Direct naar artikelinhoud

De trots is terug

Rusland is vaak synoniem aan negativisme. Post-Sovjetkilheid, vergane glorie en corrupte politici. Tot nu. Eindelijk voelen de Russen weer fierheid als het over hun land gaat. Er is veel fout gelopen en Poetin is nog steeds geen lieverdje, maar toch overheerst het optimisme. 'Dit is zo fijn!'

De straten zijn afgezet, het wemelt van de politieagenten en voor de veiligheid zijn zelfs alle putdeksels in het centrum van de stad dichtgeplakt. Toch zit de sfeer er goed in. "Jazeker, dames en heren, lieve vrienden - daar komt het olympisch vuur! Wat een eer en wat een feest! Applaus! Laat je horen voor Sotsji, laat het horen voor Rusland! Hoera!" Vanaf de praalwagens van de sponsors zwepen spreekstalmeesters de menigte op.

Het applaus galmt door de straten. "Rusland! Rusland! Rusland!" Kinderen laten trots de colablikjes zien die ze van de karavaan hebben wet te bemachtigen. "Dit bewaar ik voor altijd", zegt een klein jongetje tegen zijn vader. Dan springt hij op zijn fiets, achter de praalwagens aan.

Na zeven jaar aan voorbereidingen komt het olympisch vuur eindelijk aan in Sotsji. De vaderlandse liefde laait op. Tot een paar jaar geleden wilde bijna niemand gezien worden met een Russische vlag. Dat was iets voor nationalisten, of simpelweg uit den boze. Nu staan er honderden, duizenden Russen langs de kant van de weg.

Jekaterina Gorochova, een accountmanager uit Moskou, is bijna tot tranen geroerd. "Dit is echt geweldig, wat een ontvangst. Ik heb in de stad Rostov ook even met de fakkel mogen rennen, ik werk voor een bedrijf dat diensten levert aan de Spelen. Ik kan je het gevoel bijna niet uitleggen, het is gewoon heel erg gaaf." Net als de meeste Russen is ze vooral trots. "Dit is gewoon goed, het voelt goed. Voor heel Rusland. Eindelijk eens iets positiefs, een evenement vol energie en adrenaline. Dit is echt prachtig."

Na het uiteenvallen van het lappendeken dat de Sovjet-Unie was, bleef Rusland alleen achter. Oekraïne, Letland of zelfs Tadzjikistan, ze hebben allemaal een eigen bewustzijn, een eigen taal en een volkslied. Rusland bleef alleen achter, worstelend met een gebroken identiteit. Ooit was Rusland een wereldrijk en boezemde de Sovjet-Unie angst en ontzag af, ruim twintig jaar geleden kwam daar een abrupt einde aan. Wat volgde was de schaamte, een lallende Boris Jeltsin, lange rijen bij de supermarkten en een waardeloze roebel.

'Wij winnen goud'

Nergens is dat dubbele gevoel zo goed zichtbaar als bij sportieve evenementen. De bombastische muziek van het Sovjetvolkslied is hetzelfde gebleven, alleen de tekst is aangepast. Bijna niemand kan meezingen, sporters mompelen wat of zingen bij gebrek aan beter uit volle borst de oude Sovjethymne.

Maar de trots is terug. In het centrum van Sotsji staan er rijen voor de peperdure Bosco-winkel waar aan woekerprijzen olympische outfits worden verkocht. Het heeft miljarden gekost, en er is veel geld achterovergedrukt, maar voor veel Russen is het gevoel dat de Olympische Winterspelen in Rusland worden georganiseerd onbetaalbaar.

"Wij zijn voor Jevgeni Ploesjenko", joelen de jonge meisjes in de trein die de hele dag heen en weer pendelt tussen Sotsji en het olympisch park. Het zijn vrijwilligers, sommigen komen uit Sotsji, anderen van verschillende universiteiten in Siberië. Op hun iPhones volgens ze live hoe kunstrijder Ploesjenko sierlijk over het ijs beweegt. De mannen maken zich op voor ijshockey, de populairste sport in het land. "We zijn een beetje bang voor het Canadese team, maar we gaan er gewoon van uit dat we goud winnen."

Dan slaat de verwarring toe. "We mogen eigenlijk niet met journalisten praten", zegt een van de meisjes plots. "Het enige wat we mogen zeggen is dat alles heel mooi, heel leuk en heel goed georganiseerd is." Toch hebben de jonge vrijwilligers het goed naar hun zin. "Om eerlijk te zijn, het is ook gewoon leuk en mooi. Het is gewoon niet heel goed georganiseerd", legt een van de meisjes uit. "En het is jammer dat we niet zelf mogen kiezen welke wedstrijden we mogen zien, anders waren we zeker naar Ploesjenko wezen kijken."