Direct naar artikelinhoud

Geachte heer Huysentruyt, Beste Piet,

Het was al een tijdje geleden dat je wereldnieuws was in Vlaan-deren en ik had eerlijk gezegd niet ver- wacht je nog eens een brief te moeten sturen. Wat viel er immers nog te vertellen over een televisiekok op jaren voor wie de belangstelling al een tijdje tanende was? Verbannen uit de VTM-keuken waar hij twee decennia lang souverein over potten en pannen heerste. Naad- en respectloos vervangen door koekjesfee Sofie Dumont en in de volksgunst overvleugeld door Jeroen Meus. Een bijna vergane glorie, leek het wel. Uit de gratie gevallen bij de bazen als sputterend kijkcijferkanon. De ene dag nog de grote held, de volgende quantité negligeable. Het kan snel gaan in medialand.

Toen ik je vier jaar geleden voor het eerst schreef stond je op het toppunt van je roem als super-BV, bestsellerauteur en, vooral, succesvol handelsreiziger in jezelf en allerlei keukenalaam. Het toen nog bolle gezicht van een bijzonder winstgevend eenmansbedrijf dat meer boeken sleet dan alle Vlaamse schrijvers samen en niet van het scherm te branden was. Je had net wegens 'te veel werk' de deuren van Le Lutin Gourmand moeten sluiten. Je eethuis dat het voorheen zo rustige Les Vans in de Ardèche in een culinair bedevaartsoord herschiep voor landgenoten met de onweerstaanbare drang het fenomeen ook eens 'in het echt' te zien en te proeven. Zelf ben ik er helaas nooit aan een tafeltje geraakt.

Al liep ik je natuurlijk meer dan genoeg tegen het lijf. Was het niet op het scherm dan zag ik je uitvergrote kale kop wel ergens in een supermarkt hangen of staarden die immer wat boosaardig flikkerende oogjes me aan bij het openen van de keukenkast waarin, zoals bij ieder modaal Vlaams gezin, door jou gesigneerde bouillons en kruidenmélanges stonden gestapeld.

Toen ik hoorde dat al je voorstellen voor nieuwe programma's door de bazen verticaal werden geklasseerd, wist ik wel zeker dat het fin de carrière was. Ik had meer al bij neergelegd en echt erg vond ik het niet. Je hebt je glorietijd gehad en bovendien moet je mensen, en in het bijzonder ondernemende West-Vlamingen, altijd een beetje tegen zichzelf beschermen. Het kan trouwens niet anders of je hebt tijdens de vele vette jaren meer dan voldoende spaarcentjes bij elkaar geharkt om nog verschillende levens ongestoord als god in Frankrijk te kunnen rentenieren. Bovendien maakte ik me ernstig zorgen om je gezondheid toen ik vernam dat het regime van hard werken, drie flessen wijn per dag alsmede de overmatige consumptie van eigen culinaire hoogstandjes zijn tol hadden geëist en van de gulzige dwerg een behoedzame diabeet hadden gemaakt.

Daarom besloot ik, dankbaar voor al het lekkers dat je me tv-gewijs hebt geserveerd, je te vergeten en alleen nog de fijne herinneringen te koesteren. Want hoewel ik doorgaans met een grote boog om kookprogramma's heen loop, heb ik jou altijd graag bezig gezien. Ondanks je gestalte een hele grote. Geen onbereikbare kookgod als Sergio Herman of Peter Goossens, maar een door ongebreidelde West-Vlaamse ondernemingszin aangedreven koddige people's champion. Een huis-tuin-en-keukenpiet die zijn volk wilde leren koken. Meer Eddy Wally dan rock-'n-roll. Meer boerinnenbond dan Michelin. Een geboren entertainer die er slim voor koos niet langer sterren te verzamelen maar er zelf eentje te worden.

Ik amuseerde mij met de zich chronisch miskend voelende underdog die luid en nijdig bleef keffen tot hij de erkenning kreeg waarop hij recht meende te hebben. Van culinaire rebel succesvol omgeschoold tot tv-icoon. Bescheiden begonnen in Zondag Josdag om helemaal te ontbolsteren aan de zijde van de toen al gemummificeerde Mimi 'schelde gij binst de patatjes' Smith in het onverwoestbare Lekker thuis. Een hilarisch duo dat voor altijd het collectieve geheugen werd binnengesmokkeld dankzij die meesterlijke 'en nu misschien een klein beetje peterselie, Piet?'-parodie van Chris Van den Durpel. Vele jaren de reddende engel die met zijn 'valiesje vol eigen productjes' aanbelde bij ontredderde landgenoten die wakker lagen vanwege ingezakte soufflés, geschifte sauzen of verpieterde vis. SOS Piet werd net als jij een begrip en 'wat hebben we heleerd vandaag?' een nieuwe Vlaamse zegswijze.

Ik vergeet nooit hoe je als kleine driftkikker helemaal uit je dak ging en de lange Hans Otten bijna buiten westen sloeg na de legendarische verborgen cameragrap waarin je geconfronteerd werd met een nietsnut van een schoonzoon en met de zwangerschap van je oogappel Marie. Zelden werd een uitbarsting van ingehouden woede zo realistisch in beeld gebracht.

Toen al had ik moeten weten dat je je ook nu niet zomaar zou laten afschrijven. Je zou zelf wel bepalen wanneer de tijd van gaan gekomen is. Het deed me dan ook veel genoegen toen je vorige week in drastisch afgeslankte versie een verwoestend (slot)offensiefaankondigde: "Ik wil nog één keer in alles de top halen." Glunderend als patron van restaurant Likoké waar prins Laurent zijn bord zat uit te likken en net als Evy Gruyaert bij VIER ingehaald om de kwakkelende zender eindelijk wat kijkers te bezorgen. Als die daverende pr-campagne ook maar een fractie van het latere resultaat weerspiegelt, dan bevindt de wereld zich snel weer waar hij thuishoort: aan je voeten.

Jij kent mij niet. Ik jou wel. Het moet bijna twintig jaar geleden zijn dat ik te gast was in het statige herenhuis in Wortegem-Petegem waar je de met steak au poivre vetgemeste notabelen uit het Texas van Vlaanderen stierenkloten, varkensneus en vreemde ingewanden voorschotelde. Je liep in houthakkershemd en een, door opvallende bretellen opgehouden, geribd fluwelen broek op hoge poten door de zaal. Een eigenzinnige chef die geen tegenspraak duldde over zijn kreeft met rode kool of koeienplacenta en alle kritische klanten de raad gaf 'voortaan maar op een ander te gaan'. Dat de meesten dat ook deden zorgde er voor dat het restaurant zo leeg werd als een kerk en verkocht moest worden. Of ik het zelf lekker vond weet ik niet eens meer, maar ik herinner me wel dat ik voor het, prijzige, bloemenmenu koos en toen meer viooltjes en rozen heb gegeten dan ik er ooit voor mijn lief heb gekocht.

Sindsdien kookte je vooral voor virtuele klanten. Die bleven immers wel. Sterker zelfs. Ze zaten vele jaren trouw bij jou aan tafel en zorgden ervoor dat je een imperium kon uitbouwen waardoor je nu, zonder zakelijke en financiële risico's, echt je goesting kan doen. Neem, nog maar eens, revanche op de hele wereld, Piet. Kook in Frankrijk de sterren van de hemel en maak van Komen eten eindelijk weer het cultprogramma dat het ooit was. In afwachting dat ik net als de prins ook eens (gratis) van je kip moambe mag komen proeven, wens ik je naast een handvol sterren van harte een succesvolle doorstart van je tv-carrière toe. Probeer wel een beetje van het leven te genieten in plaats van je overal druk over te maken en hou naast je suikerspiegel ook een beetje je temperament onder controle.