Direct naar artikelinhoud

Neoliberale waanzin? Kom nou

Paul Verhaeghe heeft het mis: onze samenleving is niét neoliberaal

Paul Verhaeghe, psychoanalyticus en hoogleraar aan de UGent, is op dit ogenblik wellicht de bekendste maatschappijcriticus in dit land. Zijn kritiek komt er grof geschetst op neer dat de neoliberale maatschappij mensen ziek maakt (winnaars en verliezers) en de sociale verbanden vernietigt.

Paul Verhaeghe heeft veel kritiek op het labelen van mentale aandoeningen. Een beschrijving van een aandoening wordt voorgesteld als oorzaak van wat er beschreven wordt. In essentie doet hij hetzelfde. Eerst labelt hij onze huidige samenleving als neoliberaal en vervolgens oordeelt hij dat alle maatschappelijke en individuele kwalen veroorzaakt worden door dit neoliberalisme. De term 'neoliberale waanzin' laat aan verbeelding niets te wensen over. Enkele bedenkingen zijn op hun plaats.

Ongetwijfeld zijn er neoliberale tendenzen, maar het is van de pot gerukt als een samenleving waar het overheidsbeslag meer dan 50 procent bedraagt en waar nog altijd heel sterk (en terecht) sterk aan herverdeling wordt gedaan, het predicaat neoliberaal krijgt. De sociale uitgaven in België bedragen bijna 30 procent van het bbp en stegen het voorbije decennium met 10 procent. De huidige maatschappelijke ontwikkelingen zijn zo divers, verwarrend en tegenstrijdig dat het zeer de vraag is of we het geheel onder één omvattend begrip kunnen labelen. Mijn belangrijkste kritiek op Verhaeghe is dat zijn analyse veel te eenzijdig is. Een belangrijke verklaring hiervoor is wellicht te vinden in zijn klinische praktijk. De Gentse hoogleraar is hulpverlener en bekijkt de wereld door een hulpverlenersbril. Hij ontmoet mensen met problemen. In die setting is de kans groot dat je wereldbeeld eerder negatief is. Je ziet wel de bedreigingen maar veel minder de kansen. Het is een zeer menselijke reactie maar een academicus van het formaat van Paul Verhaeghe zou hier kritischer mee mogen omgaan. Een foto van Pukkelpop op je virtueel prikbord plaatsen is volgens hem een uiting van depressief genot. Zou het misschien kunnen dat het, zoals Pedro De Bruyckere stelt, het ook gewoon leuk is om foto's te delen met vrienden?

Verhaeghe gaat gierend hard uit de bocht als hij het over de wereld van arbeidsorganisatie heeft. De zeggenschap van werknemers over hun werk gaat erop achteruit, de ethiek op de werkvloer is in vrije val. Wie vijf jaar in dezelfde job blijft, vertoont een afwijking. Een nietsontziende competitiedwang doodt de normale menselijke verhoudingen. En dan is er nog de stress die steeds meer de pan uit swingt. Een kleine bloemlezing uit de vele beweringen van de professor die gewoon niet kloppen. In de Europese Unie is bijna 80 tot 85 procent van de mensen tevreden of heel tevreden met het werk dat ze doen. Deze percentages bleven het voorbije decennium zeer stabiel. Werknemers die klagen over een gebrek aan sociale steun vanwege de collega's of de leidinggevenden vormen een kleine minderheid (10 procent collega's, 19 procent leidinggevende). Dit aandeel is de voorbije vijf jaar zelfs telkens met vijf procentpunten gedaald! Tot 95 procent van de werknemers stelt dat ze gerespecteerd worden als mens door de leidinggevende. En om te besluiten, bijna 70 procent van de werknemers neemt deel aan belangrijke beslissingen in het bedrijf. Al deze cijfers zijn te vinden in de European Working Condition Survey van the European Foundation, zeg maar de arbeidsdenktank van de Europese Unie waarvan vermoed kan worden dat het geen verborgen neoliberale agenda heeft. In alle sereniteit, de neoliberale waanzin is hier wel heel ver weg.

Het maatschappelijk engagement van Verhaeghe siert hem. Er is ook niets mis met therapeuten die ziektebeelden maatschappelijk willen duiden. Dat er veel maatschappelijke ontwikkelingen zorgen baren is de logica zelve. Maar Verhaeghe heeft te veel een, oh ironie, goed in de markt liggend cultuurpessimistisch verhaal willen schrijven waarbij hij niet te veel wenste afgeleid te worden door de feiten. Kan beter.