Direct naar artikelinhoud

'Nietsdoen is een voorwaarde voor het denken'

We zouden het eens moeten proberen: een paar dagen alle beeldschermen uitzetten. 'Er komt een zenuwachtigheid over je alsof je gestopt bent met roken. Sommigen gaan zelfs hyperventileren van de afkickverschijnselen. Maar uiteindelijk brengt het ongelofelijk veel rust.' Joke Hermsen over de voordelen van de 25-urige werkweek.

Als kind al fascineerde de tijd haar mateloos. "Ik maakte er met mijn ouders soms zelfs ruzie over. Ik was ervan overtuigd dat als we naar mijn grootouders gingen, de tijd op de terugreis sneller ging. Elk kind weet dat dat zo is. Ik was zo'n meisje met microscopen en een laboratorium, dus mijn ouders gingen dat voor me klokken. 'Nee, Joke, het duurt precies even lang', zeiden ze dan. Ik wist dat dat niet klopte. Vanaf dat moment heeft de tijd me niet meer losgelaten."

Zoveel jaren later heeft de Nederlandse schrijfster en filosofe Joke Hermsen van het nadenken over de tijd haar beroep gemaakt. In 2009 verscheen haar essaybundel Stil de tijd - pleidooi voor een langzame toekomst. In Nederland, maar ook in Vlaanderen, werd het een bestseller. Er werden meer dan 35.000 exemplaren van verkocht. Joke Hermsen reist sindsdien de Lage Landen rond en hield al meer dan driehonderd lezingen over de tijd. Deze nazomer geeft ze er in de Franse Bourgogne een reeks workshops over. In haar vakantiehuisje in Arthel wordt de tijd een week lang letterlijk stilgezet. In de eerste plaats door een beeldschermverbod. Deelnemers aan de workshop worden verzocht niet te telefoneren, sms'en of mailen. Alle communicatie moet live.

"Het is een experiment", zegt Hermsen. "Na afloop van mijn lezingen kwamen er vaak mensen naar me toe met vragen die meestal over de link tussen tijd en creativiteit gingen. De moderne mens heeft het gevoel dat hij geblokkeerd is geraakt. Hij kan nog wel functioneren binnen de orde van hetzelfde. Het lukt nog nét om de boel aan de gang te houden, om alle verschillende logistieke ballen - werk, zorg etcetera - in de lucht houden. Maar om een nieuwe weg in te slaan, om met echt nieuwe ideeën en plannen te komen... daarvoor is hij te druk, te gestrest, te overspannen bijna. In Frankrijk wil ik mensen laten ervaren hoe groot de impact van de technostress is. Wij onderschatten hoezeer het permanent online zijn een aanslag is op onze cognitieve vermogens. Ik verkondig dat ook in mijn boek en zeg het tijdens lezingen, maar dan kijken mensen me een beetje glazig aan. Ik wil dat ze het hier aan den lijve ervaren. Ik zet zelf regelmatig een paar dagen alle beeldschermen uit. Eerst komt er een zenuwachtigheid in je alsof je gestopt bent met roken. Sommige mensen gaan zelfs hyperventileren van de afkickverschijnselen. Dat duurt dan een dag of twee, maar uiteindelijk loont het zeer de moeite en geeft het ongelofelijk veel rust."

En rust is goed voor de creativiteit?

"Samen met de oude Griekse filosofen ben ik ervan overtuigd dat rust en nietsdoen een voorwaarde zijn voor het denken en voor de creativiteit. Scholé is het Griekse woord voor nietsdoen. Daar is ons woord school van afgeleid. Vroeger wisten we dat rust een voorwaarde was om te kunnen leren. Inmiddels zijn de scholen natuurlijk ook leerfabrieken geworden waar het alleen nog om de prestaties gaat, om de punten en het steeds sneller afstuderen. In het onderwijs wordt alleen nog op tempo gehamerd. Dan krijg je misschien wel brave studenten die de stof uit hun hoofd leren, maar geen kritische geesten die zelf gaan nadenken en hun kritisch vermogen ontwikkelen."

In uw boek schrijft u dat we vastzitten in wat u de kloktijd noemt. Wat is dat?

"De kloktijd is iets wat we zelf verzonnen hebben. Het is een uitermate praktische uitvinding. Wij hebben met zijn allen besloten om de tijd in partjes op te delen zodat we die kunnen meten. We hebben de dag in 24 uur opgesplitst, we hebben besloten dat er zestig minuten in een uur gaan. De kloktijd is een sociale tijd. Ik noem het ook een wereldstichtende tijd. Alles wat in de wereld gebeurt - ontmoetingen, afspraken, transport, industrieën - moet volgens de kloktijd gestructureerd worden. Anders loopt de zaak in het honderd. Met de kloktijd is op zich niets mis, alleen zijn wij westerlingen gaan denken dat die kloktijd de enige tijd is en dat is problematisch."

Welke tijd is er nog naast die kloktijd?

"Naast de tijd die je kunt meten is er ook de tijd die je ervaart. Ik noem dat de innerlijke tijd. We voelen de tijd niet zo aan alsof die is opgedeeld in partjes. Dit uur dat we hier praten, kan heel verschillend ervaren worden door jou en door mij. Als ons gesprek een beetje interessant is, zal de tijd voorbijvliegen, maar de tijd kan ook tergend langzaam kruipen of stilstaan. Tijd is niet alleen lineair zoals de kloktijd. Tijd is ook duur, zoals de Franse filosoof Henri Bergson zei. Tijd is continu en heterogeen. Tijd is dynamisch, in de zin dat hij groeit. In Bergsons model baart tijd ook tijd. Hij noemt dat 'een in het heden aanzwellend verleden'. Alles wat er al aan tijd is geweest, wordt samengebald in een nieuw tijdmoment. Het is een organische toestand, zoals alles in het universum. Elk uur is daadwerkelijk nieuw, want het komt voort uit alles wat er al aan tijd is geweest. Die ervaring van de innerlijke tijd zijn we kwijtgeraakt."

Wat is daar zo problematisch aan?

"De oude Grieken maakten een onderscheid tussen twee vormen van tijd: de chronos en de kairos. Van chronos is ons woord chronologie afgeleid. Dat is de lineaire kloktijd. De kairos was een intermezzo op die kloktijd. Als je heel geconcentreerd met iets bezig bent, dan vergeet je dat strakke regime van de kloktijd die je in je nek blaast en je opjaagt en je voortdurend een gebrek inpepert, die zegt: je moet opschieten, want je hebt te weinig tijd. Dan kom je in een andere tijd terecht, de kairos. De Grieken noemden de kairos 'de god van het geschikte moment'. Het was het moment om het roer om te gooien, om een andere weg in te slaan, om de loop van de geschiedenis te veranderen. Kortom: de tijd van de creativiteit. Die twee vormen van tijd, de kloktijd en de innerlijke tijd, moeten elkaar in evenwicht houden. Als je alleen maar binnen de kloktijd leeft, raak je vervreemd van jezelf, van je moi profond zoals Bergson zei. Dan gaat niet alleen de creativiteit teloor, maar komen ook onze ethische vermogens in gevaar die we nodig hebben om met elkaar een leefbare samenleving te scheppen."

Dat laatste klinkt abstract. Kunt u dat uitleggen?

"Als jij voortdurend maar je rondjes draait binnen de kloktijd en steeds sneller achter jezelf aanloopt, raak je overspannen. Dat weten we uit alle neurologische rapporten. Wat zijn de eerste tekenen van die overspannenheid? Prikkelbaarheid, assertief gedrag, snauwen, lichte depressiviteit, slapeloosheid. Dat maakt onaangename mensen van ons. Dat is één. Ten tweede: denken kost tijd en ook ethische vraagstukken behoren tot het denken. Wil je jouw handelen afwegen en tot een ethisch overwogen oordeel komen, dan zul je daar de tijd voor moeten nemen. Ten derde laat Bergson zien dat zo'n doorgedraaide samenleving die alleen nog door de kloktijd wordt gedomineerd, een soort massamens schept. Hij noemde dat in de jaren dertig de automatonmens. Hij had nog geen woord voor computermens of cyborg... weet je wel. Die automatonmens is erg egocentrisch, op zijn eigen belangen en portemonnee gericht, niet in staat om iets nieuws te verzinnen. Hij wil hetzelfde hebben, hetzelfde denken, hetzelfde stemmen, hetzelfde kleden, hetzelfde huis inrichten. Hij komt niet toe aan de verhouding tot zichzelf, vervreemdt daar dus van en wordt een soort machine. Hij is keihard, cynisch, graait alleen voor zichzelf, is wars van elk ethisch bewustzijn."

Kortom: een moderne bankier.

"Niet alleen de bankiers zijn zo. In Nederland zijn de afgelopen jaren topmanagers van overheidsinstellingen voor zorg en onderwijs ontslagen, niet alleen wegens mismanagement maar ook wegens het spekken van de eigen portemonnee. (verontwaardigd) Dat waren ambtenaren! Het is onvoorstelbaar..."

U pleit ervoor dat we minder zouden gaan werken. Een 25-urige werkweek lijkt u vrij ideaal. Daar moet je bij de Europese politici niet mee aan komen zetten.

"Onze politici zijn op dit moment zo kortzichtig dat ze alleen maar in economische termen kunnen denken. Van links naar rechts zien ze de mens alleen nog als een schakeltje in een gigantisch productieproces. Het enige wat ze kunnen roepen, is: 'Meer en langer werken!' Daarmee doen ze pré-cies het verkeerde. Tijd is het fundament waar we als mens op staan. Dat hebben we uitbesteed aan de big brother van Wall Street. Tijd is een puur economisch gegeven geworden.

"Ik zie niets dan voordelen in de 25-urige werkweek, maar het idee is totaal onbespreekbaar. Iedereen lacht je uit als je het op tafel legt. Nochtans is het een win-winsituatie. Je hebt meer tijd om echt aandacht te kunnen geven aan jezelf en aan je dierbaren. Je hebt minder zorgen en minder stress. Wist je dat twee derde van de zieke werknemers thuiszit wegens burn-out of depressiviteit? Medisch kunnen we een enorme hoop besparen. Neurologisch onderzoek laat ook zien dat de gemiddelde mens maar vijf uur per dag geconcentreerd kan werken. Al die andere uren verlummelt hij en betalen de werkgevers voor niets. Dus nog een voordeel van de 25-urige werkweek. We gaan veel efficiënter en creatiever werken, we zijn uitgerust en minder ziek. De wereld wordt socialer want ethischer. Er zijn minder van die cynische, monomane graaiers. We vervuilen minder want we produceren minder. Dat komt dus ook het milieu ten goede. Wat wil je nou nog meer?"

We hebben met zijn allen ook wel minder geld om leuke dingen te doen.

"We kunnen misschien geen zes keer per jaar met vakantie, maar slechts één keer. Onze kinderen krijgen geen twintig sinterklaascadeaus maar slecht twee. Daar worden ze gelukkiger van. Wat moet je met twintig cadeaus?"

We klagen wel allemaal dat we het te druk hebben, maar stiekem houden we daar toch ook van? Je telt toch pas mee als je agenda propvol zit?

"Zo is het helemaal. Als je het niet druk hebt, is dat een voorbode van een mislukt bestaan. Vandaar mijn pleidooi voor een langzame toekomst. Ik probeer een tegenwicht te bieden voor het idee-fixe dat het pas goed met je gaat als je het krankzinnig druk hebt. Het tegendeel is waar, op verschillende niveaus. Ledigheid is des duivels oorkussen: dat is een bekend Nederlands gezegde. Ik zou willen beweren dat op dit moment in de geschiedenis het tegendeel waar is. Op dit moment is het overactief, multitaskend, onder tijd- en technostress gebukt gaand leven des duivels oorkussen."

U zegt: er is rust nodig om creatief te zijn. Maar is - ik noem maar wat - een boek schrijven of een vernieuwende werknota opstellen niet vooral hard werken?

"Natuurlijk is schrijven hard werken en nadenken is ook hard werken op een bepaalde manier. Maar het nieuwe van een gedachte, van een boek, van een product, van wat je maakt in de brede zin van het woord, komt alleen opborrelen als je eerst voldoende rust en leegte in je geest hebt ge- creëerd om dat nieuwe ook te laten binnenvallen. Je moet die schijf eerst een beetje schoonpoetsen voor daar een zaadje in kan ontkiemen. Neurologen bevestigen opnieuw de filosofische zienswijze. Ons brein moet eerst ontfocussen om al die nieuwe informatie die dagelijks tot ons komt een plek te geven. Weinigen van ons komen daar nog aan toe. Nietzsche noemt dat 'de windstilte van de ziel'. Dat het even helemaal stilvalt. Daarom dus moeten die beeldschermen een paar uur per dag uit!"

Veel mensen zijn bang voor die leegheid.

"Tuurlijk. Het is de angst voor de confrontatie met jezelf. Nietzsche noemt het daarom ook de 'onaangename windstilte van de ziel'. Maar het is wel een leegheid die in creativiteit kan worden omgezet."

Opmerkelijk in uw boek: u schrijft dat de moderne Grieken een heel ander tijdsbesef hebben. Zij zien de toekomst als iets dat achter hen ligt in plaats van voor hen.

"Wij zien de toekomst heel duidelijk als iets dat voor ons ligt. Politici zeggen daarom altijd dat we aan de toekomst moeten bouwen, de toekomst is een project, daar gaan we voor. Met als gevolg dat we een groot deel van de tijd alleen maar bezig zijn met plannen: het plannen van een nieuwe vakantie, de school voor je kind, een nieuw huis, een nieuwe baan, een nieuwe vrouw, een nieuwe man. (lacht) We zijn uitgeleverd aan de toekomst en vergeten dat we ook een 'nu' hebben.

"De Grieken geloven niet in die tijdsopvatting. Zij vinden het een hele rare gedachte dat de toekomst voor je zou liggen, want dan zou je ze toch zien. Wat zie je voor je? Het verleden. Wat zie je heel scherp voor je? Het nabije verleden. Zoals Heraklites, een van de presocratische filosofen, al zei: 'De tijd is een rivier, panta rei, alles stroomt. Je staat in het nu en de toekomst duwt je voort in de rug.' Zo onlogisch is die gedachte niet, maar het geeft wel een heel ander mensbeeld. Als je de toekomst niet voor je ziet, kun je er niet zoveel invloed op uitoefenen. Dan leef je in het nu en ga je je niet al te veel zorgen maken."

Cynici zouden beweren dat de Grieken daar de economische malaise aan te danken hebben waarin ze zich momenteel bevinden.

"Nou ja, dat is wellicht deels ook zo. Griekenland past heel moeilijk in ons strakke, westerse tijdsmodel. We hebben een grote fout gemaakt met de Europese Unie. Voor we enige overeenstemming hadden bereikt over hoe we tegen de mens, het leven en de wereld aankeken - met andere woorden: voor we een sociaal-politieke unie werden - hebben we er een monetaire unie opgeplakt. Dat is vragen om moeilijkheden. Men is te snel willen gaan. Onze politici hebben alleen economisch gedacht en nu zitten we met de brokken.

"Ik heb een paar maanden in Griekenland gewoond. Als je er rondreist, zie je overal halfafgebouwde huizen. Die volgende verdieping zetten ze er pas op als ze die nodig hebben. Ze gaan niet nu al plannen dat er straks drie of vier kinderen komen. Aan de andere kant zie je overal in de koffiehuizen jong en oud, man en vrouw met elkaar praten en discussiëren. Als ik naar een gemiddeld Amsterdams terrasje kijk, zie ik dat de helft van de mensen met hun smartphone aan het communiceren is en niet met de ander die naast hen zit. Bij ons is er een enorme anonimisering van de maatschappij, achter de beeldschermen. Er is weinig aandacht, weinig echt contact. En dus zijn eenzaamheid en depressiviteit hier volksziekte nummer één."

U beweert dat de jeugd van tegenwoordig zich eens echt zou moeten vervelen, in de zin van helemaal nietsdoen. Dat zullen ouders van hangjongeren u graag horen zeggen.

"Ik heb me als tiener vaak verveeld. In het predigitale tijdperk viel er voor een veertienjarige als ik weinig anders te doen dan eindeloos naar buiten staren, naar Radio Noordzee te luisteren en af en toe een blik op mijn boeken te werpen. Dat was een existentiële verveling, een verveling die van binnenuit opwelt en je confronteert met je eigen nietigheid en eindigheid. Dat is een goeie verveling, omdat ze de weg naar jezelf opent. Ze is nodig voor het creatieve proces. Daarnaast is er de toestandsverveling waar je in gebracht wordt als je je trein mist bijvoorbeeld en eindeloos moet wachten op de volgende. Daar word je onrustig, ongeduldig en ongelukkig van.

"Als je zoals onze jongeren voortdurend aan het sms'en en tweeten en bellen bent, als je steeds midden in die online-neurose zit, kom je in eenzelfde vorm van onnadenkendheid terecht die helaas niet creatief gemaakt kan worden. Onze jongeren moeten nog meer dan mijn generatie diepgaand nadenken over hun houding tegenover de technologie. Wat doen al die smartphones met ze? Zijn ze er nog de baas over of is het omgekeerd? Al die vragen worden nu niet gesteld. In zijn laatste interview met Der Spiegel in de jaren zeventig zei de filosoof Martin Heidegger: 'Als de mens niet de vraag naar het wezen van de techniek zal stellen, dan zal de techniek hem gaan overmeesteren.' Dat was een profetische uitspraak."

Elke tijd en elke generatie heeft toch een nieuwe techniek?

"Absoluut, maar deze gaat zo snel, de economische belangen erachter zijn zo groot en het verslavingspotentieel is immens. Als jij vandaag op de bank zit niets te doen, denk je misschien wel dat je lekker in de kairos zit en fijn bezig bent in de scholé, maar je hebt je laptop op schoot, je iPhone in de hand en de televisie staat aan. Als je dan een scan van je hoofd zou nemen, dan bevindt je brein zich in een overspannen toestand. Daarom ben je ook zo chagrijnig en moe na drie uur zappen en surfen. Hoe we met al die nieuwe technologieën zullen omgaan, wordt dé filosofische vraag van de nieuwe generatie."

Joke Hermsen

1961 Geboren in Middenmeer, Nederland

Studeerde letteren en filosofie in Amsterdam en Parijs

1993 Promoveerde aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Was als onderzoeker jarenlang verbonden aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de Universiteit Tilburg

1998 Debuut als schrijfster met Het dameoffer (De Arbeiderspers)

2001 Roman Tweeduister

2003 Essaybundel Heimwee naar de mens, genomineerd voor de Socrates-wisselbeker voor het beste filosofische boek

2004 Roman De profielschets

2008 Historische roman De liefde dus over Belle van Zuylen, genomineerd voor de Libris Literatuurprijs

2009 Essaybundel Stil de tijd, bekroond met de Jan Hanlo Essayprijs

2010 Essaybundel Windstilte van de ziel

2012 Roman Blindgangers

Voor haar volledige oeuvre kreeg Joke Hermsen in 2009 de Halewijnprijs

Woont en werkt in Amsterdam met haar man en haar twee tienerkinderen, Rodante en Sebald