Direct naar artikelinhoud

Winst ten koste van veiligheid

Dat dodelijke ongevallen bij steenkoolontginning horen, staat buiten kijf. Maar dat uitgerekend China, Rusland en Turkije bij de trieste koplopers horen als het over ongevallen in de mijnbouw gaat, is geen toeval.

Woede. Verdriet. Onmacht. Zelden lagen uiteenlopende emoties in Turkije zo dicht bij elkaar als sinds de mijnramp in Soma. Ook wanneer we Yücel Demiral - professor aan de Dokuz Eylül universiteit in Izmir - contacteren, doet hij amper moeite om zijn boosheid te verbergen. "Het is een schande, zeker omdat het ongeval in Soma niet uit de lucht komt vallen. Het probleem met de steenkoolindustrie in Turkije is makkelijk te benoemen: privatisering. Daar hebben de politici expliciet voor gekozen. Nochtans waren ze gewaarschuwd: elk jaar verschijnt er een rapport waarin het aantal ongevallen in de privémijnen in Turkije vergeleken wordt met dat van de publiek uitgebate mijnen. In de private mijnen liggen die per jaar gemiddeld tien keer hoger. In 2003 was dat zelfs vijftig keer hoger. Om de winst op te drijven, lappen ze elementaire regels aan hun laars. De privéondernemingen maken vier keer zoveel winst. Het is duidelijk waar ze die winstmarges vandaan halen. Met innovatie heeft het niets te maken, want die is er niet. Ze besparen op veiligheid en loonkosten. De arbeiders bij die ondernemingen verdienen maar een vierde van hun collega's bij de overheid."

Het zijn schokkende cijfers. En ze staan niet alleen. Turkije heeft trieste statistieken als het over veiligheid in steenkoolmijnen gaat. Een vorig jaar verschenen rapport over de Turkse steenkoolindustrie meldt dat er tussen 2007 en 2012 meer dan 30.000 ongevallen waren. Na China en Rusland is het daarmee het land met de meeste ongevallen. De oorzaken zijn overal dezelfde: te weinig veiligheidsvoorschriften en te weinig bewustzijn rond de risico's van steenkoolontginning.

Goedkope energie

Al deed vooral China de voorbije tien jaar heel wat inspanningen om het aantal ongevallen terug te dringen. De meeste grote mijnen in de Volksrepubliek hanteren vandaag veiligheidsvoorschriften die niet moeten onderdoen voor die in westerse landen. "In contrast met Turkije", zegt professor Demiral. "De getroffen mijn in Soma behoort dan nog tot een van de betere in de regio. Nochtans zijn er zowel in Turkije als elders in de wereld voorbeelden genoeg van steenkoolmijnen die perfect veilig uitgebaat worden."

Die voorbeelden zijn te vinden in Spanje, Zweden, Canada, Australië en de Verenigde Staten, waar het aantal dodelijke ongevallen door strenge veiligheidsvoorschriften binnen de perken gehouden worden. Toch horen ongevallen onvermijdelijk bij steenkoolontginning, zegt mijnbouwexpert André Vervoort (KU Leuven). "Iedereen kent wel een of meerdere voorbeelden van rampen of ongevallen die zich ooit in mijnen hebben voorgedaan. De berichtgeving over mijnbouw is vaak negatief. Bij ons zijn er in het verleden ook zo'n ongevallen geweest, in Nieuw-Zeeland was recent een soortgelijk voorval."

De kwalijke reputatie van steenkoolontginning heeft niet alleen te maken met spectaculaire verhalen over rampen en dodelijke ongevallen die in media opduiken. Het heeft evengoed te maken met de weinig benijdenswaardige omstandigheden waarin kompels moeten werken. En uiteraard met de kwalijke gevolgen voor het klimaat. Maar ondanks dat alles blijft het een populaire grondstof, zegt Guido Pepermans, energie-econoom aan de KU Leuven. Om één eenvoudige reden: geld. "Steenkool is een relatief goedkope energiebron. Verschillende landen of regio's, zoals Indonesië en Colombia, kunnen het door gunstige geologische omstandigheden en hele lage arbeidskosten vrij goedkoop en makkelijk naar boven halen. De reserves zijn ook heel sterk verspreid wereldwijd. Een kleine honderd landen hebben steenkoolreserves. Als je dat vergelijkt met andere energiebronnen zoals gas en olie: die zijn veel meer geconcentreerd, waardoor ook de macht over de markt meer geconcentreerd is en de prijzen veel meer schommelen. De prijs van steenkool is vrij stabiel en vrij laag."

Schaliegas

Toch staat ook de prijs van steenkool onder druk. In de meeste Europese landen is het al lang niet meer rendabel om steenkool ondergronds te ontginnen. België sloot de laatste steenkoolmijn in 1992, doordat de kostprijs voor de ontginning hoger was dan de prijs van de steenkool die ons aangeboden werd. Vandaag daalt de prijs doordat Australië en de Verenigde Staten aan vrij lage prijzen steenkool exporteren. De VS kan dat doen doordat de ontginning van schaliegas voor een overschot aan steenkool zorgt. Maar sommige Australische producenten ontginnen steenkool met verlies, omdat ze contracten getekend hebben waar ze aan vast zitten, terwijl de kostprijs gestegen is en de marktprijs naar beneden gegaan.

Subsidies

In landen waar steenkoolvoorraden makkelijk toegankelijk zijn en de arbeidskosten laag zijn, blijft steenkool desondanks rendabel. Maar hoe lang nog, dat is de vraag. "In West-Europa worden steenkoolmijnen met subsidies overeind gehouden", zegt Aviel Verbruggen van Universiteit Antwerpen. "Dat is zo in Duitsland en Spanje. Maar in Oost-Europa zijn ze rendabel, zonder overheidshulp en zonder te besparen op veiligheid, zoals in sommige landen. In Polen is steenkool bijvoorbeeld een belangrijke energiebron én een belangrijk exportproduct. Ook Oekraïne heeft veel steenkoolmijnen, vooral in het oosten." In de komende jaren neemt de vraag naar steenkool alleen maar toe, voorspelt het Internationale Energie Agentschap (IEA). Of niet alleen de prijs, maar ook de veiligheid daar zal onder lijden, dat moet nog blijken.