Direct naar artikelinhoud

We zijn groener dan we dachten

België heeft zich neergelegd bij een EU-klimaatplan dat vele experts en bedrijven 'te slap' vinden (DM 3/3). Maar lag het aan de Belg zelf, dan nam ons land wel een scherpe groene positie in, zo leert een nieuwe Eurobarometer. Een op de vier vindt de klimaatkwestie het grootste wereldprobleem.

Apple wil geen klimaatonvriendelijke investeerders meer. De topman van GDF Suez meldt dat het nodig is 'te investeren in elektriciteitsproductie met een lage CO2-uitstoot'. Een coalitie van 91 Europese bedrijven roept de Europese lidstaten op te kiezen voor een ambitieus klimaatbeleid voor 2030. De trend is duidelijk: grote economische spelers, waaronder ook het IMF, melden dat de opwarming van de aarde tegengaan economisch de slimste zet is.

Maar wat vindt de burger? In de aanloop naar een beslissing over nieuwe Europese klimaatmaatregelen tegen 2030 vroeg ook de Europese Commissie zich dat af. 27.919 burgers uit de 28 EU-lidstaten kregen zes centrale vragen voorgeschoteld.

Hoe belangrijk is de klimaatkwestie?

Een kwart (24 procent) van de Belgen duidt klimaatverandering aan als belangrijkste wereldprobleem. Dat is hoger dan het Europese gemiddelde van 16 procent. Meer dan de helft van de Belgen (56 procent) noemt klimaatverandering als een van de ernstigste internationale kwesties. Het klimaat komt voor de Belg daarmee op twee, net na armoede en hongersnood. Op de derde plaats zet de Belg de economische situatie.

Hier tonen Belgen zich alweer 'groener' dan de gemiddelde EU-burger, voor wie klimaat het derde belangrijkste probleem is, na armoede en hongersnood en de economische situatie. In 2011 zette de gemiddelde EU-burger klimaat nog op plaats twee.

Op een schaal van één tot tien geven Belgen klimaat een gewicht van 7,2. De Europese score is dan weer 7,3. Opmerkelijk is dat landen waar de crisis het hardst heeft toegeslagen, de klimaatproblematiek een nog hogere score geven: 8,2 in Italië, 8 in Griekenland en 7,9 in Spanje. Letten en Esten zijn het minst met de opwarming begaan.

Wie moet iets doen tegen de opwarming van de aarde?

Misschien is het de nabijheid van de Europese instellingen, maar Belgen verwachten samen met Luxemburgers het meest van de EU. Meer dan de helft van onze landgenoten (51 procent) noemt de EU, bijna de helft (48 procent) wijst het bedrijfsleven aan en 44 procent verwacht actie van de nationale regering.

Het aantal Belgen dat de eigen regeringen aanduidt als een van de belangrijkste verantwoordelijken, is in vergelijking met 2011 met 2 procent toegenomen. Zweden, Oostenrijkers en Denen verwachten het meest van hun regeringen. Roemenen en Litouwers vinden klimaat vooral een zaak van ngo's.

Hoe belangrijk is het dat de eigen regering klimaatdoelen stelt?

Bijna alle Belgen (ruim 90 procent) vinden dat belangrijk. Zowat de helft acht nationale doelen voor groene energie en minder energieverspilling 'zeer belangrijk'. Een bijna even grote groep ziet dat als 'nogal belangrijk'. 90 à 92 procent van alle Europeanen denkt er ook zo over.

In het licht van het gekibbel tussen de lidstaten en in de Wetstraat over het nieuwe voorstel zijn dat opmerkelijke resultaten. Het plan van de Europese Commissie voor groene maatregelen tegen 2030 bouwt de nationale verplichtingen namelijk af. Nu moeten de lidstaten tegen 2020 elk een nationale doelstelling voor hernieuwbare energie halen. Tegen 2030 zou dat niet langer het geval zijn. En over duurzaam energieverbruik, dat tegen 2020 met 20 procent beter moet, zegt het nieuwe voorstel niets. Met andere woorden: ook burgers vinden het te slap.

Ondernam u het voorbije half jaar zelf iets om het klimaatprobleem aan te pakken?

Exact de helft van de EU-burgers zegt zich persoonlijk in te zetten voor de planeet. In ons land is dat 49 procent van de burgers, 5 procent minder dan in 2011. Roemenen, Esten, Bulgaren en Litouwers tonen het minste groene engagement. Zweden, Luxemburgers, Slovenen en Duitsers het meest.

Wat de Belg doet, is bekend: hij sorteert afval als geen ander. Driekwart vermeldt recyclage en sorteren. Dat is overigens in de hele EU de meest populaire vorm van actie tegen klimaatproblemen. In ons land zijn plastic zakken en verpakkingen vermijden, zo veel mogelijk lokale en seizoensgebonden producten kopen en alternatief vervoer de andere belangrijke vormen van individuele inzet.

Is de strijd tegen de klimaatverandering positief voor de Europese economie?

Op de hamvraag van de enquête antwoordt tachtig procent van de Europeanen positief. Een derde zegt volmondig 'ja', de helft zegt eerder 'ja' dan 'neen'. In ons land zijn die resultaten hetzelfde. Connie Hedegaard, Europees klimaatcommissaris, vindt het opvallend dat vooral inwoners van 'crisislanden' Spanje, Griekenland en Portugal (88 procent zegt 'ja') vinden dat de strijd tegen de klimaatverandering positief is voor de economie.

Volgens Hedegaard is het plaatje zeer duidelijk: "De burgers begrijpen dat de klimaatverandering niet verdampt is terwijl iedereen druk bezig was met de economische crisis. We hoeven geen keuze te maken tussen groei en klimaat. Het moet beide zijn."

Moet de EU de invoer van fossiele brandstoffen reduceren?

Een op de vijf Belgen (22 procent) zegt 'ja'. Het EU-gemiddelde ligt hoger: 26 procent vindt dat Europa minder fossiele brandstoffen moet invoeren. Vooral in Spanje, Oostenrijk en Cyprus is dat zo. Letten, Esten en Litouwers zijn die mening het minst toegedaan. Jaarlijks importeert de EU voor 550 miljard euro aan olie en gas uit Rusland en het Midden-Oosten.