Direct naar artikelinhoud

'Als schoonheid slechts esthetiek is, dan gaapt de leegte'

Hij heeft flink onder vuur gelegen. Doodsbedreigingen gekregen, zelfs. Na de filmopnamen waarbij katten in de lucht werden gegooid was er weer opschudding toen bleek dat hij vogelspinnen door een doolhof van scheermesjes liet lopen. Nu is Jan Fabre terug met een muziektheatervoorstelling over Wagner en Nietzsche. 'Ik creëer veel te graag.'

Alles over die katjes moet je schrappen." Na anderhalf uur gesprek over kunst, politiek en - onvermijdelijk - met huisdieren gooien op de trappen van het Antwerpse stadhuis, zet Jan Fabre de puntjes op de i. De kattenkwestie heeft onlangs een schaduw geworpen over wat de voorbije dertig jaar tot een imposant oeuvre is uitgegroeid, en dat zit hem duidelijk niet lekker.

Het loopt al tegen middernacht aan en het terras van de Duke of Antwerp op de De Keyserlei is helemaal leeggelopen. Maar aan energie heeft de kunstenaar geen gebrek. De onmiddellijke aanleiding voor ons gesprek is Tragedy of a Friendship, Fabres nieuwste voorstelling die later deze week haar wereldpremière beleeft in de Vlaamse Opera hier even verderop. Daar was het gesprek in eerste instantie dan ook bij begonnen.

"Voor al mijn voorstellingen geldt eigenlijk hetzelfde: hoe beter ik ben voorbereid, hoe beter er achteraf geïmproviseerd kan worden. Zodra ik dan aan het werkproces begin, weet ik niets meer. Dan wek ik bij de performers de indruk dat ze zelf alles ontdekken. Ik ben twee jaar geleden aan deze productie begonnen, heb eerst elke scène uitgetekend. Natuurlijk: op zo'n tekening kun je in één seconde van een vierkant een vliegend tapijt maken. De realiteit is altijd wat moeilijker. Mijn voorstellingen bestaan maar bij de gratie van mijn performers. Die geven het bloed, het zweet en de tranen. Zij zorgen ervoor dat die tekeningen tot leven komen. Dankzij hun persoonlijkheid, hun authenticiteit, overstijgt zo'n stuk mijn eigen conceptuele visie."

Tragedy of a Friendship gaat over de tumultueuze vriend- schap tussen Friedrich Nietzsche en Richard Wagner. Wagner, een van je meest geliefde kunstenaars, was erg omstreden, hij wordt in gelijke mate verafgood en verworpen. Is dat een reden waarom je je met hem identificeert?

"Nee. Als krijger van de schoonheid kan ik niet anders dan nederig blijven. Wagner was een van de eersten die gesamtkunstwerken maakten, waarin verschillende parameters - licht, actie, muziek - samenkwamen. Op dat vlak heeft hij me als jonge kunstenaar zeker geïnspireerd. Ik gebruikte zijn muziek dertig jaar geleden al in mijn eigen voorstellingen. Maar het valt uiteraard nog af te wachten of mijn werk over honderdvijftig jaar nog even vaak opgevoerd zal worden als de opera's van Wagner."

Tracht je als kunstenaar niet vooral je eigen onsterfelijkheid in scène te zetten?

"Als ik zou denken dat ik geen bijdrage lever aan de geschiedenis, kan ik beter stoppen. Al mijn werk is een preparatie tot de dood, de verdwijning. Mocht ik er niet van overtuigdzijn dat ik de wetten van de kunst kan opentrekken, wat voor zin heeft het dan?

"Natuurlijk kun je niet elke dag een masterpiece maken. Je heb veel werken nodig om af en toe een sleutelwerk te scheppen. En er zijn toch een aantal dingen waarvan ik weet dat ze zullen overleven. Mijn schildpad in Nieuwpoort. Heaven of Delight in het Koninklijk Paleis. En die totem op het Ladeuzeplein in Leuven... Daarnaast zijn er stukken die met de jaren aan kracht hebben gewonnen, die destijds niet goed werden bevonden omdat ze te radicaal of te gedurfd waren. Maar twintig jaar later worden ze wel opgenomen in belangrijke tentoonstellingen. Ik ben altijd een eenmansbeweging geweest, heb nooit modes of trends gevolgd. In het begin heeft dat voor wat vertraging gezorgd, maar op lange termijn krijgt dat stilaan ook voordelen."

Is het moeilijk om afscheid te nemen van een kunstwerk dat je atelier verlaat?

"Dat is niet altijd makkelijk, nee. Ik heb intussen een privécollectie aangelegd van mijn eigen werk en sommige dingen verkoop ik ook niet. Omdat het sleutelwerken zijn, waarvan ik zelf vind dat ik ze moet bijhouden. Vanochtend ben ik opgestaan en heb ik twee droomtekeningen gemaakt. Dat doe ik al 27 jaar bijna iedere ochtend, maar die heb ik nog nooit aan iemand laten zien."

Je werkt als auteur, beeldend kunstenaar en regisseur. Hoe verhouden die disciplines zich tot elkaar?

"Ze hebben elk een verschillend geheugen en vergen een andere benadering. Maar doordat ze allemaal uit mijn brein komen, zijn er wel raakpunten: het menselijk lichaam blijft een onuitputtelijk onderzoeksobject en de idee van de metamorfose, van de transformatie komt ook vaak terug. Van mens tot dier, van dier tot mens. En als kunstenaar wil ik natuurlijk schoonheid scheppen.

"Pas op: als schoonheid alleen esthetiek zou zijn, is het niet meer dan make-up. Dan gaapt de leegte. De schoonheid waar ik over spreek is altijd een samengaan van ethische waarden en esthetische principes. De kleur van de vrijheid vormt de kleur van de schoonheid. Lelijk is alles wat onvrij is. Iemand zijn vrijheid ontnemen vind ik het allerergste."

Voel je je zelf nu vrijer als kunstenaar dan dertig jaar geleden, of word je beknot door de tijdgeest, die weer een stuk conservatiever is geworden?

"Begin jaren tachtig maakte ik theatervoorstellingen waar vaak duizend mensen in de zaal zaten, maar tegen het einde waren er negenhonderd weggelopen. Dat vonden we normaal, toen. Voor veel producenten van avant-gardetheaters in Europa was dat zelfs een reden om me zéker te programmeren. Omdat er op z'n minst iets radicaals gebeurde. Nu spelen de meeste museumdirecteurs en producenten op veilig. Ze willen goede kritieken krijgen, want dan mogen ze hun job houden.

"Ik ben een voorstelling aan het voorbereiden die vierentwintig uur zal duren, maar als ik daar met grote producenten over praat, merk ik dat ze er meer voor terugschrikken dan dertig jaar geleden. Ze denken meteen aan de vakbonden, en aan het publiek dat de trein of de bus terug naar huis nog moet nemen."

Terwijl Jan Fabre nu toch een veel veiliger merk is dan toen je begon. Je bent kunstestablishment geworden.

"Dat denk ik niet. Als je naar mijn werken kijkt, zie je toch dat ik een embryo ben dat zich nog maar pas begint te ontwikkelen. Wat wel klopt: omdat mijn naam weerklank heeft, krijg ik af en toe grote exposities en kan ik grote theaterprojecten maken. Zo- als nu voor de Vlaamse Opera, waar ze me carte blanche geven. In een vroeg stadium heb ik ervoor geopteerd om niet met de zangers en muzikanten van de opera samen te werken. Maar de intendant is me toch blijven volgen. En ik zit nu in een positie dat ik werken kan realiseren die ik twintig jaar geleden al op maquet- te heb gemaakt, maar waar nu pas de middelen voor vrijkomen.

"It takes a lifetime to become a young artist. Dat is een voordeel. Als jonge gast wilde ik de wereld veranderen. Mijn werk tegen een witte muur hangen. Voorstellingen maken voor prestigieuze operahuizen. Maar als je al in de grootste musea hebt geëxposeerd en in de mooiste theaters hebt gestaan, kan dat je gestolen worden. Dan is het enige doel: je werk beter maken."

Die prestigieuze operahuizen, musea en theaters staan inmiddels allemaal op je cv. Héb je de wereld veranderd?

"(aarzelt) Ik ga er nog altijd van uit dat je als kunstenaar de wonde in het hoofd van de toeschouwers kunt genezen. Dat je werk op de mensen weegt, hen lichamelijk vervoert naar een andere plaats en een andere tijd. Dat je hen anders laat kijken, anders doet denken. Maar tegelijk besef ik goed dat ik eigenlijk de nar van de maatschappij ben. Je kunt er als kunstenaar wel je mond over opendoen, maar dat wil niet zeggen dat er geluisterd wordt.

"Ik heb nooit verborgen dat ik geen sympathie heb voor Bart De Wever. Maar hij is intussen wel burgemeester. Ik heb in dit land al een paar keer last gehad met extremisten. Toen ik dat werk met die keverschildjes maakte in het Koninklijk Paleis, is mijn deur maandenlang met stront besmeurd. Er zaten brieven in mijn bus waarin stond dat ze me zouden weten te vinden. Dat ik een landverrader was. En een koninginnenneuker. Ik kon niet door de stad wandelen of ik werd tegengehouden door gasten die me in elkaar wilden slaan omdat ik iets gemaakt had voor het Koninklijk Paleis. Voor België. Het aanvaarden van die opdracht alleen al werd als een politieke daad beschouwd. Ik ben inmiddels drie, vier keer fysiek aangevallen. Dan is er toch sprake van een verrechtsing, van een conservatisme."

Zeker. Al lijkt me dat geen exclusief Belgisch probleem.

"Nee, ik merk het in heel Europa. Maar zelfs in Antwerpen is er een vorm van collaboratie aan de gang. Ik ken veel acteurs, schrijvers en kunstenaars die eerst openlijk tegen De Wever waren, en nu hij aan de macht is plots zeggen dat ze hem het voordeel van de twijfel gunnen. Een tijdje terug filmde ik in een Antwerps museum en ik merkte dat de directrice bang was dat ze haar subsidies van de stad zou kwijtraken.

"Je ziet hoe alles zich aanpast aan het nieuwe stadsbestuur. Dat mag je niet onderschatten. We leven in een democratie en die democratie vertelt ons dat in de raad van bestuur van deSingel, het Toneelhuis en het M KHA mensen binnensijpelen die niet voor de schoonheid staan waar ik in geloof. Die niet de kwetsbaarheid van het menselijk individu verdedigen. Nogmaals: ik vind Antwerpen niet meer verrechtst dan veel andere steden in Europa. Maar je moet het ook niet ontkennen, want dan collaboreer je. Je moet je mond blijven opendoen. Kleur durven te bekennen. En als ik het N-VA-programma lees, kan ik De Wever niet het voordeel van de twijfel geven."

Laten we het eens over de kattenkwestie hebben. Zelf ooit een huisdier gehad?

"Ik ben opgegroeid in de zoo. Thuis hadden we een sint-bernard, twee straathonden, een viskesbak, vier katten, marmotjes, slangen... you name it. De twee mozaïeken die ik onlangs voor de dierentuin gemaakt heb, zijn gebaseerd op twee schildpadden die ik als kind had. Voor mij zijn dieren de beste dokters, de beste filosofen ter wereld.

"Als klein manneke nam mijn vader me mee naar de zoo om te tekenen. Mijn vader heeft me al heel vroeg geïntroduceerd in de wereld van de fysionomie. Het heeft me altijd gefascineerd hoe dieren bewegen, hoe ze overleven. Als jonge gast gooide ik katten in de lucht, en dan probeerde ik die te fotograferen en te filmen met een 8-millimetercamera. Ik vond het fantastisch om te zien hoe ze bewogen, hoe ze vielen en op hun poten terechtkwamen. En dat tekende ik dan."

Daarnet zei je zelf: schoonheid is vrijheid. Wat die katten niet meer hebben als ze in de lucht worden gegooid, is precies dat: vrijheid.

"Kijk: er is een menselijke fout gebeurd. Het was niet het opzet om die dieren te verwonden. Integendeel: het was net de bedoeling om hun schoonheid te laten zien. Ik heb de eerste versie van de film gezien waar die bewuste opnamen voor gemaakt zijn, en het ziet er fantastisch uit: ik dans als Fred Astaire, en tegelijk zie je die beesten traag door de lucht gaan en dan weer langzaam naar beneden vallen.

"Het is erg dat er een katje gewond is geraakt. Dat heeft me pijn gedaan. Ik heb de eigenares een schenking overgemaakt zodat dat beestje geopereerd kan worden. Trouwens: voor een ander werk heb ik ook al met baby's gegooid. Met toestemming van de moeder. Maar natuurlijk niet met het idee om dat kind te verwonden."

Wil ik graag geloven, al blijft die dierenliefde van jou toch moeilijk te vatten. Noem me ouderwets, maar vogelspinnen door een installatie met scheermesjes sturen heeft meer met sadisme dan met kunst te maken.

"Dat is een oud werk. Het heeft jarenlang in het M KHA en het S.M.A.K. gestaan, en niemand heeft zich daar ooit druk om gemaakt. Tot nu. Die beesten hebben daar járen in gezeten. Soms moesten ze wel vervangen worden, natuurlijk. Sommige spinnen leven niet zo lang."

En al helemaal niet als ze dat in een doolhof met scheermesjes moeten doen.

"Dat is niet waar. Spinnen zijn intelligente wezens. Die kruipen overal over, zonder zich te verwonden. Ben ik een dierenbeul omdat ik als kind niets liever deed dan spinnen hun poten uittrekken? Dat zou ik nu niet meer doen, maar toen wilde ik de mechaniek van het leven ontdekken.

"Ik heb jarenlang geëxperimenteerd, ik sneed vleugels van muggen en plaatste ze op het lichaam van een worm. Ik wilde een nieuwe creatie maken, een jonge dokter Frankenstein zijn. Voor mij belichaamt een dier het pure instinct. En soms moet je dieren in een specifieke situatie brengen om ervan te kunnen leren, om te zien hoe ze reageren. Maar met respect. Als je een kat drie meter de lucht in gooit, denk ik niet dat je ze kunt verwonden. Zo'n beest doet in de natuur veel extremere dingen."

Hoe heb je de weken na die controverse beleefd?

"Ik heb geen zin om daarover te praten."

Je hebt wel zelf op televisie komen vertellen dat je in elkaar was geslagen tijdens het joggen in het Park Spoor Noord.

"Dat was ook zo."

Ik vond dat je er verdomd gaaf uitzag voor iemand die de dag daarvoor door zeven man met matrakken was bewerkt.

"Ik heb geluk gehad, ben kunnen vluchten. Ik kreeg een stomp in mijn nieren, een klap op mijn nek. Echt: ik scheet in mijn broek. Maar achteraf heb ik zelfs geen klacht ingediend. Er hangen camera's in dat park. Alleen: zelfs als de politie de daders had kunnen identificeren, hadden ze twee dagen later weer op straat gestaan. En wie weet hoe het dan zou zijn afgelopen."

Je looproute veranderd, sindsdien?

"Ja, dat wel. (lacht) Ik vind het verschrikkelijk jammer dat de media daar uit sensatiezucht op zijn gesprongen."

Een kunstenaar die provoceert, moet ertegen kunnen als op die provocatie wordt ingegaan.

"Het wás geen provocatie! Mochten die beelden in een gesloten ruimte zijn opgenomen - zonder een schepen Luc Bungeneers die met zijn telefoon kon filmen - had niemand daar een probleem van gemaakt. Hoeveel speelfilms worden er niet opgenomen met dieren? Er is één kat verkeerd gevallen en de pers heeft dat buiten proportie opgeblazen. Ik vind: de media moeten daar niet mee bezig zijn. Je kunt beter je tijd stoppen in een museumbezoek. Of naar een goede theatervoorstelling gaan."

Heeft het incident je aan het denken gezet?

"Ben jij van de cultuurpolitie of zo?"

Nee. Maar het lijkt me een relevante vraag.

"Ik zal als kunstenaar altijd mijn eigen zin doen. Met respect voor mens en dier. Het is niet aan de media of aan de politiek om me te zeggen wat ik wel en niet mag doen. Wie daarin meegaat, speelt partijen als Vlaams Belang en N-VA in de kaart."

Dierenwelzijn heeft niets met links of rechts te maken, maar met gezond verstand en empathie. Persoonlijk vind ik de lijn nogal duidelijk: kunst stopt waar het lijden van anderen begint.

"Wat is lijden? Ik heb ooit een stuk geregisseerd met Dirk Roofthooft, waar een uil mee op de scène zat. Die was zo rustig dat hij in slaap viel tijdens de voorstelling, maar toch heeft de dierenbescherming hem twee keer van het podium gehaald en drie dagen in een doos gestopt. Terwijl dat beest zelfs bij me op tafel kwam zitten terwijl ik aan het tekenen was. Ze hebben me drie keer voor de rechter gesleurd en uiteindelijk vond zelfs hij dat die onnozelheid lang genoeg had geduurd.

"Na die kattenaffaire heb ik doodsbedreigingen gekregen. Maar ik heb me verontschuldigd, en dat is voldoende. Tienduizend haatmails heb ik ontvangen. Mijn medewerkers werd kanker toegewenst. Mijn eigen nichtjes zijn gebasht op school. Maar dat vind jij blijkbaar niet erg."

Wat mij betreft is dat even verwerpelijk. Iets anders: daarnet had je het over je werk als voorbereiding op de dood. Ben je daar, op je vierenvijftigste, vaak mee bezig?

"Ik heb in mijn leven al twee keer in een coma gelegen. Ik weet dus wat het is om in geleende tijd te leven. Daarom loopt het post mortem stadium of life als een rode draad door mijn werk. Ik celebreer de dood als een aspect van het leven."

Laten we op een positieve noot eindigen: waar ben je na dertig jaar kunstenaarschap zelf het meest trots op?

"Op het kleine tekeningetje dat ik zal maken als ik negentig jaar ben. Naarmate je meer fouten maakt, meer ontdekt, meer experimenteert en langer onderweg bent, word je als kunstenaar misschien wel vrijer. Ik heb al veel waters doorzwommen, dus ik hoop dat de leeftijd ook meer rust zal brengen. Het is mijn diepe wens om heel oud te worden. En te eindigen met het juiste tekeningetje. En de juiste kleine tekst.

"Ik ben de eerste levende kunstenaar die in het Louvre heeft tentoongesteld. De enige kunstenaar die op het theaterfestival van Avignon drie keer het cour d'honneur mocht gebruiken. Precies doordat ik dat allemaal gedaan heb, hoeft het nu niet meer zo nodig. Op de twintig uitnodigingen die mijn kantoor krijgt, neem ik er misschien maar één aan.

"Ik wil zoveel mogelijk tijd vrijwaren om dichter bij mijn eigen ziel te komen. Bovendien: ik ben niet het type om te stoppen. Ik sterf op het slagveld. Ik ben nogal een zenuwpees. En ik creëer veel te graag. Dat is tegelijk mijn sterkte en mijn zwakte. Er zijn kunstenaars - collega's die ik respecteer - die maar vier, vijf schilderijen per jaar maken. Puur economisch is dat slim bekeken, want zo gaat hun marktwaarde omhoog. Maar ik werk veel te graag. Ik ben nu al met projecten bezig voor over zeven jaar. Voor mij is het genot een essentieel deel van mijn kunstenaarschap. En dat plezier wil ik niet weggeven uit winstbejag."



Tragedy of a Friendship loopt op 15, 17, 18 en 19 mei in de Vlaamse Opera Antwerpen en op 23, 24 en 25 mei in de Vlaamse Opera Gent. www.vlaamseopera.be