Direct naar artikelinhoud

Prins Kris in Brazilië

Na een communautaire brand die hij zelf aangestoken had zag minister- president Kris Peeters (CD&V) zich verplicht vervroegd uit Brazilië terug te komen. Voor de Franstaligen is de Vlaamse regeringsleider de ultra- flamingant, in het buitenland is het voor diezelfde Peeters evenwel vooral pragmatisme dat telt. Laat het de ironie van het lot zijn, maar zelden was een Vlaams minister ‘Belgischer’ dan Kris Peeters op handelsmissie in Brazilië.

p het moment dat hij dinsdag de eerste telefoontjes kreeg dat er in het Vlaams Parlement problemen opdoken, leidde Kris Peeters in Brazilië een Vlaamse handelsdelegatie van topambtenaren en bedrijfsleiders. Een deel ervan hoopt te scoren als Brazilië begint met de bouw van de stadions voor het WK voetbal in 2014 en de Olympische Spelen van 2016, een ander deel is gespecialiseerd in alles wat met water- en havenwerken te maken heeft (nog een derde groep in Brazilië actieve Vlaamse ondernemers hoort tot de top in de logistiek, daarover straks meer).

In het verleden waren er Vlaamse ministers (en niét van de N-VA) die stennis maakten omdat de buitenlandse gastheren een Belgische vlag durfden zetten naast de Vlaamse Leeuw. In São Paulo zou er geen jammeren aan geweest zijn: de vlag van de deelstaat stond er parmantig naast de vlag van Brazilië, en daarnaast broederlijk verenigd de Vlaamse Leeuw en de Belgische driekleur. Peeters maakte er geen punt van en de Vlaamse ondernemers evenmin. Goed, het mercantiele motto van de minister-president is al langer “de kleur van de kat is van geen tel, als het beest maar muizen vangt”, maar ditmaal ging het nog verder dan bij gelijkaardige gelegenheden in het verleden.

De Brazilianen lieten verstaan dat ze tuk waren op knowhow en bouwers van sluizen en bruggen, en baggeraars, en dat was natuurlijk een kolfje naar de hand van Louis Van Schel, managing director het Flanders International Technical Agency (FITA). FITA is de autonome overheidsinstelling die Vlaamse technologie in het buitenland promoot en aldaar commerciële technologische projecten ondersteunt. Van Schel imponeerde de Brazilianen voortdurend met verwijzingen naar “Belgische prestaties”: hoe “wij”, dixit de Vlaamse manager, sluizen en beheer van het Panamakanaal verzorgen, zowel aan de kant van de Pacific als aan die van de Stille Oceaan - een referentie die kan tellen in Zuid-Amerika.

Deed Van Schel, daarin ondersteund door Kris Peeters, dat uit neobelgicisme? Neen, het was de enig correcte uitleg. Het consortium dat het Panamakanaal moderniseert, is namelijk niet anders te omschrijven dan als ‘Belgisch’: Tractebel zit erbij, Besix ook, en zelfs de Franstalige investeringsmaatschappij Service Publique de Wallonie (SPW). En bij het uit de brand slepen van lucratieve voetbalcontracten is het weinig anders.

Grasmat

Diezelfde ochtend had Peeters al een ontbijtvergadering achter de kiezen met een aantal belangrijke Vlaamse spelers in het binnenhalen van contracten voor het WK 2014. De kaarten daarvoor liggen goed tot uitstekend. Alfacam was reeds present bij het in beeld brengen tal van internationale (sport)evenementen, Desso Business Tapijt heeft een hoogwaardig procédé om natuurgras te verstevigen met kunstgras, wat op het WK in Zuid-Afrika al leidde tot de bouw van wat achteraf uitgeroepen werd tot de twee beste grasmatten van het hele tornooi. Desso kon dinsdag ten andere een contract aankondigen met een Braziliaanse specialist in het bouwen van klassieke grasmatten, conditio sine qua non om ‘binnen’ te raken bij de bouwheren van dat WK. Maar aan tafel bij Peeters zaten nog andere Vlaamse partners met hoogwaardige technologieën, die allemaal uiterst geschikt zijn voor voetbalstadions en sportevenementen: straalverbindingen, verwarming van stadions en trainingsruimtes, of beveiliging en organisatie van vooraf afgebakende perimeters, of stadionverlichting, enzovoort.

In het restaurant van Sofitel Ipirapuera in São Paulo werd ter plaatse een plan de campagne uitgedacht, waarin de minister-president een bemand aanspreekpunt-platform - zeg maar lobbykantoor - in São Paulo organiseert, én die bedrijven zich redelijk unisono kunnen vinden om samen een totaalpakket aan te bieden: ‘beste FIFA, wij garanderen u een stadion dat zo performant is dat u er zelf niet aan dacht’ (wie anders dan een man van Barco voorziet nu al dat de cameraplaatsing voor toekomstige tornooien zo zal moeten zijn opdat er straks ook in 3D naar het voetbal gekeken kan worden).

Maar toch eindigt het Vlaamse lobbywerk wederom in een verhaal met Belgische rand: “We mogen niet vergeten het BOIC in te schakelen, want als het erop aankomt moeten we de contacten met Jacques Rogge (IOC-voorzitter, WP) kunnen onderhouden.”

In de nieuwe wereld primeert realisme. In een federale staat als Brazilië, met deelstaten die oneindig groter maar daarom niet rijker zijn dan Vlaanderen, maakt vendelzwaaien weinig indruk. Brazilianen azen op alles wat ze kunnen krijgen, en wel zo snel mogelijk. Zij voelen dat het momentum aangebroken is om de oude wereld bij te benen en zo mogelijk te overvleugelen. Luciano Mele, de leidende ambtenaar van São Paulo voor buitenlandse investeringen, tot de verzamelde Vlamingen: “Brazilië is niet het land van de toekomst, Brazilië is het land van vandaag. Wij hebben goede kansen voor investeerders, maar die zijn er nu. Wacht niet, want zij gaan voorbij. Mijn vader is Portugees: ik weet hoe snel het voorbij gaat zijn in sommige Europese landen.”

Nergens stuitte het klassieke Vlaamse verhaal op zoveel beperkingen als de dag voordien, bij Frisomat. Nergens toonde het ook hoezeer de Vlaamse handelsmissies gewaardeerd worden. Het is een bijwijlen emotionele family story. Tweeëndertig jaar geleden startten de broers Guy en Philippe Somers met Frisomat, een familiebedrijf gespecialiseerd in zo eenvoudig mogelijke industriële gebouwen. Doorgedreven standaardisering en vereenvoudiging waren de sleutels voor een succesverhaal dat al snel internationaal werd. De standaardisering nodigde namelijk uit tot grote volumes, te groot voor het kleine vaderland. Er werd uitgezwermd, eerst in Europa, dan in Azië en Afrika. Zoals in zoveel familiebedrijven was alle hoop gevestigd op de tweede generatie.

Benoît Somers, zoon van Guy, werd dus uitgestuurd naar de Braziliaanse vestiging van de Katoen Natie om er de knepen van het vak te leren. Helaas voor de familie verloor Benoît in Brazilië zijn hart en zijn hoofd: hij vond er zijn nieuwe vaderland en zijn echtgenote, met wie hij inmiddels drie zonen heeft.

En Frisomat was zijn beloofde zoon kwijt. Tot men besliste de volgende stap in de internationalisering in Brazilië te laten doorgaan, onder leiding van Benoît. Die hapte toe en had meteen zijn eerste project op stapel. Vader en nonkel hapten naar lucht toen ze het hoorden: de aanschaf van 140 hectaren grond. Nu zijn het nog eindeloze suikerrietplantages, straks wordt het een gigantisch industriepark. De burgemeester van Monte Mar steunt het plan, ook al is het overweldigende uitzicht van de groene zee van rietvelden straks gedaan. “Waarom zouden wij vasthouden aan een monocultuur? Straks komt er industrie, en dat betekent welvaart, en werk, en scholing, en vooruitgang.”

Credibiliteit

Het was dus een feest van een gemeenschap, priester met zegen incluis, die de nieuwe vestiging van Frisomat inhuldigde. Maar de absolute eregast was minister-president Kris Peeters. Speciaal voor hem lieten de Brazilianen ‘De Vlaamse Leeuw’ schallen, temidden van het bucolische groen, en Peeters zong dapper mee - of tenminste de eerste strofe, want die Leeuw bleef maar duren. En vervolgens klonk, even plechtstatig, de Brabançonne. Hij werd trouwens ook, al bij al correct, begroet als “de minister president van Vlaanderen uit België”. Niet door de Brazilianen, maar door de familie Somers uit Wijnegem. En nadien was er de Braziliaanse hymne, treffend symbool voor een Vlaams-Belgisch-Braziliaanse familie en dito industrieel project. Een Antwerps familiebedrijf dat overleeft omdat het (deels) overgeplant wordt naar Brazilië. Dat dit ook maar kan, door de intense begeleiding van Flanders Investment & Trade, de ‘Vlaamse dienst voor buitenlandse handel’. Waarvoor Kris Peeters op haas ontroerende wijze bedankte door de oude Somers, die zijn hand schudde en maar bleef pompen, te zeggen: “U moest eens weten hoeveel de hulp van uw diensten en uw komst bij deze eerste steenlegging voor ons betekenen.”

Dat is de evaluatie van zowat alle Vlaamse bedrijfsleiders. En er waren er nogal wat in São Paulo, waar Intermodal doorging, de grootste logistieke beurs van Latijns-Amerika. Vlaanderen staat er met een opvallende stand, Port of Flanders, waar een dertigtal Vlaamse maritieme bedrijven present zijn. Een van de aanwezige ondernemers, gespecialiseerd in hoogtechnologische ondersteuning van containertrafiek: “U kunt niet geloven wat voor een steun de aanwezigheid van een minister-president is, zeker iemand met een achtergrond in het bedrijfsleven. Toen Leterme nog minister-president was, hebben we ons eens beklaagd bij de ambassadeur omdat die tijdens een handelsmissie onze bedrijfsleiders gewoon niet zag staan. De ambassadeur beloofde te doen wat hij kon en tijdens de slotreceptie kwam Leterme dan toch een hand schudden. Zijn enige vraag: ‘Zijde gij van West-Vlaanderen?” ‘Neen.’ En hij zag ons niet meer staan. (lacht)”

Yves De Cocker van kunstgrasspecialist Desso is formeel: “Zonder de handelsmissies kunnen wij niet meedingen voor dergelijke internationale topcontracten. Missies, in het meervoud: we hadden er al een met prins Filip, dan nog een en nu die met Kris Peeters. Maar die steun is dus meer dan symbolisch: die is essentieel. Zeker in Zuid-Amerikaanse landen geldt de zichtbare steun van een belangrijk politicus als een bewijs van degelijkheid, als een waarborg: dit Vlaams of Belgisch bedrijf heeft credibiliteit.”

En zo loopt de geschiedenis uit in een cirkel. Ooit had de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel het monopolie op handelsmissies, die dan onder hoge bescherming van de prins verliepen: decennialang Albert, dan Filip. Vlaanderen claimde die bevoegdheid, wat een tijdlang tot veel gedruis en onmin leidde. Maar de monarchie is soepel, prins Filip werkt ook samen met de Vlaamse diensten - Kris Peeters kondigde trouwens aan dat op de jongste Davosconferentie het befaamde MIT in Boston hemzelf én prins Filip gezamenlijk heeft uitgenodigd, en dat ze daarop ook samen zullen ingaan. Waarom niet, want Peeters doet in hoge mate hetzelfde als Filip: alle mogelijke steun geven, moreel en in het geval van de minister-president ook operationeel, aan exportgerichte bedrijven. En die zien ‘prins Kris’ graag komen. Want alle hoge hulp is welgekomen, zo weten de ondernemers, die het vervolgens natuurlijk zelf moeten doen.