Direct naar artikelinhoud

Frank Sinatra Sings for Only the Lonely

Frank Sinatra, Capitol Records

Waarom hoor je Frank Sinatra eigenlijk nooit eens op de radio?

Ik wou dat ik het wist. Maar het kan me tegelijk ook niet verschrikkelijk veel schelen, want ik heb zelf mijn eigen radiostation thuis. Daar zijn Sinatra's langspeelplaten Songs for Young Lovers, In the Wee Small Hours en Come Fly with Me al jarenlang erg graag geziene gasten. Ze maken van een wat droevige leefkamer in geen tijd een instant nightclub, een plek waar wanneer de hifi 'high' staat en de lights 'down low' zijn, zelfs een Spa Citron al snel een duivelse cocktail wordt.

We hebben het al eerder gezegd, maar we herhalen het graag nog eens: "It's Sinatra's world ! We just live in it."

Een mens verdient een mondiale bijnaam als 'The Voice' natuurlijk niet vanzelf en het lijkt me nu dus hoog tijd om een nieuwe, overvloedig met muziek grootgebrachte generatie te doen inzien dat de beste zanger van die hele nu wel voorgoed voorbij zijnde twintigste eeuw zonder enige twijfel Francis Albert Sinatra was, afkomstig uit Hoboken, New Jersey.

Hoe de zoektocht naar dit immense talent moet beginnen, weet ik ook niet. Sinatra's geschiedenis is zeven decennia lang en binnen die tijdspanne zijn er ook nog eens talrijke Sinatra's opgestaan, soms zelfs tegelijk: de straathoekzanger, de balzaalzanger, het drankorgel, de jazz-zanger, de popzanger, de smartlappenzanger, de crooner, de acteur, de ladies' man, de lichtjes crimineel.

Zelf heb ik hem pas goed leren kennen in zijn hyperpopulaire periode toen 'Strangers in the Night', 'Something Stupid', 'My Way' en later 'Send in the Clowns' niet uit het dagelijkse leven weg te branden waren en ik moet zeggen dat ik in die rock-'n-rolldagen van mij toch vaak gedacht heb: als variété dan toch moet bestaan, laat het dan alstublieft variété van het niveau van Sinatra zijn. Easy listening, wordt het ook wel eens genoemd. Een verfoeilijke genre-omschrijving die vaak slaat op schmalz en suiker, maar die in zijn geval ook nog wel helemaal klopt: het is niet moeilijk om naar Frank Sinatra te luisteren omdat hij, als een waar genie van stem én microfoon, van tekstbeheersing en musische dynamiek, alles wat moeilijk is simpel doet lijken en alles wat simpel is, schoon.

Welke Sinatra is nu de beste? Ik zeg het u: ik weet het niet. Maar ik kan u misschien een beetje helpen als ik u vertel dat wanneer die vraag aan de man zelf gesteld werd, hij meestal antwoordde dat hij Only the Lonely zijn meest geslaagde werkstuk vond . Een bijzondere keuze, omdat het hier om een uitgesproken zwaarmoedige langspeelplaat gaat die door Sinatra zelf graag omschreven werd als "the suicide album".

Only the Lonely (niet te verwarren met het latere gelijknamige en al even beklijvende nummer van Roy Orbison) is ontegensprekelijk een hoogtepunt uit de lange loopbaan van De Stem. Dat heeft te maken met de grote vorm waarin Frankie en die bewuste stem zich bevonden tijdens het Expo-jaar '58, dat heeft te maken met de voortreffelijke wijze waarop Nelson Riddle zijn orkest dirigeert, en hoe hij meesterlijke arrangementen schreef voor het dozijn superieure songs dat Sammy Cahn, Jimmy Van Heusen, Harold Arlen, Johnny Mercer, Richard Rodgers, Lorenz Hart en nog een handvol andere talentvollen aanleverden.

Only the Lonely is in wezen één vol uur lang in whisky en weemoed gemarineerd liefdesverdriet en zelfbeklag. Maar het is toch vooral een tour de force van een crooner op de top van zijn kunnen. En het gaat hier vooral - de titel liegt er echt niet om - om fundamentele eenzaamheid. Sinatra's songschrijvers hebben dat verschrikkelijkste van alle gevoelens op onnavolgbare wijze in noten en woorden gevangen, maar dat neemt niet weg dat Frank hier uiteindelijk toch meerdere malen bewijst dat het eigenlijk allemaal over the singer gaat en not the song.

Op de achterkant van de hoes van deze geweldige plaat schrijven songsmeden Cahn en Van Heusen onder meer het volgende: 'Loneliness is many things to many people. For the keeper of the lighthouse it is the loneliness that attends endless days and nights of watching the angry seas. For the New York policeman on the dawn patrol it is the measured loneliness of his beat to the accompaniment of the nocturnal noise of the city.' O, wat hou ik van de tijd toen het schrijven van liner notes nog een kleine vorm van letterkunde was! Cahn en Van Heusen zegden er ook nog bij dat ze nooit ofte nimmer een compliment gekregen hebben van Sinatra, wanneer ze hem weer eens zo'n prachtsong cadeau deden. Maar toch: als hun boss tijdens het opnemen van zo'n song al eens een kort knikje in hun richting liet waaien, dan wisten ze met zekerheid: dit is geen stinker!

Stinkers staan er trouwens niet op deze Frank Sinatra Sings for Only the Lonely. Vorm en inhoud vallen hier voortdurend en op voortreffelijke wijze samen. Alleen over de verpakking zou men een beetje kunnen kniezen: de clownskop - inclusief rode neus! - die Nicholas Volpe voor de hoes van deze plaat tekende, doet niet écht recht aan het gestolde melodrama dat zich hier twee kanten lang afspeelt. Er staat geen woord of noot te veel op deze droeve stoet van songs waar behalve de titelsong ook 'Willow Weep for Me', 'Ebb Tide' en 'Blues in the Night' nog ware klassiekers geworden zijn achteraf, en waar alles eindigt met wat misschien wel de definitieve nachtsong van alle tijden en van alle genres geworden is: 'One for My Baby (and One More for the Road').

Tom Waits lijkt hier een pisser bij. Rock-'n-roll iets voor sissies. Electro: om te lachen.

Only the Lonely! Als u 'm niet op vinyl vindt op de zolder van uw ouders, kijk dan uit naar één van de diverse cd-versies die al bij al redelijk klinken als u de volumeknop wat in bedwang houdt en ook de juiste fles bourbon in de buurt heeft staan. Sinatra trekt uw tranen waar u bijstaat, maar hij slaagt daar makkelijk zestig minuten lang in zonder zelfs maar één seconde melig te klinken. En dat komt niet alleen, zoals sommigen denken, door talent en techniek en vakmanschap, maar ook en vooral omdat we hier ons oor mogen lenen aan een artiest die met zijn volste vermogens een voorwerp vervaardigd heeft dat zonder meer tot de canon van onze westerse cultuur zou moeten behoren en daar zonder blozen in de buurt mag staan van Miles Davis' Kind of Blue, om maar één ander meesterwerk te noemen.

De wereld is van Sinatra. En wij mogen er in leven. Zo is het en niet anders. En waarom ze hem nooit op de radio spelen? Omdat hij zo goed is dat hij gevaarlijk is. Vooral voor de anderen die denken dat zij ook zangers zijn.