfs de organisatoren van de Lokerse Feesten dat het welletjes was geweest. Donderdag liet Morrissey vooral de muziek spreken, maar een groots optreden werd het niet.

De grapjes over en ten koste van Morrissey waren nauwelijks te tellen. De dag voordien hing er al een bordje op de kleedkamer van de zanger waarbij de eerste letter van zijn naam met de M van hamburgerketen McDonald's stond afgedrukt, en op sociaalnetwerksites als Facebook en Twitter werd massaal opgeroepen om de zanger met vlees en dierlijke vetten te bekogelen. Het gevolg was dat er uit voorzorg niemand nog met eten binnen mocht en voor het concert uiteindelijk twaalf volle vuilbakken met perfect eetbaar voedsel in beslag werden genomen.

Dat Morrissey uit respect voor dieren principieel vegetariër is pleit in zijn voordeel. Maar het is een persoonlijke keuze die je onmogelijk aan je publiek kunt opdringen, en al helemaal niet op een openluchtfestival. De afschuwelijke gruwelbeelden van geëlektrocuteerde koeien die tijdens 'Meat Is Murder' op de videoschermen werden geprojecteerd, waren al bij al een stuk doeltreffender. In het nummer legde hij helder en duidelijk uit wat hem tot een vleesvrij bestaan had bewogen en het werd meteen het meest beklemmende moment van de hele avond. En voor wie het dan nog niet begrepen had trad Morrisseys begeleidingsband op in T-shirts met het opschrift "Fuck Fur".

De zanger zelf is inmiddels al een paar jaar over zijn creatieve piek heen - hij heeft niet eens een platencontract momenteel - maar het optreden zelf begon niettemin verrassend sterk met de The Smiths-classic 'I Want the One I Can't Have'. De man die door zijn fans minzaam Mozzer wordt genoemd was goed bij stem, en achter hem speelde de band een stuk hechter dan tijdens hun vorige passages. Ook 'Everyday Is Like Sunday' en 'There Is a Light That Never Goes Out' -misschien wel het meest fatalistische liefdeslied ooit geschreven - klonken nagenoeg perfect. Maar net als je genoteerd had dat het eindelijk nog eens écht een geweldig Morrissey-concert zou worden, gooide hij het roer om met een reeks middelmatige songs die zo routineus en vlak waren dat je er na verloop van tijd wat kregelig van werd.

Zijn cover van Lou Reeds 'Satellite of Love' deed even ongeïnspireerd als overbodig aan, en zowel 'Alma Matters', 'Speedway' als 'I'm Throwing My Arms Around Paris' - sowieso geen hoogtepunten in het oeuvre - waren saaier dan een avondje in familieverband naar het testbeeld kijken.

Diva

'Scandinavia, het enige nieuwe nummer in de set, wekte niet meteen de indruk dat de volgende cd een meesterwerk wordt. Maar met 'Meat Is Murder' en het wervelende 'Irish Blood, English Heart' leek de groep zich eindelijk weer uit zijn dip te takelen.

Alleen: zo ver kwam het niet, want een kwartier voor tijd liep Morrissey alweer de coulissen in, en een bisronde kon er evenmin af. Het blijft een diva en een tot de verbeelding sprekende figuur. Maar waar hij jarenlang een uniek artiest is geweest, kun je niet anders dan concluderen dat het vet intussen wel van de soep is. Zoals hij het zelf zong: "I know it's over." Morrissey was niet goed. Morrissey was niet slecht. Morrissey was gewoon erg middelmatig. En eigenlijk is dat voor zo'n uitgesproken figuur misschien nog wel het ergst van allemaal.