Direct naar artikelinhoud

deSingel heeft vitrine voor boekenschat van 600.000 volumes

Het heeft enkele jaren geduurd maar eindelijk is de Leeszaal Kunstcampus van deSingel in Antwerpen een feit: een heldere, strak vormgegeven ruimte in de door Stéphane Beel ontworpen uitbreiding van het kunst-centrum en conservatorium. Maar, het gaat niet om 'zomaar' een leeszaal.

In oktober 2010 opende Kunstcampus deSingel zijn opvallende uitbreiding. De 'horizontale toren' van Stéphane Beel, die het internationaal kunstcentrum deSingel deelt met het Vlaams Architectuurinstituut (kantoren en expositieruimte) en de Artesis-Plantin Hogeschool, zeg maar de muziek-, theater-, dans- en woordopleidingen van het Koninklijk Conservatorium.

Een unieke combinatie dus: kunst wordt er aangeleerd, gemaakt en getoond, door studenten en (inter)nationaal gerenommeerde artiesten, die ook 'in residence' werken. In dat enorme complex bleef één ruimte onafgewerkt: de leeszaal. De voltooiing ervan heeft uiteindelijk bijna drie jaar geduurd.

"Daar zijn verschillende redenen voor", zegt Jerry Aerts, directeur van deSingel. "Er waren vochtproblemen in de vloer, die we maar niet opgelost kregen. Dat is inmiddels achter de rug. En we wilden een leeszaal, waarin de drie actoren op de Kunstcampus goed zouden kunnen samenwerken. Dat heeft overleg gevraagd - we moeten elkaars gevoeligheden en verzuchtingen leren kennen -, maar ook dat is nu rond."

De leeszaal is dus niet zomaar een leeszaal. Uiteraard staan er computers en essentiële naslagwerken over muziek, theater, dans en architectuur, die geraadpleegd maar niet uitgeleend mogen worden. De leeszaal blijft ook open tot acht uur 's avonds, zodat de bezoekers van de voorstellingen van deSingel er rustig kunnen zitten lezen en zich voorbereiden op het concert of theaterstuk. "Naast het Grand Café is zo'n stille ruimte erg nuttig", aldus Jerry Aerts.

Unieke collectie

De leeszaal en bibliotheek staan open voor studenten en zogeheten externen. "En op dit moment is die laatste groep groter", zegt Jan Dewilde, bibliothecaris van het Koninklijk Muziekconservato-rium.

Weinig mensen kunnen vermoeden dat in de 'zwevende' toren boven de theater- en concertzaal een boekenschat van zo'n 600.000 volumes schuilgaat: daaruit kunnen wel boeken, partituren en cd's geleend worden. Recent hebben de Antwerpse openbare bibliotheken een schenking van zo'n tienduizend partituren gedaan. In die schatkamer bevinden zich ook werken die opgenomen zijn in de topstukkenlijst van de Vlaamse gemeenschap. "We bezitten geannoteerde partituren en correspondentie van gerenommeerde componisten, Nederlandse toneeldrukken uit de 17de en 18de eeuw en een unieke collectie Franse operalibretto's en partituren uit het Théâtre de Metz. Toen de directeur van Metz ontslagen werd, bracht hij heel zijn collectie mee naar Antwerpen. Die kwam eerst terecht in de Bourlaschouw-burg, die toen nog het Théatre Français was", zegt Jan Dewilde.

"De reden waarom onze bibliotheek zo uitgebreid is - in tegenstelling tot de conservatoria van Londen, Amsterdam of Parijs - is dat de Koninklijke Bibliotheek in Brussel nooit een actieve muziekpolitiek heeft gevoerd. Daardoor bezitten de conservatoria in Antwerpen, Gent en Brussel geen schoolbibliotheken maar echte schatkamers."