Direct naar artikelinhoud

Frankrijk geeft door nazi's gestolen schilderijen terug

Twee joodse families krijgen zeven schilderijen terug die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de handen van de nazi's waren gekomen. Het belangrijkste schilderij dat teruggeven wordt is een werk van de Italiaan Sebastiano Ricci.

Zes schilderijen waren eigendom van Richard Neumann, een Oostenrijkse industrieel die na de annexatie door Duitsland in 1938 naar Frankrijk was gevlucht. Een belangrijk deel van zijn collectie werd toen meteen in beslag genomen, maar de man slaagde er toch in om enkele schilderijen mee te nemen naar Frankrijk.

Toen hij in 1941 de benen nam naar Cuba, verkocht hij de werken voor een fractie van de echte waarde. Duitse opkopers in Parijs hebben de schilderijen toen naar München gestuurd, waar ze bewaard werden in afwachting van het museum dat Hitler in het Oostenrijkse Linz wou oprichten.

Het zevende werk, van de hand van de Nederlandse schilder Pieter Jansz van Asch, werd gestolen bij de Praagse bankier Josef Wiener. Na het einde van de oorlog werd het schilderij teruggevonden bij Martin Bormann, de privésecretaris van Hitler. Alle werken kwamen na de oorlog in verschillende Franse musea terecht. Vier schilderijen hingen in het Louvre in Parijs, de drie andere in musea in Tours, Saint-Etienne en Agen.

De erfgenamen van Richard Neumann en Josef Wiener claimden al jaren geleden het eigendom van de gestolen schilderen, maar het Franse ministerie erkende dat pas vorig jaar na lang onderzoek. Le Monde maakte nu bekend dat de schilderijen ook effectief aan de erfgenamen zullen gegegeven worden.