Direct naar artikelinhoud

'Ik wil Nederland veranderen'

Hij is links, hij is groen, hij is jong, en hij is de JFK van Nederland. Het idealisme erin, het economisme eruit: dat is wat Jesse (Feras) Klaver (29), kersvers partijleider van GroenLinks, van plan is met de politiek. 'Ik ga niet zo'n politicus worden die zichzelf heeft verraden om te kunnen deelnemen aan de macht.'

Hij wil Nederland veranderen. En de wereld ook, als dat even kan. Gretig en gedreven, idealistisch maar niet soft: zo worden ze bijna niet meer gemaakt, mijnheer. Nederland heeft sinds kort wel zo'n zeldzaamheid in de politieke rangen. Jesse Klaver (29) werd in de lente partijleider van GroenLinks (de jongste partijleider ooit in de Nederlandse politieke geschiedenis), en gaat de herfst in met zijn eigen boek. Vanaf volgende week zult u hem her en der zien opduiken om zijn verhaal te doen, maar de Vlaamse primeur is voor De Morgen.

Toen hij nog geen twintig was, zei hij al dat hij "een groot leider" wilde worden. Dat komt door zijn opa. En door JFK. "Mijn opa is een milieu- en vredesactivist. Hij zei altijd: 'Geen stelling nemen is geen optie. Je hebt zelf verantwoordelijkheid voor de wereld zoals hij is. Het volstaat niet om louter toe te kijken.' Dat is waar het begon."

Toen hij een jaar of vijftien, zestien was, zag hij in de kringloopwinkel een boek met op de omslag drie letters: JFK. Het hadden zijn initialen - die van Jesse Feras Klaver - kunnen zijn, maar natuurlijk waren ze van John Fitzgerald Kennedy. "Ik volgde de Nederlandse politiek toen al vrij intensief, en vanaf dan ben ik alles van en over JFK beginnen te lezen. Zijn Portretten van moed bijvoorbeeld, waarin hij zei dat moed de grootste deugd is die een politicus kan hebben. Toen ik dat boek uit had, wist ik het zeker: ik wil de politiek in. Ik wil de wereld veranderen."

Geen stelling nemen is geen optie, zei uw opa, maar bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in Nederland was de opkomst amper 50 procent.

Jesse Klaver: "Het is de taak van politici om mensen ertoe aan te zetten om te stemmen (in Nederland geldt geen opkomstplicht, SMU). Maar dat lukt niet meer, omdat politiek verworden is tot eenheidsworst. Tussen sociaaldemocraten, liberalen of christendemocraten is er nog nauwelijks verschil. Logisch dat de mensen denken dat het geen donder uitmaakt op wie je stemt. Aan dat status quo wil ik iets veranderen."

Waarin wilt u met GroenLinks het verschil maken met andere linkse partijen?

"Eerst en vooral zijn we groen. Duurzaamheid is geen extraatje bij ons; het is de kern van onze partij. Wat ons nog onderscheidt, is de fundamentele systeemkritiek. Na de val van de Berlijnse Muur is iedereen - van links tot rechts - gaan geloven dat er nog maar één ontwikkelingsmodel voor de samenleving was, namelijk de liberale markteconomie.

"Links heeft het een beetje omgebogen naar links, rechts een beetje naar rechts, maar de essentie was voor alle partijen hetzelfde, namelijk een blind geloof in meer privatisering, meer marktwerking, minder overheid, en economische groei ten koste van alles. Daar stappen wij niet meer in mee."

Klaver groeide op bij zijn grootouders, in een sociale huurwoning in Roosendaal. Zijn Nederlands-Indische moeder woonde om de hoek. Zijn Marokkaanse vader heeft hij nooit gekend. Hij volgde vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), en haalde daarna een diploma maatschappelijk werk aan de hogeschool. Door zijn omgeving wordt hij een autodidact genoemd. In zijn studententijd werkte hij hard. Hij deed vrijwilligerswerk, had bijbaantjes in de horeca, en leidde DWARS, de jongerenafdeling van GroenLinks.

Uw achtergrond doet wat denken aan wijlen Steve Stevaert bij ons. Die werd anti-intellectualistisch genoemd. Kunnen we dat van u ook zeggen?

"Oei, dat denk ik niet. Ik heb geen vijf universitaire diploma's, maar mijn visie is wel gebaseerd op ideeën. En in mijn boek komen behoorlijk wat grote denkers aan bod. Misschien moet je me eerder anti-establishment noemen. Ik voel me meer verbonden met de mensen in de samenleving dan met wat nu de gevestigde orde is: de grote bedrijven, de bankiers, de politieke partijen die al jaren aan de macht zijn.

"Maar ik heb niks tegen intellectuelen. Sterker nog, die zouden zich veel meer in het publieke debat moeten mengen. Wat ik daarstraks zei over stelling nemen, geldt ook voor hen. Schrijvers, kunstenaars, wetenschappers: ik zou hun stem graag horen als het gaat over de richting die de samenleving moet inslaan."

De kern van uw visie is 'economisme'. Wat bedoelt u daarmee? Het is geen term van u, voor alle duidelijkheid.

"De term bestaat inderdaad al. (lacht) Jammer, want hij schoot in mijn hoofd toen ik mijn boek aan het schrijven was, en ik dacht echt dat ik een nieuw woord gevonden had. Economisme betekent elk maatschappelijk gegeven terugbrengen tot een financiële en economische kwestie. Er ten onrechte van overtuigd zijn dat marktdenken leidt tot kostenbesparing, en dat economische groei automatisch leidt tot meer welvaart voor iedereen.

"Economisme is de impliciete ideologie geworden van alle partijen. Niet verwonderlijk dus dat liberalen en sociaaldemocraten in Nederland (VVD en PvdA, SMU) samen een regering kunnen vormen: hun uitgangspunten verschillen nauwelijks."

Het economisme regeert, zegt u in uw boek. Alles wordt gereduceerd tot een rekensom. Klopt dat wel? Er zijn nog altijd subsidies voor kunst, elk kind kan naar school, en als je ziek bent, kun je met een uitkering thuisblijven.

"Voor kunst en cultuur wordt steeds meer naar bezoekersaantallen gekeken in plaats van de intrinsieke waarde. Ook in het onderwijs is economisme allesoverheersend. In Nederland hebben we de ambitie gehad om zo hoog mogelijk op de wereldwijde ranglijst van kenniseconomieën terecht te komen. Met als gevolg dat er zo'n grote nadruk is gelegd op rekenen en taal dat kinderen straks hun diploma niet meer kunnen halen als ze onvoldoende halen voor rekenen.

"En weet je waarom we dat doen? Omdat er een verband is aangetoond tussen toetsscores voor rekenen en economische groei. Begrijp me niet verkeerd: rekenen en taal zijn natuurlijk erg belangrijk, maar als je het talent van een kind reduceert tot zijn score op een van die twee gebieden, zit je volgens mij op het verkeerde spoor.

"De afgelopen jaren is ook hard geprobeerd om mensen die van een uitkering leven allerlei tegenprestaties te laten leveren. Dus ja, er is steeds meer economisme. Op alle vlakken geldt de wet van het cijfer. Of je nu leerkracht bent of zorgverlener of zorgbehoevende of cultuurliefhebber of journalist: iedereen herkent dit."

Besturen is boekhouden geworden, zegt u ook. Maar met een slechte boekhouding gaat een land failliet. Kijk naar Griekenland.

"Ik zeg ook niet dat je geen goeie boekhouding moet hebben; ik zeg dat je als politicus meer moet doen dan alleen kijken naar wat de werkelijkheid van de cijfers zegt. Politici staan altijd te juichen als het bruto binnenlands product (bbp) groeit, maar de vraag moet zijn hoé het groeit. In Nederland hebben we jarenlang grote economische groei gehad door het oppompen van gas in Groningen. Iedereen juichte. Maar ondertussen zijn wel duizenden inwoners gedupeerd omdat er door dat oppompen aardbevingen zijn geweest.

"Ander voorbeeld: Nederland heeft hoge exportcijfers in landbouw en veeteelt. In 2013 leefden honderd miljoen dieren in gevangenschap, en werden vijfhonderd miljoen dieren per jaar geslacht. Zijn dat de manieren waarop je de omzet van een land wil vergroten? Dát is het politieke debat dat gevoerd moet worden. En daarin moeten groene en linkse partijen veel meer stelling nemen."

U hebt mee het studievoorschot onderhandeld, wat betekent dat jongeren die na hun studie een baan vinden hun studiegeld stelselmatig terugbetalen aan de overheid. Is dat geen economisme?

"In mijn ogen niet. Studenten krijgen een voorschot van de overheid om te studeren. Dat is heel goed. Maar als je bent afgestudeerd en je verdient goed, vind ik het logisch dat je dat geld gaat terugbetalen als je dat kunt. Op die manier draag je bij aan een systeem waarmee we alle jongeren kunnen laten studeren. Ik vind dat geen economisme. Ik vind dat links. Ik beschouw het als een progressieve belastingpolitiek: als je veel geld verdient, draag je meer bij, als je niet genoeg verdient, hoef je niks bij te dragen."

Een van de dogma's van economisme is dat iedereen erop vooruitgaat als de economie groeit. Dat klopt niet, zegt u.

"Vorig jaar kon ik Thomas Piketty naar de Tweede Kamer halen, en zijn stelling is ondertussen bekend: economische groei zorgt er niet voor dat iedereen er wel bij vaart. De verschillen tussen de rijkste 10 procent en de armste 10 procent worden groter. (Oxfam kwam deze week nog met een rapport dat stelde dat de ongelijkheid in Europa toeneemt, omdat de rijken het meest profiteren van economische groei, terwijl armen het hardst worden getroffen door bezuinigingen, SMU)

"De huidige nivelleringspolitiek bestaat erin een beetje te herverdelen bij de middengroepen. Maar dat is niet de juiste weg. We hebben nauwelijks een belasting op vermogen, terwijl je het net bij de hele rijken moet gaan halen. Dat zijn niet enkel individuen, dat zijn ook vaak bedrijven. Internationale bedrijven die een brievenbus hebben in Nederland, maar hier nauwelijks belastingen betalen, terwijl hun kassa's uitpuilen."

Die bedrijven zorgen wel voor werkgelegenheid.

"Dat wordt overschat. Onderzoek heeft aangetoond dat die zogenaamde brievenbusfirma's 3 à 4 miljard euro bijdragen aan de Nederlandse economie. Het bbp van Nederland bedraagt zo'n 700 miljard; het gaat dus over amper een half procent.

"Ander voorbeeld: terwijl wij enkele jaren geleden Portugal financieel steunden, hadden negentien van de twintig grootste Portugese bedrijven een brievenbus in Nederland zodat ze geen cent belasting betaalden in hun eigen land. Dat is toch waanzinnig? Het is niet de manier waarop ik de economie wil zien draaien. En de politiek moet opnieuw gaan over die manier waarop."

U pleit ervoor dat de overheid weer een stevigere rol krijgt.

"De afgelopen jaren is de overheid neergezet als het grote kwaad. Maar waarom zijn overheden overal in de problemen gekomen? Omdat de banken vielen. De overheid was dus niet het probleem, integendeel, ze is de redding gebleken voor de complete financiële ondergang.

"Bovendien legt de overheid vaak de basis voor innoverende technologieën, zoals internet of de smartphone, omdat ze belastinggeld geïnvesteerd heeft in de ontwikkeling ervan. Dat heeft de Italiaans-Amerikaanse econome Mariana Mazzucato aangetoond. Het negatieve beeld van die logge en geldslorpende overheid moet dus dringend bijgesteld worden."

Thomas Piketty zegt heel duidelijk dat hij gelooft in kapitalisme en in de vrije markt. Is dat bij u ook zo?

(twijfelt even) "Ja. Nogmaals, wat ik wil, is een herstel van een balans, en het doorgeslagen liberale marktdenken doorbreken."

Men gaat u dus nooit kunnen verwijten dat u een communist bent?

"Nee. Ze mogen dat proberen, maar ik ben het niet. Ik geloof niet in dictaturen. Niet van de markt, niet van de overheid. Ik wil dus helemaal niet de boodschap verkondigen dat de overheid alles voor je zal oplossen. Integendeel. Als je iets wilt, moet je er keihard voor werken. Het komt niet vanzelf. Dat is het pleidooi dat ik wil houden."

U bent ervan overtuigd dat er een krachtige grondstroom is die het status quo wil doorbreken en net zoals u weer idealen wil zien in de politiek. U ziet bijvoorbeeld veel mensen zonnepanelen leggen op hun dak. Denkt u dat die mensen dat ook zouden doen als ze er niet financieel beter van zouden worden?

"Mag ik eerst even zeggen wat voor een prachtig woord dat is, 'grondstroom'. Bij ons heet dat 'onderstroom', maar de Vlaamse variant is veel mooier! Maar goed, natuurlijk is het financiële voordeel een belangrijke incentive bij zonnepanelen. Maar ik zie ook veel mensen zich groeperen om via een coöperatie duurzame energie op te wekken, zodat ze niet meer afhankelijk zijn van grote energiereuzen. En dat gebeurt deels ook uit ideologische overtuigingen. Mensen zijn het beu, die dictatuur van de markt. Ik zie dat allang. Er is al jaren van alles aan het broeien op de linkerflank."

Hoe komt het dan dat linkse partijen er al jaren niet meer in slagen om resultaat te boeken bij verkiezingen? Uw eigen partij leidde in 2012 nog een forse verkiezingsnederlaag.

"Dat is de existentiële vraag die ik mij ook stel in mijn boek. Waarom verandert er niets? Deels omdat linkse partijen dus te veel zijn meegegaan in het economisme. En zich niet meer onderscheiden van rechtse of centrumpartijen. De kiezer krijgt al jaren geen alternatief voor de richting die de maatschappij in moet. Ik vind dat nochtans een opdracht van linkse politiek. En daarom doe ik nu een poging om die andere richting wél aan te bieden aan de kiezer."

Misschien onderschat u toch die andere grondstroom. Veel reacties op de vluchtelingen of de Griekse crisis een tijdje geleden doen niet echt een herrijzen van links vermoeden.

"En toch ben ik hoopvol. Een groep vluchtelingen is anoniem, waardoor het makkelijk is om over hen te spreken als profiteurs en gelukzoekers. Maar als de vluchteling een gezicht krijgt, zoals bij de foto van de kleuter Aylan op een Turks strand, dan komt de menselijkheid naar voren.

Het is die goedheid die je als politicus moet durven aan te spreken. Heeft onze premier dat gedaan? Nee. Merkel heeft dat wel gedaan. Dat is ook mijn ambitie. Misschien ben ik naïef. Maar tot nu toe heeft niemand het geprobeerd in Nederland, dus ik heb niets te verliezen."

In Griekenland heeft Tsipras het wel geprobeerd. Maar zijn partij Syriza is uiteengevallen en hij heeft serieuze toegevingen moeten doen. Het boezemt u geen angst in dat een linkse partij geprobeerd heeft om het systeem te veranderen en gigantisch het deksel op de neus heeft gekregen?

"De deal die Syriza met Europa heeft gesloten, vind ik heel erg. Het is een slag die Syriza heeft verloren, maar de strijd in hoe we anders naar de wereld moeten kijken gaat gewoon door. En uiteindelijk gaat het om die strijd, niet om een slag."

De politici van Syriza zijn wel uitgespeeld.

"Akkoord, maar er zullen er nieuwe komen. Ik ben daar dus niet bang voor. Ik heb gezegd: ik wil Nederland veranderen. Ik heb niet gezegd: ik wil de verkiezingen winnen.

"Natuurlijk moet je het tweede doen om het eerste te bewerkstelligen, maar ik ben ervan overtuigd dat we zullen winnen door te blijven staan waarvoor we staan. En als we toch niet winnen, ben ik in elk geval niet mezelf kwijtgeraakt onderweg."

Uw eigen carrière zou u op de achtergrond kunnen zetten voor 'de strijd'?

"Dat is toch waar politiek uiteindelijk over gaat? Over de ideeën die je hebt? Die je kunt doorgeven als jouw eigen rol is uitgespeeld?"

Het klinkt zo idealistisch dat het nauwelijks te geloven is.

"Dat snap ik. En ik ga niet flauw doen: ik weet dat het niet gemakkelijk zal zijn om vol te houden. De politiek daagt je altijd uit om wat van je standpunten af te vijlen, of ze net scherper te stellen dan je wilt. Dat is ook een reden waarom ik dit boek heb geschreven. Ik wil hier op elk moment naar kunnen teruggrijpen. En ik wil op het einde van de rit tevreden kunnen terugblikken. Ik ga niet zo'n politicus worden die zichzelf verraden heeft om te kunnen deelnemen aan de macht.

"Maar natuurlijk doe ik dit ook voor mezelf. In Portretten van moed beschrijft Kennedy acht senatoren, en hij zegt: die mannen waren geen Gandhi's, ze wilden dat de geschiedenis positief over hen zou oordelen, en dat is ook een vorm van ijdelheid. Dat geldt ook voor mij. Ik ben geen Gandhi. Maar ik hoop wel dat mijn kleinkinderen zullen kunnen zeggen dat hun grootvader een man van principes was."

Is de toekomst aan links, denkt u?

"Ik denk dat de toekomst aan menselijkheid is. En ik denk dat we op de drempel van een nieuw tijdperk staan. We staan op het punt om dat doorgeslagen marktdenken vaarwel te zeggen, maar zoiets gaat niet vanzelf. Je hebt er linkse politici voor nodig die daarin het voortouw willen nemen. Nog eens: als je iets wilt, moet je er hard voor werken. 'Onze tijd komt wel', hoor ik politici vaak zeggen. (opgewonden) Nee, het komt niet! Je moet er zelf voor zorgen, verdorie!"

De mythe van het economisme van Jesse Klaver, De Bezige Bij, 176 p., 17,90 euro.