Direct naar artikelinhoud

Eilandengroep blijft voor oplopende spanning zorgen tussen China en Japan

Chinese ordehandhavers hebben het moeilijk om de volkswoede tegen Japan in te tomen. In Peking, Shanghai en andere steden zijn traangas en waterkanonnen ingezet om protest tegen de Japanse claim op een eilandengroep in de Oost-Chinese Zee de kop in te drukken.

In Peking werd zaterdag het vuur aan de lont gestoken toen burgers stenen, rotte eieren en flessen gooiden naar de ambassade van Japan. In een discussie die al sinds 1968 aansleept over welk land de 'Senkaku'- of 'Diaoyu'-eilanden tot de zijne mag rekenen, besloot Japan ze nu op te kopen. De gronden, waar waardevolle gasreserves zouden zitten, waren in handen van een Japanse privé-eigenaar.

Peking heeft het over een schending van zijn soevereiniteit. Daarop ontstond zwaar protest, waarbij Japanse eigendommen, restaurants en winkels vernield en geplunderd werden. In Panasonic- en Toyotafabrieken zouden vernielingen zijn aangericht.

De Japanse premier Yoshihiko Noda roept China op de Japanse burgers te beschermen. Ondertussen roepen Chinese burgers op tot oorlog met Japan, waarmee China al sinds de militaire aanvallen in de jaren dertig en veertig een moeilijke relatie onderhoudt. De Amerikaanse defensieminister Leon Panetta, die momenteel op rondreis is in Japan en later ook China aandoet, waarschuwde alvast krachtig voor een escalatie van het conflict.