Direct naar artikelinhoud

'Na de cursus ga ik me meteen een stuk in mijn kraag zuipen'

Hij was niét in fout toen hij op een tegenligger botste. Guido* zegt het met een nadruk. Een slechte chauffeur is hij nooit geweest. Een drinkende chauffeur wel, die jarenlang meer dan vijftien pintjes per dag dronk. Hij dacht dat hij zijn drankgebruik wel onder controle had. Dat hij nooit een ongeval zou veroorzaken. Nu weet hij beter. Door Ann De Boeck

uido is een van de deelnemers aan het Driver Improvement-programma van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV). "Je wordt wakker met een kater, verfrist je gezicht, en denkt: nu wil ik een frisse pint. Hop, je bent wéér vertrokken", zegt Guido, een vijftiger met een dikke snor en dito bierbuik. Hij raakte betrokken bij een ongeval op amper honderd meter van zijn deur, "aan den Beerschot", op het Kiel. "Ik was vertrokken op amper vierhonderd meter van mijn huis. Natuurlijk had ik mijn wagen moeten achterlaten, maar de drang om hem mee te nemen was te groot. Ik was niet in fout, maar ja... (stilte) Dan gebeurt er iets. De politie komt erbij, en die ruikt meteen dat je gedronken hebt."

Jarenlang dronk Guido meer dan vijftien pinten per dag. "Ik begon de dag met enkele glazen, vijf tijdens de middagpauze en dan 's avonds nog enkele pintjes. Dat was een gewoonte op mijn werk, ik vond dat normaal. Al vroeg ik me soms wel af hoe ik op mijn vorklift was geraakt." Guido vertelt het met een zachte stem, in horten en stoten. "Meer dan eens liep ik tegen de lamp, maar de boetes en rijverboden pakte ik erbij."

Geen wondermiddel

Iemand die dronken in het gat van zijn voorligger parkeert. Een vrachtwagenchauffeur die dagelijks liters bier achterover slaat. Een meisje dat na een avondje stappen in de gracht sukkelt. Een onfortuinlijke Anderlechtsupporter die op honderd meter van zijn deur op een WODCA-controle botst: allemaal reden ze onder invloed, zonder rijbewijs of verzekering, overdreven snel of traag. Of een combinatie daarvan.

Allemaal komen ze, zoals Guido, over de vloer bij Ludo Kluppels, verkeerspsycholoog in het Driver Improvement-programma van het BIVV. In opdracht van het gerecht probeert Ludo dronken verkeersovertreders in twintig uur cursus tot inkeer te brengen. "Sinds 1996 geef ik cursussen aan dronken, agressieve of minderjarige chauffeurs. Het geldt als een alternatieve straf, in plaats van de traditionele gevangenisstraf, intrekking van het rijbewijs of geldboete", verklaart Ludo.

Vier uur lang zal De Morgen de laatste sessie van een groep met tien deelnemers volgen. Afspraak in een rode appartementsblok aan het Antwerpse Bonapartedok, waar het BIVV al enkele jaren zijn intrek heeft genomen. Achter de muren van dit anonieme gebouw worden alcoholovertreders geholpen om opnieuw een leven te leiden zonder alcohol achter het stuur. Wat volgt is een actieve sessie met rasechte Antwerpenaren: mondig en recht voor de raap.

Zigzaggen

"De cirkel is eindelijk doorbroken", bijt Guido de spits af. "Ik ben op brugpensioen. Ik heb mijn wagen aan mijn schoonbroer gegeven, zodat ik niets meer fout kan doen. Mijn kinderen rijden nu naar de winkel voor mij." Voor Ludo hoeft het niet zo radicaal. "Misschien kun je ook minder drinken?", gooit hij voorzichtig in de groep. Guido haalt de schouders op, alsof hij zich lang geleden bij zijn lot had neergelegd. "Ik ben een echte plakker. Zo iemand die met goede voornemens op café gaat. Om 17 uur wil ik thuis zijn, maar om middernacht hang ik nog aan de toog", klinkt het fatalistisch. "Al ben ik thuis wel wat geminderd. Nog een half litertje bij het avondmaal, om te ontstressen."

Elke, de enige vrouw in het tienkoppige gezelschap, knikt meewarig. "Je wil je problemen verdrinken, maar morgen zijn ze er weer. Misschien wel erger", zegt ze tegen Guido. "Maar ik ga met je akkoord dat je geen hele avond cola of water kunt drinken op cafe. Als je begint met een pintje, wil je automatisch ook een tweede. En een derde."

Elke belandde bij de cursus nadat ze in een gracht langs de weg was gesukkeld. "Na een avondje stappen in de discotheek reed ik zigzaggend naar huis. Ik zat alleen in de wagen. Of ik te snel reed of met mijn GSM bezig was, weet ik niet", geeft ze toe. "Dat vind ik eigenlijk het ergste, dat ik me niets meer kan herinneren."

Met haar radde tong pareert Elke, amper twintig, de grappen van haar mannelijke collega's, die flink wat ouder zijn. Ze krijgen op hun beurt een flinke sneer van het meisje met de felrode nagels en dito cardigan. "Als er gelachen wordt tijdens de cursus, zit het goed", vertelt Ludo ons toe na de sessie.

Maar Elke heeft ook een flinke dosis zelfspot. Om de onvermijdelijk ongemakkelijke momenten om te zetten in een zoveelste lachsalvo over domme blondjes, Antwerpenaren of afgestorven hersencellen. Geen ongemakkelijk gefriemel op de stoel: kritiek glijdt van Elke af als water van een eend. "Man toch, je had mijn verklaring moeten lezen die ik achteraf aan de flikken heb gegeven. (rolt met de ogen) Hoe kom ik er in godsnaam op om zulke onzin uit te kramen? Je zuigt vanalles uit je duim, om dan vast te stellen dat je verhaal niet overeenstemt met wat je vijf minuten eerder had verteld." (lacht)

Helemaal anders gaat het eraan toe bij Reinout, hobbykunstenaar en brokkenkampioen. "Ik herinner me mijn eerste ongeval, twintig jaar geleden. Het was zeven uur 's ochtends. Gedronken natuurlijk... (stilte) Ik zag iemand de straat oversteken en dacht bij mezelf: nu moet ik een manoeuvre maken. Ik draaide mijn stuur om en ging overkop. Ik belandde zo ver naast een boom (toont afstand tussen duim en wijsvinger)."

Reinout is niet aan zijn proefstuk toe. Sinds die eerste keer veroorzaakte hij verschillende ongevallen ("niet onder invloed") en liep hij tegen de lamp bij drie WODCA-controles. Tot de politierechter onlangs besliste om Reinout door te verwijzen naar het BIVV. "Ik had 2,01 promille in het bloed en plotseling besloot de bestuurder voor mij om te parkeren. Ik kon net op tijd remmen, maar door het natte wegdek schoof ik er tegenaan. Resultaat: een whiplash voor de bestuurder en een schadeclaim van 12.000 euro voor mij", vertelt Reinout.

Zijn bloeddoorlopen ogen en afgeleefde gezicht verraden de last die Reinout op de schouders draagt. "Al die boetes, rijverboden en accidenten: het begint nu wel 'efkes' door te wegen", vertrouwt hij de groep met zachte stem toe. "Ik betaal nu 900 euro per maand aan een tariferingsbureau, maar ik moet me erbij neerleggen. Ik probeer het allemaal achter mij te laten en me vast te klampen aan deze cursus. Anders word ik depressief."

Over hem zit Manuel, fanatiek Anderlechtsupporter. "Ik ga naar elke thuismatch, met de wagen natuurlijk. Maar je weet hoe dat gaat: iedereen trakteert een rondje en voor je het weet heb je vier, vijf of wel acht pintjes op. Voor de meeste mannen is dat geen probleem, want zij laten hun vrouw rijden. Probleem is dat mijn vrouw gewoon meedrinkt", vertelt Manuel. (algemene hilariteit) Honderd meter, zo ver was hij nog verwijderd van zijn deur, toen hij op een WODCA-controle botste. "Brute pech, want ik moest er niet eens zijn."

"Waarom drink je niet thuis?", vraagt Ludo. "Omdat je na één Duveltje ook een tweede wil. En nog één. Als ik de volgende ochtend moet rijden, zit ik gegarandeerd nog boven de 0,5 promille", pareert Manuel. Ludo doet geen moeite om hem tegen te spreken. "Dat hoor ik wel vaker."

Verplicht nummertje

De discussie dreigt stil te vallen, maar dat is buiten Ludo gerekend. "Wat zijn de voordelen van dronken rijden?", vraagt hij aan de cursisten, die inmiddels aan zijn lippen hangen. Ze twijfelen. Is dit een strikvraag? Na een aantal meewarige blikken, komen ze los. "Je moet geen taxi bellen", zegt Kristof, die al voor de tweede keer deelneemt aan deze cursus. "Je bent ook sneller" en "met een auto raak je altijd thuis". "Aha, een klassieker!", roept Ludo.

Onvermijdelijk komen ook de nadelen ter sprake. Als een schoolmeester schrijft Ludo ze netjes onder elkaar op een schoolbord, naast de voordelen. "Dat is een makkelijke vraag: deze cursus", lacht Elke. "Ik ben mijn rijbewijs zeven maanden kwijt", zegt Henk, een besnorde vrachtwagenchauffeur die dertig jaar geleden naar België uitweek. Kurt, een kalende veertiger met bloedrode huid en afgebrokkelde tanden: "Je voelt je gewoon oppermachtig, er kan je zogezegd niets gebeuren."

"En de vermoeidheid?", wil Ludo weten. "Daar nemen we wel speed voor", lacht Tim. De leerkracht uit het middelbare onderwijs neemt niet actief deel aan de cursus. Hij leunt ostentatief achterover, met aandachtige blik en gekruiste armen, alsof hij Ludo aan een scherpe analyse onderwerpt. "Deze cursus is een verplicht nummertje. Ik had al lang beslist dat ik niet meer ga drinken, en een auto heb ik ook al niet meer", merkt hij fijntjes op. "Tja, ze kunnen je wel duizend boetes opleggen, maar het moet gewoon uit jezelf komen."

Vooral daar schort het bij sommige groepsleden aan. "Drinken en rijden mag niet, maar ik heb nu eenmaal een zwak karakter", zegt Kristof, die voor de tweede keer deelneemt aan de cursus. Of hij misschien zijn vriendin, of een taxi, kan bellen, om hem na een avondje stappen op te halen? Geen haar op zijn hoofd dat er ook maar aan denkt, klinkt het. "Je denkt toch niet dat 'die van ons' drie keer per week gaat opstaan? En voor een taxi moet je geld hebben, maar tegen 's avonds zuip ik dat allemaal op."

Aan het eind van de cursus vraagt Ludo de groepsleden of er iets van de cursus zal bijblijven. "Tegen mij mogen jullie liegen, maar maak jezelf geen blaasjes wijs", klinkt het streng. Mocht iemand zich nog illusies maken, dan veegt Kristof die onmiddelijk van tafel: "Na de cursus ga ik me meteen een stuk in mijn kraag zuipen."

BOB-sleutelhanger

Maar Ludo laat zich niet van de wijs brengen. "In elke groep zijn er wel een paar waarvan je bijna zeker weet dat ze zullen hervallen", zegt hij achteraf. Volgens het BIVV verkleint de cursus de kans op recidive binnen een jaar van 33 naar 25 procent. "Het is géén wondermiddel, dat weet ik ook wel. Maar door middel van discussies, filmpjes en rollenspelen, creëren we een groepsdynamiek waarin iedereen zijn verhaal kan doen", vertelt Ludo. "Het is niét mijn bedoeling om hen met de vinger te wijzen. Dat heeft de rechter al gedaan."

Een eenduidig profiel van de gemiddelde cursist, kan Ludo moeilijk opmaken. "De ene is twintig, de andere vijftig. De ene is leerkracht, de andere werkzoekende of student. De doorsnee Vlaming, zeg maar. Al hebben de meesten wel een vrij actief nachtleven." In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, heeft de meerderheid géén alcoholverslaving. "En dat is het leukste aan deze cursus: mensen beseffen dat ze iets verkeerd hebben gedaan."

Het lijkt waar, want de andere groepsleden zijn nu op zijn minst bewuster over hun rijgedrag. "Ik ben met mijn neus op de feiten gedrukt, en dat is best wel confronterend", zegt Manuel. Kurt, Reinout en Guido durven geen beloftes te maken, maar zijn er vast van overtuigd "dat ze er meer zullen nadenken over hun gedrag." Elke is naar eigen zeggen "bang geworden om iemand anders iets aan te doen", net als Wim: "Ik zou het niet erg vinden als ik mezelf iets aandoe, maar wel als ik dat met iemand anders doe." Maar daarop weet Ludo het geschikte antwoord: "En je vrouw, je kinderen, je ouders: houden zij misschien niet van u?"

"Ik laat jullie justitie-assistenten weten dat jullie de cursus tot een goed einde hebben gebracht", zegt Ludo. Voordat ze gaan, lanceert Ludo nog een onverwacht eindoffensief: een YouTube-filmpje van de Ierse BOB-campagne, waarin een vader met enkele pintjes een kind doodrijdt. Na het filmpje zijn de groepsleden duidelijk aangedaan. "Kippenvel", zegt Manuel, terwijl hij de tranen uit zijn ogen wrijft. "Zoiets vergeef je jezelf nooit."

De grootste verrassing volgt echter op het einde, wanneer Ludo een zakje met BOB-sleutelhangers tevoorschijn haalt voor de deelnemers. "Voor ons? Dat verdienen we toch helemaal niet!", klinkt het. Maar Ludo staat erop: "Zorg ervoor dat jullie hem waardig dragen." Volgens Elke zal dat geen probleem zijn. "Ik ben altijd een rasechte BOB: Ben Altijd Bezopen."