Direct naar artikelinhoud

Meer mollen, minder terreur

De federale politie zet steeds vaker betaalde informanten in om jihadisten op te sporen. Onder meer door deze aanpak werden de jongste twee jaar minstens zes aanslagen verijdeld. Ook gewone moslims die het goed menen, zijn nu veel meer bereid om geradicaliseerde jongeren en potentiële terroristen aan te geven.

Terroristen bij wie het menens is, laten zich niet meer pakken door te communiceren via gsm of internet. Zelfs tools waarmee ze informatie kunnen coderen, lijken ze niet meer te vertrouwen. Net zoals de Italiaanse maffia grijpen ze terug naar ouderwetse methoden om afspraken te maken. Zo worden loopjongens ingeschakeld die briefjes met boodschappen van de ene naar de andere jihadist moeten brengen.

Als ze nog succes willen boeken, zijn dus ook de speurders verplicht om hun opsporingsmethoden aan te passen. Klassieke telefoontaps en het onderscheppen van digitale communicatie leveren niet veel meer op. Daarom investeert de politie nu volop in informanten uit de moslimgemeenschappen over heel het land.

De kandidaat-informanten worden benaderd door runners. Dat zijn politiemensen die zelf goed vertrouwd zijn met de moslimcultuur en de taal spreken. De informanten krijgen de opdracht om in hun eigen kringen op zoek te gaan naar geradicaliseerde geloofsgenoten. Als de informant een zinvolle tip aanbrengt, dan krijgt hij een gepaste vergoeding.

Beproefde methode

Onze politiediensten passen een beproefde methode toe die in Noord-Afrikaanse landen al vaker tot grote successen heeft geleid bij het opsporen van terroristen. Zo werken de Marokkaanse politie- en inlichtingendiensten met een enorm netwerk van informanten dat tot in de kleinste dorpen meerdere medewerkers heeft, waardoor het als terrorist of gewone misdadiger quasi onmogelijk is om onder te duiken en/of op plannen te broeden zonder dat iemand het merkt en dat ook effectief meldt aan de politie.

Speurders ondervinden dat steeds meer moslims in ons land bereid zijn om hun eigen omgeving te scannen op verdachte personen. Er komen dan ook geregeld tips uit fitnessclubs, scholen, verenigingen en theesalons. Ook familieleden en kennissen van verdachten, die zich zorgen maken, en eigenaars van huurwoningen kloppen steeds vaker bij informanten of de politie aan. De politie garandeert absolute anonimiteit en beschermt hun informatie.

In een interview met De Tijd onthulde Eric Jacobs, directeur van de federale gerechtelijke politie in Brussel, dat zijn diensten sinds de aanslagen in Parijs, in november 2014, minstens zes aanslagen verijdeld hebben in ons land. Gespecialiseerde speurders schakelden onder meer een terreurcel in Verviers uit in januari 2015 die 'vergevorderde plannen' had voor aanslagen in ons land. De verdachten die toen in de boeien werden geslagen, zijn intussen ook veroordeeld tot zware celstraffen. Welke de andere aanslagen waren, werd niet bekendgemaakt.

Eerder werden vermoedelijke terroristen opgepakt die in juni wilden toeslaan in een fandorp van de Rode Duivels aan het Rogierplein, maar of ze ook effectief met aanslagen bezig waren, is twijfelachtig. In juli werden dan weer twee broers opgepakt die doelwitten in Wallonië op het oog hadden. "We geven zeker geen details over de andere terreurdaden die verijdeld werden", zegt Guy Theyskens, woordvoerder van de federale politie. "Er moeten nog verdachten voor de rechter verschijnen en we willen die procedures niet hypothekeren door nu commentaar te geven."

Lone wolves

Volgens Jacobs zijn de terreurnetwerken nog niet helemaal verdwenen. De meeste leden van die netwerken waren in hun tienerjaren straatcriminelen die onvoldoende geïntegreerd waren en zich afzetten tegen de maatschappij. Het gedachtegoed van IS trekt hen aan, want de ronselaars drukken hen namelijk op het hart dat ze wél iemand zullen zijn als jihadist worden. Naast die gevaarlijke netwerken, zijn er ook steeds meer 'lone wolves' die zich vooral via haatboodschappen op internet laten opzwepen en dan alleen toeslaan in hun directe omgeving.

Nog volgens Jacobs krijgen zijn speurders dagelijks niet minder dan 600 tips en informatieberichten binnen over potentiële terroristen. Als die ruwe informatie wordt gecheckt, dan blijven er hooguit vijf relevante sporen over. De rechercheurs kunnen zich echter niet permitteren om informatie te laten liggen. De helft van de manschappen van de gerechtelijke politie in Brussel is exclusief met terreurdossiers bezig.