Direct naar artikelinhoud

Seksuele behoeftes rusthuisbewoners zijn nog altijd een taboe

Brussel l Medewerkers in rust- en verzorgingstehuizen worden vaker geconfronteerd met vragen over seksualiteit van de bewoners dan vroeger, maar weten er vaak niet goed raad mee. Rond seksuele behoeftes van bejaarden heersen nog veel taboes, zo blijkt uit een thesis aan de VUB.

Het kleinschalige onderzoek aan de faculteit psychologie en educatiewetenschappen kwam er op vraag van Sensoa. Eva Bossuyt, laatstejaars, sprak met tien personeelsleden uit vijf rusthuizen over de seksuele behoeftes bij de bewoners.

"De rusthuisbewoners van zijn minder preuts dan vroeger", zegt Bossuyt. "Ze stellen ook meer vragen over seksualiteit, maar het personeel is daar niet altijd klaar voor." Veelal gaan ze ervan uit dat bejaarden geen seksuele behoeftes meer hebben. "Het idee dat in de slaapkamer van ouderen niets meer gebeurt, klopt niet."

Eenmaal erover bevraagd meldt het personeel immers dat rusthuisbewoners nog masturberen, nog nieuwe relaties aanknopen en zelfs nog huwen. "Het personeel staat wel open voor vragen, alleen weten ze niet direct hoe ze het moeten aanpakken."

Een van de problemen is dat het personeel een definitie hanteert van seksualiteit die veelal beperkt wordt tot geslachtsgemeenschap. Bossuyt: "Die seksuele mogelijkheden nemen af met de ouderdom, maar bewoners hebben nog behoefte aan knuffelen, strelen of samen slapen."

Bovendien gaan rusthuizen er nog te vaak van uit dat hun bewoners al hun capaciteiten verliezen. Niet alleen hun sociale contacten, de zeggenschap over hun financiën, maar ook hun seksuele behoeften. Personeel heeft soms het gevoel te moeten ingrijpen, omdat ze denken dat bewoners daar niet meer toe in staat zijn.

Slot speelt ook de potentieel negatieve reactie van de familie en andere bewoners op de seksueel actieve ouderen mee. (NC)