Direct naar artikelinhoud

Van waakhond tot sparringpartner

Hoe moeten journalisten en politici met elkaar omgaan? Als sparringpartners, meent Luc Rademakers, directeur informatie van de VRT. Niets van, luidt de kritiek. 'Journalisten moeten hun eigen rol spelen.'

Rademakers geeft in een opmerkelijk interview in Knack zijn visie op hoe journalisten moeten functioneren. Ze moeten kritisch zijn, vindt hij, maar de kritiek moet de goede zaak dienen. "Journalisten hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid. De vierde macht vertrekt vanuit een missie: dat het op alle vlakken goed gaat met de samenleving."

Maar is dat zo, moeten journalisten en politici er samen voor zorgen dat het hier goed gaat? Hoewel Rik Van Cauwelaert, ex-hoofdredacteur van Knack en nu onder meer columnist bij De Tijd, een groot boksfan is, heeft hij niet meteen zin om te sparren met politici. "Als de pers zich bezighoudt met het correct informeren van wat de politiek doet, dan doen we onze plicht. En dat gebeurt nu onvoldoende. Maar ik ben geen sparringpartner van de politiek, en ik denk ook niet dat ze dat zouden willen."

Ook politici geloven niet meteen dat politici en journalisten samen naar een hoger doel moeten streven. "Elk heeft zijn eigen rol", is Bart Caron (Groen), voorzitter van de commissie Media in het Vlaams Parlement, terughoudend. "Wij zijn gedreven door mensen die voor ons hebben gestemd , journalisten door hun beroepseer. En het is niet omdat je voor een openbare omroep werkt dat dat anders ligt."

Ongezond

"Er moet een spanningsveld zijn," zegt voormalig minister van Media Eric Van Rompuy (CD&V). "Journalisten hebben politici nodig voor informatie, en politici hebben de pers nodig om hun standpunten bij het publiek bekend te maken. Maar als een soort brothers in crime samenwerken is niet goed." Al is de relatie tussen beide beroepen niet in evenwicht, vult hij aan. "De journalist heeft meestal meer macht over politici. Alleen mensen als Bart De Wever of vroeger mijn broer kiezen zelf hun mediaoptredens, en niet de pers."

Net over die tendens zou de VRT zich beter zorgen maken, meent Caron. "Als Bart De Wever De zevende dag of Reyers laat belt, dan gaan ze er bijna altijd op in. Media moeten ook kritisch zijn voor zichzelf over met wie ze rond de tafel zitten. Want dit is pas echt een ongezonde relatie."

Met zijn uitspraken verwijst Rademakers ook naar de constructieve journalistiek die Het journaal al een tijdje voorstaat. Nieuws moet meer zijn dan zomaar informeren, het moet oplossingen aanreiken. Maar ook met die aanpak is niet iedereen het eens. "De eerste taak van een journalist is informeren, niet de wereld verbeteren", zegt Pol Deltour, de nationaal secretaris van de Vlaamse journalistenbond, die in eigen naam spreekt.

"Door mensen goed te informeren en hen aan te zetten tot het nemen van goede en doordachte beslissingen kun je onrechtstreeks bijdragen aan een betere samenleving. Maar het kan niet de bedoeling zijn om rechtstreeks in te grijpen."

Primeurs op bestelling

"De journalistiek is de vierde macht en staat op zichzelf", meent Eric Goens, tv-maker en auteur van kritische politieke interviews in Humo. "Als journalist moet je berichten vanuit een gezond wantrouwen, met kritische zin. Het lijkt me in ieder geval een wat vreemd standpunt om te vertrekken vanuit wat goed is voor de samenleving. Als ik een stuk maak, dan vraag ik me af wat goed is voor de lezer of kijker." Te veel correlatie tussen beiden is nooit goed, meent Goens, want dat leidt te vaak tot hand- en spandiensten. "Aan dat ons-kent-ons-sfeertje en primeurs op bestelling heb ik nooit meegedaan."

Bij de VRT ziet men weinig graten in de uitspraken van de baas. "Weinig mensen maken er zich zorgen over", valt op de redactie te horen. "Er is nauwelijks over gesproken, en Luc heeft echt niet de gewoonte om zich met de politieke verslaggeving te bemoeien."