Direct naar artikelinhoud

Waarom basisinkomen (niet) werkt

Het voorstel van econoom Peter De Keyzer voor een gegarandeerd basisinkomen kan werken. Een Canadees experiment toont aan dat het een hogere levenskwaliteit betekent en meer mensen aan het werk zet. Al is het ene voorstel voor een basisinkomen vooralsnog het andere niet.

Toen Roland Duchâtelet vijftien jaar geleden het voorstel voor een basisinkomen voor iedereen lanceerde, oogstte hij in de eerste plaats veel spot. Anno 2013 lijken de geesten een stuk rijper. Zo zag Nederland onlangs de geboorte van BIP (Basis Inkomen Partij), komt er in Zwitserland een referendum over een basisinkomen van 2.030 euro voor iedereen en lanceerde de Duitse ondernemer Götz Werner het idee voor een basisinkomen van 1.000 euro in zijn thuisland. En hij kreeg daarbij navolging van uitgerekend de socialistische partij Die Linke.

Eerder dit jaar begon ook een Europees burgerinitiatief dat de Europese Commissie wil laten nadenken over het invoeren van een onvoorwaardelijk basisinkomen. "Het idee wint terrein door de crisis", zegt econoom en filosoof Philippe Van Parijs (UCL en Harvard). "In Europa leeft het meer dan ooit."

Meer aan het werk

Het systeem heeft ook onmiskenbare voordelen, bewijst een experiment in Canada. In 1974 kregen alle inwoners van Winnipeg en Dauphin een basisinkomen dat net boven de armoedegrens lag. Het project duurde vier jaar en had enkele erg positieve effecten, zegt Evelyn Forget, professor gezondheidswetenschappen aan de Universiteit van Manitoba. "De levenskwaliteit in de twee steden nam toe. Het aantal ziekenhuisbezoeken daalde met 8,5 procent, het aantal consultaties bij de huisarts verminderde significant en ook het aantal gevallen van familiaal geweld en mentale klachten ging naar beneden."

Een zo mogelijk nog opmerkelijkere vaststelling was dat mensen meer gingen werken. "Alleen moeders met baby's en tieners gingen substantieel minder werken. Het enige probleem is dat het systeem politiek een enorme ommekeer vraagt. Dat bleek ook hier: middenin het project kwam er een andere regering op federaal en provinciaal niveau en werd het project stopgezet."

Prijskaartje

Voordelen zijn er dus, maar hoe betaalbaar is zo'n systeem? Het project in Canada kost 17 miljoen dollar, verdeeld over twee steden en over vier jaar. "Maar zaten ook nog veel kosten bij voor het opzetten van het experiment zelf", zegt Evelyn Forget. "Het systeem was zeker betaalbaar. Zeker als je ook de maatschappelijke kost van ziekenhuisopnames en doktersbezoeken en levenskwaliteit in rekening brengt. Zoals ik al zei: het is vooral een politieke keuze."

Daar knelt precies het schoentje: het ene voorstel voor een basisinkomen is het andere niet. Wat Peter De Keyzer, hoofdeconoom van PNB Fortis Paribas, gisteren voorstelde, is uitgesproken liberaal. "Het basisinkomen vervangt andere uitkeringen, zoals die voor invaliditeit, ziekte, pensioen en het bestaansminimum. Zo activeer je mensen die nu nog inactief zijn én krijg je een belangrijke administratieve vereenvoudiging. Bovendien krijgen ook loontrekkenden het, wat werkgevers toelaat minder loon te betalen", zegt De Keyzer. Hij stelt voor om het basisinkomen mee te financieren met een vlaktaks op arbeid en kapitaal.

"Het basisinkomen komt in alle soorten en maten", zegt Wouter Van Besien (Groen). "De variant van Peter De Keyzer is een recept naar meer ongelijkheid en armoede. Onaanvaardbaar." Bruno Tobback (sp.a) noemde het voorstel van De Keyzer "een boeiende academische denkoefening."