Het Franse gerecht vraagt zijn overlevering in het kader van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) omdat het Nemmouche wil vervolgen voor het gevangen houden en folteren van vier Franse journalisten in Syrië, in 2013 en 2014. Nemmouche en zijn advocaten verzetten zich tegen een overlevering aan Frankrijk zolang de man niet in België berecht is voor de aanslag op het Joods Museum.

De aanslag op het Joods Museum vond plaats op 24 mei 2014 en eiste vier mensenlevens. Een week na de aanslag, op 30 mei, werd in Marseille een eerste verdachte, Mehdi Nemmouche, opgepakt. Hij was onder meer in het bezit van wapens die sterk leken op de wapens die gebruikt waren bij de aanslag, munitie en een vlag van terreurgroep Islamitische Staat (IS).

Volgens speurders was hij dan ook de man die de dodelijke schoten had afgevuurd. In de loop van het onderzoek werden in Frankrijk nog twee andere verdachten opgepakt, Nacer Bendrer en Mounir Atallah, die allebei aan België werden overgeleverd.

Hof van assisen

Waar Nemmouche maandenlang weigerde elke verklaring af te leggen, heeft hij recent toegegeven dat hij wel betrokken was bij de aanslag, al blijft hij betwisten dat hij de schutter was. Volgens zijn advocaten, meesters Sébastien Courtoy en Henri Laquay, wil de man wel verklaringen afleggen, maar enkel voor een assisenhof. Ze drongen er dan ook op aan dat Nemmouche niet aan Frankrijk zou worden overgeleverd voor hij in België zou berecht zijn en eisen dat hun cliënt door een volksjury zou terechtstaan.