Direct naar artikelinhoud

'Wij Belgen timide? Die tijden zijn voorbij'

'Bruxelles arrive', rapte Roméo Elvis in zijn doorbraakhit. Intussen heeft de Brusselaar zijn eerste bestemming bereikt: Parijs. Hij is overigens niet de enige Belg die hoge ogen gooit in Frankrijk. We trokken in de schaduw van Roméo Elvis, Caballero & JeanJass en Témé Tan naar Rock en Seine.

Achter de coulissen van Rock en Seine hangt een collage van persknipsels, met in het midden een coverbeeld van het toonaangevende Franse cultuurmagazine Télérama. "Roméo Elvis, le rap made in Belgium",kopt het tijdschrift in drukletters. De Brusselse rapper raast als een ontketende Thalys door het Franstalige landschap. In 2016 kondigde hij in zijn doorbraaksingle 'Bruxelles arrive' zijn komst aan, afgelopen zondag speelde hij in Parijs het grootste festival van Frankrijk plat. En de vooruitzichten zijn veelbelovend: in 2018 staat hij in de legendarische Parijse concertzaal Bataclan. Je kunt geen mooiere kers voor zijn indrukwekkende taart bedenken.

Roméo Elvis is de leider van een peloton met Brusselse talenten die aan de rand van een doorbraak staan. In zijn spoor volgen artiesten als Caballero & JeanJass en Témé Tan. Ook zij worden in Frankrijk met een vergrootglas in het oog gehouden. Vijf jaar geleden was het voor Franstalige Belgen nog haast onmogelijk om in het land van het stokbrood door te breken, vandaag zijn ze er de goût du moment.

"Ça bouge à Bruxelles", knikt een persmedewerkster van Rock en Seine wanneer we haar uitleggen dat we willen onderzoeken waarom Roméo Elvis, Caballero & JeanJass en Témé Tan in Frankrijk met open armen worden ontvangen. Dat het grootste festival van het land, Rock en Seine, alle drie de acts uitnodigt, zegt veel over het Franse geloof in de Brusselse talenten.

Die liefde is overigens wederzijds. Het drietal speelt om de haverklap in Frankrijk, maar ze stonden nooit eerder op een evenement met een capaciteit van 110.000 bezoekers. En net wanneer je de show van je leven gaat geven, loopt niets volgens plan. Merde alors!

Kort na aankomst in Parijs rinkelt onze telefoon een eerste keer. "Caballero & JeanJass staan in panne op de autosnelweg. Het is nog niet zeker wanneer ze zullen toekomen", klinkt het aan de andere kant van de lijn. We zouden het Brusselse duo een uur voor de show ontmoeten, maar die afspraak dreigt in de Seine te vallen. Net wanneer we opnieuw poolshoogte willen opnemen, gaat de telefoon over. "Ze zitten in een vervangwagen, maar zullen daar nooit op tijd zijn. Het zou kunnen dat ze met een andere act van podium wisselen."

Het is een geluk bij een ongeluk dat Tanguy Haesevoets, alias Témé Tan, een uur later dan Caballero & JeanJass staat geprogrammeerd. Haesevoets' manager Rutger bevestigt dat de twee van plek zullen wisselen. Wanneer we omstreeks vier uur voor de Scène du Bosquet staan, begroet Témé Tan ons van ver met een opgestoken duim. En toch is hij er niet gerust in. Voor hem staan hongerige fans van het Brusselse rapduo. Ze verwachten hiphop, geen cocktail van afrohouse, funk en elektronica.

"Ik vervang Caballero & JeanJass. Zijn jullie nu kwaad?", vraagt hij aarzelend aan de aanwezigen. Uit het mompelende antwoord valt weinig af te leiden, maar van de honderden nieuwsgierigen druipt niemand af. Integendeel, er verzamelen steeds meer mensen voor het podium. "Het komt los", lacht manager Rutger tevreden. Témé Tan werkt Rock en Seine letterlijk op de heupen, en dat bevalt Parijs wel. Met zijn afsluiter 'Menteur' - een toekomstige single - dient hij de weide het eerste euforieshot van de dag toe.

"Merci!", roept Témé Tan opgelucht wanneer hij onder luid gejuich van de planken verdwijnt. Meteen na zijn laatste noot spurt een horde tieners naar het podium waar Caballero & JeanJass uiteindelijk zullen spelen. "Putain,we staan helemaal achteraan", vloekt een meisje wanneer ze een kwartier voor de show een vol plein aantreft. Drie minuten voor speeltijd zien we backstage een minibus parkeren. Eskondo, de dj van het Brusselse duo, stapt als eerste naar de wagen en spurt naar het podium. Een minuut later aanschouwen Caballero en JeanJass broederlijk de massa.

"Paris, êtes-vous chaud?",roepen ze met een brede grijns. Het is er broeierig heet. Na het tweede nummer moet de organisatie in allerijl drie securitymensen oproepen omdat het publiek zo uitgelaten tekeergaat. Omdat ze vertraging opliepen, krijgt het duo slechts dertig minuten om te tonen dat de Brusselse rapscene springlevend is. En dat doen ze met verve. Ze droppen met 'On est haut', 'Sur mon nom' en 'La base' de ene bom na de andere. Mocht u er nog aan twijfelen: Bruxelles est arrivée.

Poelvoorde en Stromae

In het publiek van Caballero & JeanJass zien we de krullenbol van Témé Tan boven de menigte uitsteken. "Het is uiteindelijk goed gekomen", lacht hij. "Ik was bang dat het bij de hiphopfans in het verkeerde keelgat zou schieten dat ik in de plaats van hun favoriete rappers speelde." Lang kan hij ons niet te woord staan, want de plicht roept. Er zijn verschillende belangrijke Franse media die hem willen spreken. "We zien elkaar straks, goed?"

Ook Caballero & JeanJass en - later dat weekend - Roméo Elvis zouden hun debuut op Rock en Seine vieren met uren vol promo. "We nemen dat er met plezier bij. We zijn vooral blij dat we hier zijn geraakt. Bedankt daarvoor, Témé Tan", glimlacht Artur Caballero vlak na zijn show. "We hebben dit jaar ongeveer zestig shows gespeeld, maar dit was toch wel een héél mooie kans." Hij bekent dat het niet evident is om door te breken in Frankrijk, maar JeanJass en hij zien niet in waarom het hen niet zou lukken. "Er is veel veranderd in vergelijking met zo'n vijf jaar geleden. Het grootste verschil is dat de klassieke media de Brusselse rap nu wél oppikken. Vroeger was er voortdurend kritiek, maar de wind is van richting veranderd."

Waar hebben artiesten als Roméo Elvis, Caballero & JeanJass en Témé Tan die Brusselse wederopstanding aan te danken? Niet alleen in Frankrijk, ook in Vlaanderen komen ze regelmatig bovendrijven. "Er beweegt iets in Brussel, dat kun je moeilijk ontkennen", vertelt JeanJass. "Met dank aan de Rode Duivels, Benoît Poelvoorde en Stromae. Die laatste heeft ons op de wereldkaart gezet. Hij doet zijn eigen ding en staat stevig in zijn schoenen. Net zoals wij. Vroeger durfden Belgen weleens timide te zijn. Die tijd is voorbij. We hebben veel zelfvertrouwen."

Ook het internet en sociale media spelen een grote rol, geven ze toe. "Het is in de rapscene niet ongezien dat er een gat gaapt tussen de artiest en het publiek. Wij kiezen er bewust voor om interactie te hebben met onze fans", legt Caballero uit. "En het internet zorgt ervoor dat er geen grenzen meer zijn. We kunnen in een vingerknip mensen in België, Frankrijk, Zwitserland of Canada bereiken. Dat is een luxe die de vorige generatie niet had."

Ironisch

Wanneer ze over de vorige generatie praten, bedoelen ze onder meer CNN, De Puta Madre en Benny B. Zij hebben in de jaren 90 de rode loper uitgerold waarover deze generatie nu flaneert. "Weet je wat de kracht is van de huidige scene? Als je Hamza, Scylla, Damso, Roméo en ons naast elkaar zet, zie je vijf verschillende rappers. We zijn allemaal Brussels, maar we hebben onze eigen stijl."

Ook Témé Tan zou, ondanks dat hij geen rapper is, perfect in dat gezelschap kunnen aarden. Wanneer we hem 's avonds aanspreken over de Brusselse scene, zegt hij dat er veel is veranderd. "Toen ik met muziek begon, had ik de indruk dat ik in België niet welkom was. In Brussel werd ik uitgesloten omdat ik geen indierock maakte, dus koos ik ervoor om naar het buitenland te gaan. Ken je de Belgische band Alek et les Japonaises? Ze trekken de wereld rond en spelen overal waar ze kunnen. Daar droomde ik ook van."

Het is dus enigszins ironisch dat Témé Tan nu regelmatig complimenten krijgt over zijn 'Brusselse sound'. "Begrijp mij niet verkeerd. Het doet mij veel plezier, hoor. Het gaat er in Brussel niet meer zoals vroeger aan toe. Je merkt nu bijvoorbeeld dat veel Parijzenaren naar Brussel verhuizen, in plaats van omgekeerd."

Surrealisme

Maar waarom houdt Frankrijk plots van de Brusselse beweging? "Ga het hen zelf eens vragen", was de raad van Caballero, dus trokken we zondag naar de verpulverende show van Roméo Elvis. Hij lokte makkelijk zo'n paar duizend mensen, en die waren achteraf allemaal te spreken over het uithangbord van zijn generatie. "Waarom ik vroeger nauwelijks naar Belgische muziek luisterde? Omdat jullie muziek mij nu pas kan bekoren", schatert de twintigjarige Aurélie. Tim, haar vriend, ziet naast de muziek een andere factor die tot een doorbraak leidde. "Ken je dat YouTube-kanaal van Caballero & JeanJass waarop ze met wiet koken? Dat is surrealisme van het hoogste niveau. Dáárom houden wij zo van hen. Die Brusselse mentaliteit, hè. Ik heb de indruk dat Belgische artiesten zichzelf niet te serieus nemen. Wij daarentegen zijn eerder gereserveerd en inspiratieloos."

Ze noemen beiden acteur Benoît Poelvoorde als een van de redenen waarom ze van België houden. "Ik kijk soms uren naar interviews met Poelvoorde, omdat ze tegelijk absurd en hilarisch zijn. Jullie leveren kwalitatieve dingen met een hoek af. Artiesten als Roméo Elvis kijken niet naar hoe het eraan toegaat in het buitenland, ze gaan uit van eigen kracht. Dat maakt hen zo goed."

In Parijs werd bevestigd wat wij al langer wisten: Roméo Elvis, Caballero & JeanJass en Témé Tan zijn uitzonderlijke artiesten die het zomaar ver zouden kunnen schoppen over de landsgrenzen. Of om het met de woorden van de Brusselse rapper Damso, wereldster in Frankrijk, te zeggen: Bruxelles vie!