Direct naar artikelinhoud

Ook Netflix blijkt niet perfect te zijn

Netflix blaast tegelijk warm en koud met zijn tiendelige reeks over het fenomeen Pablo Escobar. Prima beeldwerk en een onthutsende Wagner Moura maken de true crime vitaal, een lachwekkende voice-over en verbloeming van de werkelijkheid zijn echter fataal.

"Narcos wordt iets wat nog nooit is vertoond," beloofde Netflix. Na de cursus slaaptelevisie van Marco Polo moest er met iets stevigs worden gezwaaid. Het werd het verhaal van Colombia's cocaïnekeizer Pablo I, op wie geweldenaars als Joe Carnahan en Oliver Stone hun tanden hadden stukgebeten. Schrijvers Chris Mercato en Paul Eckstein en Gaumont International Television (Hannibal!) leverden vakmanschap, maar om een Colombiaan klein te krijgen, moesten twee Brazilianen worden ingehuurd: José Padilha, maker van Tropa de Elite 1 en Tropa de Elite 2: O Inimigo Agora é Outro, en zijn muze, acteur Wagner Moura.

Hoewel Padilha slechts een van de tien afleveringen regisseerde, is Narcos zijn kindje. Hij sprak met de Amerikaanse DEA-agenten Steve Murphy en Javier Peña, de Colombiaanse politie, Escobars luitenanten en advocaten, en zelfs met president Carlos Gaviria (voor wie Escobar in 1989 volkomen nodeloos een vliegtuig en 107 mensen opblies). Dit eerste seizoen bestrijkt een slordige twintig jaar: het start abrupt in 1973, wanneer Nixon en de CIA Pinochet in het zadel helpen en Chili de eer van cokenatie bij uitstek aan Colombia moet laten. Het eindigt in 1992, als Escobar doodleuk een door hemzelf gebouwde gevangenis buiten wandelt en Washington besluit de zogenaamde Search Bloc op te richten: een elitekorps van Colombiaanse agenten die met de vader des volks zou afrekenen.

De titel en de focus op Escobars steile klim naar absolute macht lijken deze brok biofictie pal in de 'narcocinema' te situeren, een (hoofdzakelijk Mexicaanse) stroom van hypergewelddadige genrefilms met de narco als held in een orgie van drugs en geweld. Tegelijk roepen de makers The Wire in als model van authenticiteit om complexe sociale geschiedenis te verbeelden.

Wanneer Narcos een gevoel van dwingende echtheid opwekt, is dit echter vooral te danken aan de buitengewone Moura. Zijn verschijning houdt de hyperrealiteit levend, zijn stem schuurt elk oppervlak dat wordt aangeraakt. Compleet fake is echter de in en uit huppende, alleswetende voice-over, niet door Escobar, maar door DEA-agent Murphy. Padilha verdedigde de rampzalige keuze door naar Martin Scorseses Goodfellas te verwijzen. Ray Liotta's gebral als flippende ploert en junk dikt daar echter de weerzinwekkende actie aan. Hier is het personage van Murphy zo vlak dat zijn 'andere' kant van het verhaal geen moment boeit, zelfs irriteert omdat acteur Boyd Holbrook warempel Liotta's honende toon echoot.

The politics of rape

Samen met stuitend blinde vlekken in het relaas vormt die voice-over een Braziliaanse micro-onda, een met benzine in de fik gezette autoband die de reeks 'nekt'. Narcos is beslist geen heiligenleven, maar docurealisme nastreven én de actie suf kletsen kan enkel als je geen blad voor de mond neemt of oogkleppen opzet bij Escobars boeiendste kenmerk: zijn nauwelijks te bevatten perverse wreedheid.

De vent liet honderden politieagenten, ambtenaren, rechters en politici afmaken, en introduceerde in de straten van Medellin de folter- en mutilatiepraktijken waarin de CIA Latijns-Amerikaanse militaire junta's trainde. Gedekt door miljarden cash (waarvan een tiende door ratten werd opgevreten), aanbeden door een totaal verpauperde, ontmenselijkte massa kon de hoeder en broeder van Medellin zich alles veroorloven. Hij bekroop uitsluitend veertienjarige meisjes, trouwde met een vijftienjarige en werd de goede huisvader van twee. Tien jaar voor de Serviërs perfectioneerde hij in Medellins cultuur van krankzinnig moorddadig machismo the politics of rape: de moeders, vrouwen, zusters en dochters van zijn vijanden moesten zonder uitzondering worden verkracht.

Narcos verdooft en versmoort die werkelijkheid. "Plata o plomo", vroeg Escobar elke dwaas die zijn pad kruiste. Zilver of lood. Ping-ping of pang-pang. Voor de slimme, nette jongens van Netflix was de keuze even snel gemaakt.