Direct naar artikelinhoud

Ook Michel Lelièvre kwam nader tot God

Eind februari dient Michel Lelièvre (41), voormalige rechterhand van Marc Dutroux, een nieuw verzoek tot vervroegde vrijlating in. Hij heeft zich bekeerd tot het protestantisme en hoopt net als Michelle Martin te kunnen verhuizen naar een klooster. 'Hij volgt Bijbelles en schreef zich in voor de cursus gospel.'

Dinsdag 22 juni 2004. In de futuristisch aangeklede assisenzaal van het justitiepaleis in Aarlen zet rechter Stéphane Goux een punt achter een rechtszaak die was aangekondigd als 'proces van de eeuw' en uiteindelijk net geen vier maanden zal hebben geduurd. De rechter is in de loop der maanden uitgegroeid tot een haast goddelijke figuur. Door de vele brandjes die hij geduldig heeft geblust, door rustig te blijven luisteren naar het gebazel van Marc Dutroux - microfoon in de hand, neuzelend over zijn intrieste relatie met vader en moeder. Geen enkele keer is de rechter uit zijn rol gevallen, geen enkele keer kon de oude wijze man worden betrapt op antipathie of sympathie voor wie of wat dan ook. Tot nu.

Goux richt zich tot Dutroux, tegen wie hij zonet een levenslange gevangenisstraf heeft uitgesproken. "U hebt de maximumstraf gekregen, maar u komt er toch beter van af dan de meeste van uw slachtoffers." Hij wendt zich tot Michelle Martin, net niet in tranen nu ze te horen heeft gekregen dat ze voor 30 jaar naar de gevangenis moet. De rechter doet geen moeite zijn sarcasme te onderdrukken. "Ik raad u aan u in de toekomst te omringen door goede mensen."

En dan richt de rechter zich tot de derde beklaagde, Michel Lelièvre. Hij zit net als de anderen al in de gevangenis sinds augustus 1996. Bijna acht jaar alweer. Als een van de beklaagden 25 jaar zou krijgen, zo is vooraf beredeneerd, kan die over enkele maanden al starten met een verzoek tot voorwaardelijke invrijheidstelling. Het idee alleen doet de aanwezige ouders van de vermoorde kinderen huiveren. Ook hij daar moet levenslang krijgen, zo heeft onder meer Paul Marchal al luid en duidelijk gezegd.

Maar er is een soort warmte in de stem van de rechter geslopen. Hij stuurt Lelièvre weg met 25 jaar cel en spreekt hem bijna vaderlijk toe. "Mijnheer Lelièvre, als u van de drugs kunt afblijven, hebt u toch nog een toekomst voor u."

De jongeman achter het glas knippert met de ogen en prevelt zachtjes "dank u".

Bestond er een Belgisch Guinness Book voor kinderontvoerders, dan kwam Lelièvre op twee, net na Marc Dutroux. Waar Michelle Martin geen enkele van de ontvoerde meisjes ooit te zien kreeg en schuldig werd bevonden aan nietsdoen (toen de achtjarige meisjes Julie Lejeune en Mélissa Russo de hongerdood stierven), sleurde heroïnejunk Lelièvre drie keer na elkaar kinderen in de bestelwagen van Dutroux.

Toch vond Stéphane Goux dat een beetje clementie moest kunnen. Hij was eerder rechter geweest in het proces tegen Benoît Lelièvre, zijn jongere halfbroer die in 1998 voor het assisenhof van Namen moest verschijnen voor een reeks geweldplegingen. Hij kende het verhaal van de tienerzwangerschap van zijn moeder, zijn adoptievader die eerst zijn moeder halfdood sloeg en daarna de buurman helemaal. De fout gelopen bijkomende adoptie in een streng katholiek gezin, de broertjes die door het leven gingen als 'minder dan niks'. Michel Lelièvre was 24 en heroïnejunk toen Dutroux hem om een 'wederdienst' vroeg voor opgelopen drugsschulden. Daarom, vond rechter Goux, was de samenleving dit nog relatief jonge leven een tweede kans verschuldigd.

Maar het liep dus anders. Waar Michelle Martin wordt gesignaleerd bij de kapper en op de Zeedijk in Knokke, is buitenlucht een hoog goed voor Michel Lelièvre. Binnen de muren van elke Belgische gevangenis is er één categorie van mensen die nog intenser wordt veracht dan pedofielen. Handlanger van Marc Dutroux. Van de man die kinderen schaakte en door de daaropvolgende wetswijzigingen het leven van alle gedetineerden van dit land nog uitzichtlozer maakte. Het is een stempel op het voorhoofd van Lelièvre, die zijn eigen leven beschreef in een verhoor door de politie van Itter op 15 februari 2012: "Ik krijg geen bezoek en op dit moment ben ik mijn baan als gevangenisbode kwijt. Dus zit ik 24 uur per dag in mijn cel, want ik neem niet deel aan de wandeling. Ik kom alleen op donderdag uit mijn cel, om naar de mis te gaan."

Michel Lelièvre kwam in theorie al sinds 4 december 2004 in aanmerking voor een voorwaardelijke vrijlating, maar verknalde het altijd weer. Tussen 2004 en 2007 werd hij in de gevangenis zes keer betrapt op drugsbezit, telkens minuscule doses heroïne, marihuana en cannabis. Altijd 'minder dan een gram', zo vermeldde een krantenbericht, toen hij in 2008 voor al die drugsfeitjes in Nijvel voor de rechtbank moest verschijnen en er zes maanden cel bovenop kreeg. "Hij durft zijn cel niet te verlaten uit angst", zo betoogde zijn toenmalige advocaat Alexis Lejeune destijds. "Hij probeert te vluchten in drugs."

Lelièvre lijkt weinig te hebben ondernomen om de door rechter Stéphane Goux geboden kans te grijpen. Maar schijn kan soms bedriegen.

Lachwekkend

De redactie kwam in het bezit van het reclasseringsdossier dat Michel Lelièvre op 27 februari 2012 voorlegde aan de 80ste kamer van de Brusselse strafuitvoeringsrechtbank (SURB). Hij stuurde toen aan op 'gelimiteerde detentie', een overgangsregeling waarbij hij nu en dan een weekend zou worden vrijgelaten op proef. Hij bekwam daarvoor op 1 februari 2011 een positief advies van de psychosociale dienst van de gevangenis en even zag het ernaar uit dat hij begin 2012 zijn eerste stapjes in de vrije wereld zou kunnen zetten. Maar net toen het laatste licht op groen moest springen, werd op 3 oktober 2011 in het atelier van de gevangenis van Itter een gram heroïne ontdekt onder zijn stoel. Toen de SURB zich op 27 februari 2012 over zijn dossier boog, kon die weinig anders dan weigeren. Opnieuw moest Lelièvre een jaar wachten met een nieuwe poging. Heel binnenkort dus.

Wil Michel Lelièvre vrijkomen, dan moet hij ongeveer aan dezelfde voorwaarden trachten te voldoen als Michelle Martin. Hij moet allereerst een adres hebben en een baan. Hij heeft geen van beide, zo stipt gevangenisdirecteur François Rifaut op 15 januari 2012 aan in een rapport. Hij is wel bezig met de opleidingen houtbewerking en ecoconstructie, maar erg optimistisch over zijn kansen om in die sector een baantje te vinden is de directeur niet. Hij meent dat er moet worden gezocht naar een oplossing die "niet enkel de veiligheid van de samenleving garandeert, maar ook die van de betrokkene zelf". Het is een bedenking die ook in andere rapporten terugkomt: "Mijnheer Lelièvre lijkt niet te beseffen tot op welk punt zijn reïntegratie wordt gecompromitteerd door het mediatieke aspect dat hij nog steeds vertegenwoordigt."

Omtrent een andere vereiste, het schadeloosstellen van de slachtoffers, is de SURB over het algemeen niet zo strikt. Martin werd verondersteld 179.000 euro te betalen aan de getroffen families, maar kwam nooit verder dan 265 euro op de derdenrekening van haar advocaat. Het kon niet beletten dat ze via een juridisch handigheidje een enorme erfenis van haar moeder wist te vrijwaren voor de burgerlijke partijen, daarmee wegkwam voor de SURB en vandaag 80 euro neertelt bij de kapper.

Bij Lelièvre is de situatie zo mogelijk nog lachwekkender, zo staat te lezen in het rapport-Rifaut: "Wij hebben een storting van 25 euro vastgesteld op de rekening van zijn advocaat."

En toch heeft Lelièvre zo te lezen niet zo'n slecht dossier.

Bijbelstudie en gospel

Het grootste obstakel voor Michel Lelièvre lijkt het vinden van een vaste verblijfplaats. Het rapport-Rifaut: "Met de hulp van de aalmoezenier is hij op zoek gegaan naar een protestantse of een katholieke gemeenschap die bereid is hem te ontvangen. Hij zou zijn kandidatuur hebben ingediend doorheen Europa. Met het oog op zijn vrijlating staat hij in contact met verschillende gemeenschappen, waaronder een in Zwitserland, in Engeland en enkele in Frankrijk."

Is dit ernstig? Blijkens het rapport van de gevangenisdirecteur wel. Hij meent dat Lelièvre effectief een ander mens is geworden sinds een (voor)laatste betrapping op drugsbezit, in januari 2009: "Sindsdien werkt hij geregeld als dienstbode op zijn vleugel en volgt hij Bijbelstudies. Hij schreef zich in voor de cursus gospel en leek geen problemen te hebben met medegedetineerden."

In de gevangenis van Itter wordt de toestand van Lelièvre opgevolgd door sociaal assistente Stéphanie Brancart en psychologe Alexandra Leleu. In een rapport op 5 april 2012 bestempelen ook zij zijn religieuze devotie als authentiek: "Hij neemt altijd deel aan het gospelatelier en aan de protestantse eredienst. Hij had het plan om in een religieuze gemeenschap te integreren, maar na zijn briefwisseling met monseigneur Léonard heeft hij begrepen dat geen enkele gemeenschap hem wil. Hij heeft zich tot opvangtehuizen gericht, maar de eerste antwoorden op zijn brieven zijn negatief."

Kon aartsbisschop Léonard niets voor hem betekenen, dan wel de protestantse aalmoezenier in de gevangenis in Itter. Die is volgens het reclasseringsdossier bereid om Lelièvre bij zijn eerste weekends vrij-op-proef te begeleiden. Hij kan ook terecht bij de vzw La Touline, waar hij van 2004 tot 2010 een therapie volgde. Een voorwaardelijke vrijlating, en opvang in een klooster, zal er voor hem vast niet inzitten. Geregelde uitjes, onder begeleiding, om te beginnen met het zoeken naar een verblijfplaats en een baan, op zeker moment wel.

Rest natuurlijk het vervelende feit dat hij in oktober 2011 nog maar eens werd betrapt op drugsbezit en door een medegedetineerde werd aangewezen als 'leverancier'. Het maakt zijn verhaal over religieuze devotie en Bijbelstudie op z'n zachtst discutabel.

Geflikt?

In het dossier zit nog een tweede verklaring die Lelièvre op 14 december 2011 aflegde bij de politie van Itter, kort nadat hij opnieuw in de problemen was gekomen met drugs. "Ik zit al vijftien jaar in de gevangenis en ik heb nooit problemen gehad met drugshandel", zo wordt Lelièvre hier geciteerd. "Ik zie niet in hoe ik in het bezit van drugs zou kunnen komen. Dit is niet de eerste keer dat ik word beschuldigd door iemand die zich liet betrappen. Het is hetzelfde soort verhaal zoals het me overkwam op 3 oktober, toen ik een pakje op de grond vond dat heroïne bleek te bevatten. Ik weet dat ik een ex-drugsverslaafde ben, maar ik ga het risico niet lopen. Ik krijg geen bezoek, ik zit 24 uur per dag in mijn cel. In de kantine heb ik niets, ik ontvang 87,88 euro per maand. Hoe wilt u dat ik mij bevoorraad met drugs? Met al die toestanden (doelt op alle vorige vondsten van minimale doses drugs, DDC),staat het er voor mij echt niet goed voor. En dat, terwijl ik al zeven jaar in aanmerking kom voor een voorwaardelijke vrijlating."

In een andere verklaring spreekt Lelièvre over zijn laatste betrapping met drugs: "Die dag werk ik als dienstbode en kom ik aan het gelijkvloers, nummer 4. Zo'n dertig à veertig centimeter voor de drie mannen ligt iets op de grond. Ik raap het op, en onmiddellijk beveelt de chef van de rotonde me hem te overhandigen wat ik heb opgeraapt. Zonder te aarzelen geef ik het hem en zet ik mijn activiteiten voort. Op 5 oktober (twee dagen later, DDC), als ik op rapport moet bij de directeur, vraagt men me of ik weet wat er in het pakje zit. Als ex-verslaafde zie ik onmiddellijk dat het heroïne is."

Michel Lelièvre zou al jaren van de drugs af zijn, maar altijd weer worden geflikt door cipiers en medegedetineerden? Dezelfde nog smeulende volkswoede die mensen zo ver brengt om in Malonne te gaan betogen om Michelle Martin weer in de gevangenis te krijgen, zou een verlengstuk hebben in de gevangenis van Itter?

Het is misschien lastig te geloven, maar de mensen die Lelièvre omkaderen hebben de neiging om hem bij te treden. Hij kreeg naar achteraf bleek geen disciplinaire sanctie, wat op z'n minst aangeeft dat de gevangenisdirectie haar twijfels heeft bij deze drugsvondst. Brancart en Leleu noemen het in hun rapport opmerkelijk dat er elke keer weer kort voor zijn verschijning voor de SURB een papierwikkel met drugs in wordt ontdekt onder zijn stoel of voor zijn voeten. Verder schrijven ze: "Lelièvre ontkent energiek verdovende middelen te hebben gebruikt. Wij moeten opmerken dat hij op geen enkel moment tijdens onze ontmoetingen in een staat leek te verkeren die wijst op consumptie. De consumptie van drugs is minder problematisch, als ze al niet onbestaande is. Momenteel kristalliseert zijn afhankelijkheid zich rond het protestantse geloof."

De Brusselse strafuitvoeringsrechtbank onderzoekt op 4 februari een aanvraag tot vrijlating onder elektronisch toezicht van Marc Dutroux. De uitspraak ligt natuurlijk allang vast. Drie weken later is voor Michel Lelièvre het jaartje wachten alweer voorbij. Vanaf 26 februari zal hij een nieuw dossier voorleggen aan de rechtbank. Zijn nieuwe advocate, de Brusselse pleitster Nathalie Buisseret, wil over de procedures die komen niks kwijt, behalve: "Men gaat de zaken toch eens een beetje in hun context moeten trachten te zien."