Direct naar artikelinhoud

Egypte doet kleine toegevingen

De nieuwe Egyptische regering is gisteren bijeengekomen onder leiding van vicepresident Omar Suleiman. Veel is er niet beslist, maar verbaal zijn wel wat kleinere toegevingen gedaan.

Er is beloofd de corruptie binnen de overheid aan te pakken en een onderzoek in te stellen naar de opeenvolgende verkiezingsfraude in het land. De duizenden betogers op het Tahrirplein waren daar niet van onder de indruk en bleven bij hun eis dat president Moebarak weg moet.

De regering beloofde ook dat meteen zal worden begonnen met het verhoren van drie voormalige ministers en een hoge partijfunctionaris van de NDP, de partij van president Moebarak. Die worden alle vier verdacht van corruptie op grote schaal. Het zou president Moebarak zelf geweest zijn die opdracht heeft gegeven tot een onderzoek naar gerechtelijke uitspraken over verkiezingsfraude en electorale onregelmatigheden door honderden van zijn partijleden. Die justitiële uitspraken zouden door vroegere verkiezingscommissies totaal genegeerd zijn.

Als die uitspraken toch nog zouden worden nageleefd, kan dat betekenen dat de verpletterende meerderheid van de NDP verloren gaat en het parlement ontbonden moet worden, omdat velen hun zitje alleen aan fraude te danken hebben. Vicepresident Suleiman had zondag al met de verenigde oppositie gesproken en die gesprekken zouden worden verdergezet. Maar Suleiman is ook degene die blijft herhalen dat de onlusten en geweldplegingen zijn aangericht door buitenlanders en dat daardoor het leven van de Egyptische bevolking veel moeilijker is geworden.

De controle op en intimidatie van de media worden ondertussen onverminderd voortgezet. De jongste 24 uur heeft het Egyptische ministerie van Informatie oude reglementen weer ingevoerd. Buitenlandse journalisten moeten zich bij het ministerie officieel laten accrediteren en wie dat niet doet kan worden aangehouden. Soldaten deden gisteren in het centrum van Caïro veel moeite om journalisten weg te houden van het Tahrirplein.

Ook gold nog een uitgaansverbod in drie grote Egyptische steden (Caïro, Alexandrië en Suez), maar het verbod werd opnieuw een uur ingekort (om 20 uur in plaats van 19 uur).