Direct naar artikelinhoud

Politici van ons land krijgen onvoldoende op corruptietest

Er is te weinig controle op de Belgische politici. Zo staat de deur open voor wantoestanden. Dat besluit een doorlichting van de Belgische samenleving door Transparency International (TI), een ngo die wereldwijd corruptie bestudeert.

De Belgische politiek krijgt een onvoldoende in het 350 pagina's tellend rapport. Vooral de zelfcontrole is een probleem. De regels die federale ministers, parlementsleden en cabinetards zichzelf opleggen, zijn niet streng genoeg. Onze politici moeten "meer oog hebben voor de grijze zone waar ze soms inzitten". Een opvallend besluit, zeker na de recente heisa over De keizer van Oostende. In het boek beschuldigen twee VRT-journalisten vicepremier Vande Lanotte (sp.a) van belangenvermenging.

De Wetstraat moet dringend uit zijn schulp komen, waarschuwt TI. Er gebeurt nog te veel in de schaduw. Zo verwittigt het rapport voor de slappe controle op de 'postjes' van politici. "Hun mandaten zijn officieel wel openbaar. Ze worden jaarlijks gepubliceerd in het Staatsblad", verduidelijkt Jeroen Maesschalck, de onderzoeksleider. "Maar laat ons eerlijk zijn: gebruiksvriendelijk is anders. Hoeveel mensen lezen dat? Het is nochtans belangrijke info."

Hetzelfde geldt voor de vermogensaangiften van politici. Alleen een onderzoeksrechter mag ze inkijken. "Je moet die gegevens niet op straat gooien, maar vandaag worden ze wel heel streng bewaakt. Wat openheid kan geen kwaad. Bijvoorbeeld het Rekenhof moet de cijfers toch kunnen inkijken."

Het TI-rapport doet een hele reeks aanbevelingen. Cabinetards moeten duidelijke taken krijgen, zodat ze niet verstrengeld raken met de administratie en bedrijfswereld. In de commissie die de uitgaven van de partijen controleert, mogen niet alleen parlementsleden zitten. En de partijen moeten verplicht worden om hun uitgaven op de website te plaatsen. Het Vlaams Parlement wordt als lichtend voorbeeld gebruikt. Dat halfrond heeft een ethische code. Ook Europa legt zijn parlementsleden strikte regels op. Die gaan een stuk verder dan "een korte ontluizingsperiode", een van de federale regels.

Wat moet

Globaal scoort België niet slecht op de corruptietest. Naast de politiek werden onder meer het gerecht, de ambtenarij en de media onder de loep genomen. Daar liggen de punten hoger. In de rangschikking met 25 Europese landen belandt ons land halverwege. De Scandinavische staten liggen duidelijk op kop. Frankrijk, Italië en Spanje bengelen achteraan.

"Er is geen totale stilstand in heel België", zegt Maesschalck. "De politie heeft bijvoorbeeld een gespecialiseerde anticorruptiedienst die uitstekend werk levert. Maar we hebben geen samenhangende aanpak in ons land. Er wordt gedaan wat moet, maar meer ook niet. De interesse van politici is klein. Al denk ik dat hun aandacht stilaan gewekt wordt."

Staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez (sp.a) reageert voorzichtig. Op de slechte zelfcontrole van politici gaat hij niet in. "Ik wil vooral proberen om de drempel naar het aanspreekpunt te verlagen. Dat is het begin van een goed beleid. De afgelopen jaren zijn er welgeteld 5 veroordelingen uitgesproken voor corruptie bij ondernemingen, tegenover 397 bij de ambtenaren. Alleen toespitsen op de politiek en de overheid is geen goed idee. Het aantal meldingen moet omhoog. Hoe? Door betere bescherming te geven aan de klokkenluider en de beschuldigde."