Direct naar artikelinhoud

Censuur doet aantal websites in China dalen met 41 procent

In een jaar tijd is het aantal websites in China met meer dan 40 procent gedaald. Die dramatische daling is te wijten aan de steeds grotere overheidscontrole over het internet.

Het aantal geregistreerde websites in China is in 2010 met 41 procent gedaald tegenover het jaar 2009. Dat blijkt uit een rapport van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen (CASS). Eind 2010 bedroeg het aantal geregistreerde websites in China nog slechts 1,91 miljoen. Het aantal pagina's per website is volgens het onderzoek wel toegenomen. Dat steeg met 60 miljard of 78,6 procent.

"Dat betekent dat de inhoud uitgebreider wordt, en het toezicht en de regels tegelijkertijd ook strenger worden", reageert onderzoeker Liu Ruisheng van het door de staat geleide onderzoeksinstituut CASS. De strengere censuur is inderdaad de hoofdoorzaak van de sterke daling in websites.

China telt met 457 miljoen surfers het grootste aantal internetgebruikers ter wereld. Mede daardoor is het Chinees de op een na meest gebruikte taal op het internet geworden, na het Engels. Internet werd zo een forum om meningen te uiten op een manier die ongezien is in de andere, officiële media. Toch is de Volksrepubliek een van landen die het internet het meest censureren ter wereld. De beruchte 'Great Firewall of China' blokkeert alle inhoud die als onaanvaardbaar gezien wordt.

Onder andere websites geleid door verbannen politieke dissidenten, websites van mensenrechtengroepen, pornografische websites en sociale media worden geblokkeerd. Zo zijn de internetpagina's van Amnesty International, Human Rights Watch en Reporters Without Borders niet toegankelijk in China.

Op Facebook, Twitter, Blogspot en YouTube mogen de Chinezen ook niet surfen. Ze kunnen wel terecht bij de Chinese varianten van die diensten, maar die zijn allemaal gecensureerd. De voorbije maand blokkeerde de regering bijvoorbeeld alle posts van voormalig president Jiang Zemin op de Chinese variant van Twitter, genaamd Weibo. Zemin zou zeer ziek zijn en de regering beschouwt zijn gezondheid als een staatsgeheim, aangezien die de stabiliteit in de regerende communistische partij in gevaar zou kunnen brengen.

De zoekrobot Google en de internetencyclopedie Wikipedia zijn in China wel toegankelijk maar daar zijn de zoekresultaten onderhevig aan censuur. Zo kunnen Chinezen op Wikipedia de pagina's over de dalai lama, de Tiananmenprotesten en de verboden beweging Falun Gong niet raadplegen. Ook Wikipedia's lijst met de geblokkeerde websites in China is in het land niet zichtbaar.

Jasmijn

Begin dit jaar blokkeerde de Chinese webpolitie ook berichten over de Arabische lente en oproepen die gelijkaardige opstanden in China aanmoedigden. Zo maakte de regering het onder meer onmogelijk het woord 'jasmijn' op internet te zoeken. De politieke leiding van het land vreesde namelijk dat de volksopstanden in de Arabische wereld de eigen bevolking zouden inspireren.

De Chinese autoriteiten krijgen regelmatig kritiek op hun internetbeleid. Desondanks beweert onderzoeker Liu Ruisheng dat er in China "online een erg hoge graad van vrije meningsuiting" bestaat en dat slechts in uitzonderlijke gevallen websites gesloten worden om de vrijheid van meningsuiting in te perken. Volgens hem waren de beperkende maatregelen voornamelijk bedoeld om de verspreiding van porno tegen te gaan. In 2009 werden inderdaad duizenden sites gesloten omdat ze pornografische inhoud bevatten. Critici spreken Ruisheng echter tegen. Zij stellen dat ook andere soorten websites gesloten werden.