Direct naar artikelinhoud

'Eigenzinnige' jury gunt Haneke tweede Gouden Palm

Dankzij 'Amour' ontving Michael Haneke voor de tweede maal de Palme d'Or in Cannes. Ook opmerkelijk in het 65ste juryrapport: de totale afwezigheid van Franse en Amerikaanse cineasten.

Van alle tweevoudige Palmwin-naars is Michael Haneke nu ook diegene die het snelst met zijn tweede trofee naar huis mocht. Het was pas van 2009 geleden dat Das weisse band, zijn vorige film, in Cannes gelauwerd werd. Bij Emir Kusturica bijvoorbeeld zat er een periode van tien jaar tussen Otac na službenom putu/Papa est en voyage d'affaires (1985) en Underground (1995), terwijl de gebroeders Dardenne zes jaar moesten wachten om na Rosetta (1999) opnieuw een Gouden Palm te krijgen voor L'Enfant (2005).

Over Amour verklaarde de 70-jarige Haneke in Cannes onder meer dat "mensen van dertig vertellen over de liefde die begint, maar ik heb het over het einde van de liefde". En dus ook over de pijn die daarmee gepaard gaat. De liefde uit de titel is die van twee tachtigers, Georges en Ann, vertolkt door Jean-Louis Trintignant en Emmanuelle Riva. De pijn waarvan sprake wordt veroorzaakt door de verslechterende gezondheid van Anne. Uiteraard bij haar, maar ook bij Georges die zijn zieke vrouw thuis blijft verzorgen. Is het uit liefde dat Anne er liever een punt zou achter zetten? Is het uit liefde dat Georges voor haar wil blijven zorgen? In tegenstelling tot zijn reputatie heeft Haneke van Amour geen controversiële of provocerende film gemaakt, maar een aangrijpende reflectie over liefde en dood. Na de bekroning zei Michael Haneke nog dat journalisten de neiging hebben om regisseurs een etiket op te kleven en dat hij in dat verband vaak een 'expert in geweld' werd genoemd. Maar volgens hem moet de stijl van een film in overeenstemming zijn met het onderwerp. "En deze film gaat over liefde."

'Catch-22'

Tijdens het festival was zowat iedereen het erover eens dat Amour een plaats op het palmares verdiende. Maar de kansen op de ultieme bekroning leken gehypothekeerd door zijn vorige Palm uit 2009 én door het vermoeden dat juryvoorzitter Nanni Moretti, zelf ook een Palme d'Orwinnaar met La Stanza del Figlio (2001), zijn collega/concurrent misschien niet zo snel een plaatsje in het pantheon van de tweevoudige Palmwinnaars zou gunnen. Quod non.

Idem wat de kansen van Matteo Garrone met Reality betrof. In 2008 had die voor zijn verbluffende maffia-epos Gomorra reeds de Grand Prix gewonnen, bij wijze van spreken 'de Zilveren Palm'. Ook hier zorgde het voorzitterschap van Moretti voor allerlei speculaties. Zou hij zijn landgenoot een plaats in de spotlights gunnen? Of zou hij terugschrikken voor de mogelijke beschuldiging van Italiaans chauvinisme. Met andere woorden: een echte Catch-22-situatie. Maar ook hier waren de speculaties fout. Garrone kreeg opnieuw de Grand Prix voor Reality, een satirische tragikomedie waarin hij de vloer aanveegt met het Grande Fratello-fenomeen, als symbool van het celebrity-virus dat door allerlei televisuele realityformats veroorzaakt wordt.

Een andere handicap waarmee Reality aan de competitie begon, is het feit dat het komische genre vaak als een onderdeurtje wordt beschouwd wanneer de prijzen worden uitgedeeld. Maar daar maakte deze jury, die verder ook bestond uit onder anderen Ewan McGregor, Diane Kruger, mode-icoon Jean-Paul Gaultier, cineaste Andrea Arnold en regisseur Alexander Payne, dus duidelijk geen punt van. Behalve Reality werd ook The Angels' Share, de whisky-komedie van Ken Loach tegen de achtergrond van werkloosheid en kansarmoede, bekroond. De geëngageerde filmmaker, die eerder de Gouden Palm won met The Wind that Shakes the Barley (2006), kreeg de Prix du Jury, zeg maar 'de bronzen medaille'.

'Te arty'

Tegenover die publieksvriendelijke bekroningen pakte de jury uit met enkele veeleer cinefiele prijzen. Dat geldt zeker voor de Mexicaanse filmmaker Carlos Reygadas, die de prijs voor de regie kreeg voor Post Tenebras Lux, de meest experimentele en hermetische inzending in de competitie, die door velen als 'te arty' werd bestempeld. Van zijn kant viel de Roemeense regisseur Cristian Mungiu, die in 2007 de Gouden Palm won met zijn abortusdrama 4 Luni, 3 Saptamâni si 2 Zile/4 Mois, 3 Semaines, 2 Jours, met zijn nieuwe film După Dealuri/Beyond the Hills zelfs twee keer in de prijzen. Deze grimmige en intrigerende film, over een uit de hand gelopen geval van exorcisme in een orthodoxe kloostergemeenschap, werd bekroond voor het scenario én voor de beste actrice. Die prijs werd bovendien gedeeld door de twee jonge hoofdvertolksters.

Voor de beste mannelijke vertolking was de concurrentie bijzonder groot, maar Matthias Schoenaerts behoorde zeker tot de kanshebbers voor zijn rol in De rouille et d'os. Maar uiteindelijk werd het Maks Mikkelsen, die we voortaan 'de Deense Matthias Schoenaerts' zullen noemen, want met zijn onmiskenbare uitstraling even geliefd in eigen land en ook al een tijdje bezig met een internationale carrière. Mikkelsen werd terecht gelauwerd voor zijn subtiele en doorleefde vertolking van een kleuterleider, die plots beschuldigd wordt van seksueel kindermisbruik en moet vaststellen hoe zowat iedereen - vrienden, collega's en de publieke opinie - zich tegen hem keert. En dat allemaal terwijl hij onschuldig is.

Verdeelde jury

Er kan en zal nog vaak een boom opgezet worden over dit palmares - en dan vooral over de toch wel opmerkelijke afwezigheid van Franse en Amerikaanse prijsbeesten - maar dat hoort nu eenmaal bij het spel. Een jury beslist autonoom en mag/moet dus eigenzinnig zijn. Bij het bekendmaking van het palmares van deze 65ste editie liet voorzitter Nanni Moretti trouwens weten dat geen enkele prijs een unanieme beslissing was geweest en dat de jury heel scherp verdeeld was over verschillende films, waaronder Holy Motors van Leos Carax en Paradies: Liebe van Ulrich Seidl. Dezelfde verdeeldheid geldt bij uitbreiding dus ook voor de filmpers en de andere festivaliers, met als gedeelde conclusie dat Cannes 2012 een goed, maar zeker geen uitzonderlijk jaar is geweest.