Direct naar artikelinhoud

België, fiscaal paradijs aan de Noordzee

Twintig van de honderd grootste bedrijven ter wereld maken gebruik van Belgische fiscale regimes om zo weinig mogelijk belastingen te betalen.

België mag dan niet meteen een fiscaal paradijs lijken, toch nemen veel multinationals de Belgische belastingroute om zo weinig mogelijk aan de fiscus te betalen. Dat blijkt uit een onderzoek van de krant De Tijd. Sommige bedrijven, zoals oliegroep BP, wijzigen daarvoor bijna permanent hun vennootschapsstructuren.

Multinationals als Ikea, BP, ExxonMobil, Coca-Cola, Hewlett-Packard en Total hebben één ding gemeen: ze hebben allemaal lokale afdelingen in ons land, enkel en alleen om zo weinig mogelijk belastingen te betalen. Sommige bedrijven hebben hier tien tot twintig miljard euro op hun rekening staan. Mouterij Albert in Puurs, een klein dochterbedrijf van de Nederlandse biergigant Heineken, heeft bijvoorbeeld 4,5 miljard euro in ons land geparkeerd.

Een of twee werknemers

De belangrijkste reden is de notionele intrestaftrek, waardoor vennootschappen een fictieve rente kunnen aftrekken van hun winst. Dit fiscale gunstregime trok heel wat bedrijven aan met veel kapitaal. Volkswagen bouwde in ons land sinds 2006 zijn centrale financieringsvennootschap voor leasingactiviteiten uit. Het Nederlandse Rabobank verhuisde de overnamekas naar België. Zelfs staatsbedrijven, zoals het Noorse Statoil en Statkraft, hebben in ons land vennootschappen met miljarden kapitaal.

ArcelorMittal is de kampioen van de notionele intrestaftrek. De staalgroep had de Belgische vennootschap met het grootste eigen vermogen: 45 miljard euro. Dat is 4,5 keer zo veel als bijvoorbeeld de KBC Groep.

Na ArcelorMittal volgen AB InBev (37,4 miljard), HP (36,7 miljard), BP (26,9 miljard) en France Telecom (21,5 miljard). Behalve HP betaalde geen bedrijf uit de top vijf vennootschapsbelasting in ons land.

Een andere fiscale troef van ons land is een gunstig regime voor holdings en belastingverdragen met Zwitserland en Hongkong. Dat leidt tot opmerkelijke constructies. Grote buitenlandse bedrijven en investeringsfondsen zijn hier vaak niet actief, maar besparen wel honderden miljoenen belasting door hun overnames langs een Belgisch kantoor met een of twee werknemers te laten lopen.

Historische flater

"Wettelijk gezien doen de multinationals niets verkeerd", zegt fiscaal expert Michel Maus. "Ze maken gewoon gebruik van een wettelijk kader dat door de overheid is ge-creëerd. Vanuit moreel oogpunt kun je je er wel vragen bij stellen. De hele heisa in Groot-Brittannië rond multinational Starbucks toonde al dat er aan belastingsontwijking ook een ethisch aspect verbonden is. Neem nu ArcelorMittal: dat heeft zwaar kunnen profiteren van de notionale intrestaftrek en zet nu 1300 man op straat. Daar kun je toch bedenkingen bij plaatsen."

De notionele intrestaftrek is op zich niet slecht, zegt Maus. "Want die moet multinationals hierheen lokken. Het probleem is dat de overheid geen wettelijke voorwaarden verbonden heeft aan de notionele intrestaftrek. De multinationals zijn nu niet verplicht om die belastingvoordelen te compenseren door bijvoorbeeld hier te investeren. Dat is een historische flater geweest. Ze hebben wellicht naïef gedacht dat de bedrijven dat uit zichzelf wel zouden doen. Dat ze bijvoorbeeld veel jobs zouden creëren. Maar vaak werken er in die lokale afdelingen maar tien man en een paardenkop."