Direct naar artikelinhoud

‘Een eendagszege, godbetert!’

De Clásica San Sebastián is meer dan ooit een thuiswedstrijd voor Spaanse coureurs geworden. Luis León Sánchez tekende zaterdag voor de zesde Spaanse zege in zeven jaar. Een eendagszege zowaar, wat we van ronderenner ‘Luisle’ niet meteen gewoon zijn.

Ronderenner Luis León Sánchez wint met Clásica San Sebastián zijn eerste klassieker

SAN SEBASTIAN

‘Dit is de eerste klassieker op mijn palmares’, pronkte Sánchez. Belgen kwamen er aan La Concha opnieuw niet aan te pas. Voor Greg Van Avermaet, elfde, ging het te snel op de Jaizkibel.

Belgen en de Clásica San Sebastián: ze passen als Basken bij Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen. Van 1983 en Claude Criquielion geleden is het dat nog eens een landgenoot (de eerste en enige ooit, red.) in Donostia een txapela - het typische Baskische hoofddeksel, bestemd voor de winnaar - op zijn kruin kreeg.

Midden en eind jaren ’90 kwamen Johan Museeuw (3de in‘95), Axel Merckx, Rik Verbrugghe en Andrei Tchmil (2de in respectievelijk ’98, ’99 en 2000) nog heel dicht in de buurt. Maar daarna ging het hopeloos bergaf met de après-Tourmotivatie van de onzen. Serge Baguet zorgde in 2001 voor de laatste topvijfnotering. Verder dan twee achtste plaatsen (Nico Mattan in 2002 en Rik Verbrugghe 2004) kwamen we de laatste negen jaar niet. Méér nog: zaterdag telden we voor het zesde opeenvolgende jaar niet één Belg in de top tien. Schrijnende cijfers.

Zo uitzichtloos zag het er zaterdag anders niet uit. Met Philippe Gilbert brachten we onze onbetwistbare ‘numero uno’ én een van de beste klassieke renners van het moment in stelling. Van de Walle, Devenyns, De Weert en Vansummeren teerden op een restantje Tourreserves. En Bakelants en Van Avermaet waren de gretigheid zelve.

Alleen die laatste kon in de finale een (kleine) vuist maken. “Ik had goeie benen en ging met enkele andere jongens in de tegenaanval op de drie vluchters. Maar de Jaizkibel was me net iets te lastig”, gaf de Oost-Vlaming ridderlijk toe. “Aansluiting vinden bij die eerste groep zat er nadien niet meer in. Jammer. Deze koers biedt wel perspectieven voor de toekomst. Hard blijven verder werken in het vooruitzicht van de Ronde van Spanje, dat is wat me nu te doen staat.”

Zoals verwacht streden vooral de Tourgangers om de knikkers. Acht renners uit de top tien toerden de voorbije drie weken rond in Frankrijk. Daarbij niet Andy Schleck, die vroegtijdig de douche opzocht. De spurt om de zege werd er één tussen drie offensieve hoogvliegers. ‘Luisle’ Sanchez haalde het voor Alexandre Vinokourov en Carlos Sastre. Het trio scheidde zich af tijdens de laatste beklimming van de Jaizkibel. “Ik wist dat het dáár zou gebeuren, vandaar mijn demarrage kort voor de top”, aldus Sanchez, die Caisse d’Epargne eind dit seizoen inruilt voor Rabobank. “We werkten perfect samen, ook nadat ‘Vino’ me in de slotfase nog probeerde te verschalken. In de spurt moest ik nog wel tot het uiterste gaan. Vinokourov was sterk en zette van héél ver aan. Het deed pijn na zo’n zware wedstrijd.”

Drie weken lang had hij in de Tour een ritzege nagestreefd. In Saint-Jean-de-Maurienne beet hij zich de tanden stuk op een uitgekookte Sandy Casar en ook in de derde week kreeg hij geen meter vrijheid. De elfde plaats in Parijs was dan ook een schrale troost. “Maar nu heb ik mijn overwinning, zij het met enige vertraging, beet”, juiche Sanchez. “Een eendagszege, godbetert. Behaald op frisheid én conditie. Mijn eerste klassieker is binnen!” aldus de man die tot zaterdag alleen in rittenkoersen (Tour Down Under 2005, Parijs-Nice 2009, Ronde van de Sarthe 2010 en etappes allerhande) tot scoren kwam. Een triomf die hij uiteraard opdroeg aan zijn in 2005 met een quad verongelukte oudere broer Léon. “Alle successen zijn voor hem. Zo heb ik het met mijn andere fietsende broer Pedro León afgesproken.” (JDK)