Direct naar artikelinhoud

Achterpoortjes van de euthanasiewet

De kinderartsen die op dit moment in Vlaanderen al euthanasie plegen op kinderen overtreden niet per se de wet. Er zijn namelijk enkele achterpoortjes.

De euthanasiewet lijkt eenduidig: levensbeëindiging kan enkel op vraag van wilsbekwame meerderjarigen. Toch kan een arts zich juridisch indekken wanneer hij een tiener helpt verlossen van ondraaglijk lijden. "De wet voorziet in een uitzondering", legt professor medisch recht Thierry Vansweefelt (UA) uit. "Ook ontvoogde minderjarigen kunnen aanspraak maken op euthanasie." Zo'n ontvoogding kan vanaf vijftien en gebeurt meestal omdat een jongere een eigen zaak wil beginnen of bij een tienerhuwelijk.

"Maar bij het invoeren van de euthanasiewet werd er al rekening mee gehouden dat een terminaal zieke tiener zich zou laten ontvoogden enkel en alleen om euthanasie te plegen en naar verluidt gebeurt dat soms ook. Juridisch is er in dat geval geen speld tussen te krijgen."

Optie twee is iets minder waterdicht. "Een arts kan zich in plaats van op de euthanasiewet beroepen op de noodtoestand", legt Vansweefelt uit. "Die brengt een dokters enigszins in een conflictsituatie. Je moet het leven van een minderjarige beschermen, maar bent ook verplicht om de pijn te verzachten en soms kan dat enkel door een einde te maken aan het leven van een kind. Alleen is dat voor interpretatie vatbaar."

Artsen die geen rechtszaak of vervolging willen riskeren, beroepen zich dan ook niet op de noodsituatie, maar maken eerder gebruik van palliatieve sedatie, weet expert Wim Distelmans (VUB). "En daar kraait dan weer geen haan naar", merkt hij op.

Distelmans wijst er nog op dat kinderen volgens de patiëntenwet nu al het recht hebben om levensreddende behandelingen te weigeren. "Op dat vlak mogen ze wel de afweging maken of de voordelen van een therapie nog opwegen tegen de nadelen. Waarom zouden ze dan niet voor euthanasie mogen kiezen?"