Hoewel ze sinds 2014 niet langer in functie zijn in de Commissie van toenmalige hoofd José Manuel Barroso, krijgen 16 voormalige commissarissen nog steeds minstens 8.333 euro, elk. Vaak is dat meer. Het exacte bedrag van die ‘overgangsvergoeding’ hangt af van het aantal dienstjaren en van het basissalaris dat de politici kregen als commissaris.

Zo kreeg onze landgenoot Karel De Gucht als eurocommissaris voor Handel maandelijks een brutoloon van 20.832 euro. Bij zijn vertrek in november 2014 kreeg hij, net als zijn collega’s, dat maandloon als afscheidspremie. Verhuis- en reiskosten werden toen ook terugbetaald. Daarbovenop kwam dan nog die overgangsvergoeding, die tussen 40 en 65 procent bedraagt van het basissalaris van de commissaris. Voor De Gucht betekent dat een bedrag tussen 299.988 en 487.481 euro.

Die ‘overgangsuitkeringen’ zijn al sinds 1967 opgenomen in de regelgeving van de Europese Commissie. Ze golden aanvankelijk voor 3 jaar. Sinds die jaar is de maximum lengte van die voordelen teruggeschroefd naar twee jaar.

Het idee achter dergelijke betalingen was om belangenvermenging te vermijden en om te vermijden dat de politici meteen zouden trekken naar een goedbetaalde job in de privésector.

Dat ‘ontradend’ effect heeft echter niet gewerkt. Die Zeit pluisde de jobs van de eurocommissarissen uit en vond dat de meeste onder hen bijna meteen aan het werk gingen als lobbyisten, als managers of opnieuw een goedbetaalde politieke functie hebben.

In het geval van Karel De Gucht gaat het om een job in de raad van bestuur van staalbedrijf Arcelor Mittal en bij telecombedrijf Proximus. Voormalig commissaris (voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling) Dacian Ciolos is nu bijvoorbeeld eerste minister van Roemenië. En de Deense Connie Hedegaard (ex-commissaris voor Klimaat) zetelt in de raad van bestuur van energiebedrijf Danfoss.

Het gaat om deze ex-commissarissen:

Joaquín Almunia Amann, Spanje

László Andor, Hongarije

Tonio Borg, Malta

Dacian Ciolo?, Roemenië

Maria Damanaki, Griekenland

Karel De Gucht, België

Jacek Dominik, Polen

Štefan Füle, Tsjechië

Connie Hedegaard, Denemarken

Siim Kallas, Estland

Janusz Lewandowski, Polen

Ferdinando Nelli Feroci, Italië

Andris Piebalgs, Letland

Janez Potocnik, Slovenië

Algirdas Šemeta, Lithouwen

Androulla Vassiliou, Cyprus