Direct naar artikelinhoud

'Ik wil het Ballet van Vlaanderen heruitvinden'

Het Ballet van Vlaanderen voorbereiden op een fusie met de Vlaamse Opera en zichtbaarder maken in eigen land: iemand moet het doen. De Brits-Portugese Assis Carreiro, kersvers artistiek directeur, nam de taak op haar frêle schouders en zet nu de puntjes op de i. Sarah Theerlynck

Ze is wat de Fransen petite noemen: klein en slank. Binnenin echter schuilt een dijk van een dame. Moet wel als je de opvolgster bent van Kathryn Bennetts, de voormalige artistiek directeur van het Ballet van Vlaanderen, die de compagnie groot maakte maar haar vorig jaar met slaande deuren verliet. Reden: de fusie met de Opera die minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) haar oplegde. Twee maand geleden leverde transitiemanager Dominique Savelkoul, die de weg naar de fusie moest uittekenen, haar eindrapport af, maar veel blijft nog onduidelijk. Tijd dus voor een gesprek, zeker nu de compagnie The Return of Ulysses, het paradepaardje van het seizoensprogramma dat Carreiro in twee weken tijd (!) op poten zette, herneemt.

U bent nu 8 maand artistiek directeur. Hoe heeft u die periode beleefd?

"Als een rit op een roetsjbaan. (lacht) De eerste twee maand pendelde ik ook nog tussen Antwerpen en Londen: crazy. Maar je treft me op een goed moment. Ik ben blij dat we The Return of Ulysses van choreograaf Christian Spuck, een persoonlijke held van mij, mogen hernemen. We zijn de enige compagnie ter wereld die dat stuk mag brengen. Hopelijk kunnen we er nog vaker mee op tournee. Er zijn weinig balletten die humor en pathos én Doris Day en Henry Purcell weten te combineren. Het stuk is de ideale introductie voor mensen die nooit eerder een balletvoorstelling zagen. Spuck geeft mensen die betwijfelen of ballet nog een ander, hedendaags verhaal kan vertellen, lik op stuk. Hij toont dat er hoop is. (lacht)"

Heeft u de voorbije maanden nooit gedacht: 'Wat heb ik me op de hals gehaald?'

"Verschillende keren. (lacht) De job is uiteraard veeleisend. Ik kende de geschiedenis van het Ballet van Vlaanderen, ook de recente strubbelingen, maar als je er zelf niet midden in zit, blijft dat abstract. Ik doe nu alles opnieuw voor het eerst: er moet een fusie komen met de Vlaamse Opera en ik moet leren werken met een raad van bestuur die politiek benoemd is."

Met zo'n politiek benoemde raad van bestuur werken, vergt veel talent voor diplomatie. Heeft u dat?

"Ik vecht voor waar ik in geloof, maar vind ook dat je nooit de hand mag bijten die je voedt. Wij worden gesubsidieerd door de Vlaamse overheid en zijn dus ook verantwoording verschuldigd aan de belastingbetaler. Daarom moeten we zoveel mogelijk proberen deel uit te maken van de Vlaamse maatschappij."

Dat was in het verleden een pijnpunt. Het Ballet van Vlaanderen leek helemaal gefocust op het buitenland.

"Dat wil ik doodgraag veranderen. Daarom riep ik het label Made in Flanders in het leven en maak ik er een punt van zoveel mogelijk in eigen land te touren. Zo moeten we meer in Brussel te zien zijn. Al mogen we ook onze faam in het buitenland niet verwaarlozen."

Intussen leverde transitiemanager Dominique Savelkoul haar eindrapport af. Toch blijft de vraag: waarom een fusie?

"Omdat we met de Vlaamse Opera veel kunnen delen. Waarom twee human-resourcesdepartementen hebben als je het met één kunt? Het Royal Opera House in Londen verenigt ook een opera- en een balletcompagnie. Dat werkt perfect, omdat ze op de juiste vlakken apart werken en op de juiste samen. Onze artistieke autonomie moet behouden blijven. Dat is een breekpunt. We mogen ook niet naïef zijn: een fusie zal geld kosten."

Savelkoul stelt ook dat de Vlaamse regering met minstens een half miljoen euro extra per jaar over de brug zal moeten komen om het Ballet te laten overleven.

"We worden ondergesubsidieerd: dat is een feit. Een half miljoen per jaar extra is het minimum. De meeste gezelschappen hebben een productiebudget, waar onder meer hotel- en taxikosten mee betaald worden, maar bij ons valt dat allemaal onder de noemer artistiek budget. Dat geld is zo opgebruikt. Als we de internationale reputatie die Kathryn Bennetts opbouwde, willen behouden, zullen we meer geld nodig hebben. Nergens ter wereld vind je principal dancers die zo weinig betaald worden als de onze. Uiteraard kunnen we nog meer inzetten op fundraising, maar hier op kantoor werken vijf mensen. Dat is niet genoeg om het serieus aan te pakken."

Bent u niet bang dat de intendant die nu gezocht wordt, een soort supermanager boven uw hoofd wordt?

"Nee, Aviel Cahn, de artistiek directeur van de Vlaamse Opera, en mij is beloofd dat die intendant niet boven ons zal staan, maar naast ons. We zijn drie gelijken. En als we ooit een scheidsrechter nodig hebben, is er de intendant. Ik wil de controle over het lot en de richting van deze compagnie. Het Ballet van Vlaanderen moet een eigen smoel hebben. Dans gaat over fysicaliteit, over lichamen, over atleten. We moeten tonen dat dans sexy kan zijn - waarom niet? - en hedendaags is."

Terwijl de dansers vooral vrezen dat u geen klassiekers meer zal programmeren. Dit seizoen kregen ze al gelijk.

"Ik heb geen vergunning om die klassiekers te brengen en zo'n vergunning kost veel geld. Ik had twee weken om een programma in elkaar te boksen. Bovendien heb ik Who Cares van Balanchine geprogrammeerd, op technisch vlak een grotere uitdaging dan de gemiddelde klassieker. Volgend seizoen brengen we ook Romeo en Julia, in een choreografie van de jonge Russische choreograaf Slava Samoduroy."

Dat is niet de klassieke versie die de dansers zouden willen dansen.

"Ik weet niet of dat waar is. Je moet ook luisteren naar je publiek en in dit land wil dat ook heel graag hedendaagse dans zien. Dus moet je een uitgebalanceerd programma bieden. Ik wil de klassieke standaard behouden, maar ik wil ook dat het Ballet van Vlaanderen een compagnie van de 21ste eeuw is. Kijk naar het ballet van Stuttgart, dat van Hamburg: ook zij brengen een mix van klassiek en hedendaags en toch twijfelt niemand eraan dat ze klassieke balletcompagnieën zijn. Ik wil Onegin terug op de planken brengen, net als The Sleeping Beauty. Alleen: die stukken zullen ons niet in Londen of New York brengen, The Return of Ulysses en sommige van onze zogenaamde mixed bills wel. Daar moet ik ook rekening mee houden. Ik moet deze compagnie heruitvinden met een nieuw repertoire. En ik hoop op den duur een crossoverpubliek aan te trekken, dat houdt van ballet, maar ook van hedendaagse dans."

Waar komt uw liefde voor dans vandaan?

"Als kind had ik een buurjongen die ballet studeerde, met wie ik goed bevriend raakte. Hij ademde ballet en inspireerde me. Ik wilde deel uitmaken van zijn wereld en ging naar alle mogelijke dans- en balletvoorstellingen kijken en verslond boeken over dans. Pas jaren later besefte ik dat zijn passie voor en kennis van dans uniek was. Door hem ben ik ook een danskennisjunkie geworden. (lacht)"

Maar u danste zelf niet?

"Van mijn 12de tot mijn 32ste wel, maar nooit op professioneel niveau. Ik zou nooit de balletdanseres worden die ik wilde zijn in mijn hoofd, dus zag ik er het nut niet van in. Als ik mezelf niet op het podium wilde zien, waarom zou iemand anders dat wel willen? Dus stippelde ik voor mezelf een meer academisch pad uit. Het valt me wel op dat mensen graag vermelden dat ik zelf nooit professioneel danseres was. Dat begrijp ik niet. Sergej Diaghilev, de stichter van de Ballets Russes, was wellicht de grootste balletdirecteur ooit, maar ook hij danste nooit op professioneel niveau. Bovendien: waarom krijgt een operadirecteur nooit de vraag of hij ooit professioneel zanger was? De dag dat ze me de vraag niet meer stellen, wordt een mooie dag. (lacht)"

The return of Ulysses, vanavond première om 20 uur in de Vlaamse Opera, Antwerpen (t.e.m. 28 april)