Direct naar artikelinhoud

De Griekse beginselen van de financiële crisis

Rondom de Griekse schuldencrisis circuleren tal van technische begrippen uit de haute finance. Wat betekenen ze?

Staatsobligatie

Staatslening of obligatielening of kortweg papier. Obligaties uitgegeven door een centrale overheid zoals Griekenland om de eigen schulden te herfinancieren. Kopers zijn vaak banken, pensioenfondsen en andere staten.

Looptijd

De termijn waarop een obligatie moet worden afgelost. Dat varieert van twee jaar tot 30 jaar. In onzekere tijden worden de looptijden steeds korter. Op dit moment wordt erover gesproken particuliere beleggers te vragen de aflossing uit te stellen.

Doorrollen

De oude obligaties worden afgelost door even grote nieuwe obligaties uit te geven aan dezelfde beleggers. In de praktijk komt dit neer op het verlengen van de looptijd van, in dit geval, de lening aan de Griekse staat.

Couponrente

De officiële rente op een staatsobligatie. Bij een obligatie van 1.000 euro krijgt de belegger bij een couponrente van 6 procent 60 euro per jaar rente.

Effectief rendement

Het rendement van een obligatie in de markt. Als de marktprijs van een obligatie daalt - omdat beleggers denken dat een land failliet gaat - neemt het rendement toe. Als de 6 procentsobligatie van 1.000 euro maar 50 procent noteert, kan hij op de markt voor slechts 500 euro worden verkocht. Het effectieve rendement voor de koper bedraagt dan 12 procent, oftewel de couponrente 60 euro van 500 euro.

Opkoopprogramma obligaties

De Europese Centrale Bank neemt staatsobligaties van zwakke eurolanden uit de markt om de koers te ondersteunen. Die obligaties worden tot de aflossingsdatum vastgehouden. Daardoor creëert de ECB ook nieuw geld. Inmiddels is voor naar schatting 90 miljard euro aan obligaties opgekocht, waarvan circa 50 miljard Griekse obligaties.

Staatsschuld

Schuld die de overheden van een land hebben. Deze schuld wordt uitgedrukt in procenten van het bruto binnenlands product (bbp).

Haircut

Korting op het af te lossen bedrag van de Griekse staatsobligatie. Bij een haircut van bijvoorbeeld 20 procent ontvangt de houder van het Griekse papier dan niet zijn volledig uitgeleende bedrag, maar 80 procent daarvan. Kan riskant zijn, omdat het een credit event kan uitlokken.

Credit event

Stempel dat kredietbeoordelaars geven als een van zes mogelijke gebeurtenissen plaatsvinden rondom een land of bedrijf. Zo'n vooraf internationaal gedefinieerde gebeurtenis komt er als schulden niet meer terugbetaald worden of wanneer een staatsobligatie om wat voor reden dan ook onder vuur komt te liggen.

Default

Als een credit event is vastgesteld, dan gaat het bedrijf of het land waar dat 'event' betrekking op heeft 'in default'. Er is dan sprake van wanbetaling en/of faillissement. Een van de gevolgen is dat alle relevante cds'en uitbetaald worden.

CDS

Credit default swaps. Gestandaardiseerde en daardoor verhandelbare kredietverzekeringen tegen een default (zie daar). In de jaren negentig ontwikkeld zodat beleggers zich konden indekken tegen insolvabele obligaties, ook staatsobligaties. Ze worden uitgegeven op obligatietranches van 10 miljoen dollar. Als ze 1.575 dollar noteren, moet er elk jaar een premie van 1,575 miljoen dollar betaald worden om de obligatiehouder te verzekeren dat hij de hoofdsom van 10 miljoen altijd terugkrijgt. Over vijf jaar heeft hij dan 7,875 miljoen dollar betaald om 10 miljoen te verzekeren. Een variant is de naked cds. Dat is wanneer alleen de kredietverzekering wordt gekocht zonder de onderliggende waarde - de staatsobligaties - te bezitten. Speculanten zoals hedgefondsen doen dat om geld te verdienen aan een heftige beweging in de markt of een deconfiture.

PIGS

Denigrerende benaming bij noordelijke EU-lidstaten voor Portugal, Ierland, Spanje en Griekenland, de veronderstelde zwakke broeders in de periferie eurozone