Direct naar artikelinhoud

Nigerianen slepen Shell voor rechter

In Nederland hebben vier Nigeriaanse dorpelingen Shell voor de rechter gedaagd. Ze geven de oliereus de schuld voor de vervuiling van waterlopen en landbouwgrond in de Nigerdelta. Het is de eerste keer dat een Nederlandse multinational in eigen land verantwoording moet afleggen voor het beleid van een buitenlands filiaal.

De Nigerianen, boeren zowel als vissers, legden gisterochtend voor het eerst getuigenis af bij een rechtbank in Den Haag. Hun eis wordt geschraagd door de groene actiegroep Friends of The Earth. Zij beschuldigen Shell ervan de Nigerdelta zwaar te hebben vervuild en willen dat het bedrijf voor de schoonmaak opdraait. Shell, een Nederlands-Britse firma, wijst de aantijging van de hand en zegt dat de vele olielekken het gevolg zijn van illegale aftap, niet van gebrekkig onderhoud.

Het is nog maar de eerste keer dat een in Nederland geregistreerd bedrijf voor de rechter wordt gedaagd in verband met een klacht tegen een buitenlands filiaal. Shell is van mening dat de Nigerianen de zaak in eigen land hadden moeten aanspannen en dat het Nederlandse gerecht niet bevoegd is. Friends of the Earth argumenteert dan weer dat Shell alle beleidslijnen in Europa uittekent en mikt op een precedent. Dat zou de weg moeten vrijmaken voor procedures in de 'moederlanden' van aangeklaagde bedrijven.

"We drinken petroleum, we eten petroleum, we ademen petroleum in", vatte een van de dagers, Eric Dooh, de situatie voor de rechter samen. "Wat ik vraag is gerechtigheid, ik verwacht van de rechters dat ze zich over deze kwestie buigen, medeleven betonen en aan ons leefmilieu denken." Volgens Dooh hoort Shell de dringende boodschap te krijgen dat het "de internationale regels moet toepassen waar het ook maar actief is in Nigeria".

Dooh en zijn lotgenoten betogen dat de lekken in de pijpleidingen het visbestand in de Nigerdelta aantasten, de landbouwgrond onvruchtbaar maken en de wouden vernielen. Naar Den Haag brachten ze getuigenissen mee uit drie getroffen dorpen, Oruma, Goi en Ikot Ada Udo.

Argumenten putten ze ook uit een vorig jaar verschenen rapport van de Verenigde Naties. Dat stelt dat oliemaatschappijen, met name Shell, een verpletterende verantwoordelijkheid dragen voor 50 jaar ecologische destructie in de Nigerdelta, een regio even groot als Portugal. De oliereus krijgt bovendien de wind van voren voor zijn banden met de veiligheidsdiensten.

Maar Shell, dat in Nigeria in een joint venture zit waarvan staatsmaatschappij Nigerian National Petroleum Corp meerderheidsaandeelhouder is, wijst de klachten af. Volgens het bedrijf komt de milieuschade in de regio voor het volle pond op rekening van dieven en saboteurs. Die draaien de kranen open, versjacheren de olie en laten de smurrie in de natuur verdwijnen. Shell zegt dat het daardoor dagelijks 150.000 olievaten inboet.

De oliegigant met de gele schelp wijst er ook op dat hij her en der in het bewuste gebied scholen heeft gebouwd, wegen aangelegd heeft en energieprojecten heeft gesteund.

De zaak werd in mei 2008 ingeleid, het verdicht valt wellicht eind januari. "Als de rechter ons gelijk geeft, zal het oordeel verregaande juridische repercussies hebben", zegt Geert Ritsema van Friends of the Earth Nederland en van Milieudefensie. "Het zal slachtoffers van multinationals in ontwikkelingslanden in staat stellen om gerechtigheid af te dwingen in Europa."