Direct naar artikelinhoud

Blokken én werken werpt vruchten af

De overheid zegt ja aan de studentenjob, door toe te laten vanaf volgend jaar 475 uur bij te klussen. Een aantal docenten vindt dat geen goed plan. Maar moet je dan alleen de 'slimmeriken' laten werken?

Net zoals een leraar in de eerste plaats les moet geven en een bakker brood moet bakken, moet een student in de eerste plaats studeren. Dat vindt Yves Stevens, hoofddocent aan het Leuvense Instituut voor Sociaal Recht. "De bedenkers van allerhande versoepelingssystemen voor studentenarbeid lijken dat te vergeten", zo leest zijn opiniestuk in De Standaard.

Hij verwijst daarin naar de recente beslissing die studenten toelaat om vanaf volgend jaar 475 uur bij te klussen in plaats van 50 dagen. Die beslissing valt hem zwaar. Vooral omdat die voorbij lijkt te gaan aan het feit dat "studentenjobs in sommige gevallen tot een verlenging van de studieduur kunnen leiden". Zijn voorstel: laat alleen studenten die voldoende sterk zijn nog werken. De overheid zou volgens hem, samen met het onderwijsveld, moeten uitzoeken welke studieresultaten in welke richting moeten bepalen of een student er nog een baantje kan bijnemen.

Ja, dat is betuttelend, geeft hij aan de telefoon toe. En ja, er zullen studenten uit de boot vallen. "Maar ik stel vast dat het studeren nu lijdt onder het werken."

An Adriaens, zorg- en leercoach aan de Arteveldehogeschool in Gent, deelt die bezorgdheid. "Ik zie hoe steeds meer jongeren met een job op de sukkel zijn. Ze geraken niet in de klas, omdat ze te laat of te veel werken. Vaak hoor ik dat ze hun werkgevers niet durven teleurstellen, omdat er geld mee gemoeid is." Wat ook meespeelt, is dat studenten de lat minder hoog leggen. "Het hogeronderwijssysteem laat individuele trajecten toe, waardoor iemand in een derde jaar kan zitten met nog vakken in het eerste en tweede. De helft van de studenten journalistiek die ik begeleid, heeft zo'n eigen traject. Dat maakt dat ze het steeds moeilijker hebben om alle lessen te volgen."

Alleen de 'slimmeriken' laten bijklussen, vindt Adriaens evenwel geen goed idee. Volgens haar zijn veel studenten veel armer dan we denken. Al nuanceert ze ook. "Studenten lijken minder goed met weinig geld om te kunnen. Ik hoor hoe jongeren nu wekelijks gin-tonics drinken en op restaurant gaan. Vroeger namen wij genoegen met een pintje en een zelf gesmeerde boterham."

Poetshulp

'Stop studentenarbeid', is de titel van het opiniestuk van Stevens. "Lees eerst de relevante wetenschappelijke literatuur", reageert professor arbeidseconomie Stijn Baert. Die literatuur maakt volgens hem duidelijk dat de slaagkansen van werkende studenten pas slinken als ze meer dan 15 uur per week werken, wat toch niet zo weinig is. Er zijn ook studies die stellen dat wie onder die grens blijft het zelfs beter doet op academisch vlak.

De wetenschap haalt volgens Baert nog een ander argument van Stevens onderuit. Die twijfelt namelijk aan de competenties die pakweg een student rechten opdoet als poetshulp. "Je verwerft wel degelijk kennis als je een job uitoefent die complementair is met je studies. Iemand die sales studeert en in een winkel staat, kan daar echt baat bij hebben." Is er geen overlap, dan zijn er ook geen nadelen. "Je leert afspraken maken, met collega's communiceren, je netwerk uitbouwen."

Baert deed vorig jaar onderzoek naar de impact van het hebben van een studentenbaan bij het solliciteren. Bleek dat de vermelding daarvan op een cv niet maakt dat iemand sneller voor een gesprek wordt uitgenodigd. De arbeidseconoom zegt desalniettemin jongeren zeker geen job af te raden. "Uit andere onderzoeken blijkt dat in de latere stappen van een sollicitatieproces, bij een gesprek of een test, jobervaring wel van pas kan komen."

Ook Adriaens zou het goed vinden als haar kinderen leren en werken combineren. Al zullen er wel een aantal voorwaarden zijn: werken tijdens de vakanties mag alleen zonder dat de tweede zit in het gedrang komt en werken tijdens het schooljaar mag enkel tijdens weekends. "Je studie is al een fulltimebaan. De beste kans op slagen heb je als je vijf dagen per week telkens acht uur met school bezig bent." Bij voorkeur heb je trouwens ook geen baan in het eerste jaar hoger onderwijs. "De meesten hebben dan nog geen zicht op wat hen precies te wachten staat."