Direct naar artikelinhoud

België verliest fors terrein in wereldhandel

Belgische bedrijven slagen er onvoldoende in om groeilanden te veroveren en falen in de export van hoogtechnologische goederen. In tien jaar tijd daalde het aandeel van België in de wereldhandel met een vijfde.

De Belgische bedrijven verliezen marktaandeel in het buitenland. Het aandeel van België in de wereldhandel van goederen is de voorbije tien jaar met 21 procent gedaald. In de handel van diensten is de achteruitgang minder groot. Maar met een verlies van 9 procent is de terugval ook daar aanzienlijk. Behoud van marktaandeel in het buitenland is belangijk voor de groeikansen van de Belgische economie.

Verontrustend is dat ons land vooral in opkomende economieën zoals China, Brazilië, India en Rusland minder snel een deel van de markt weet te veroveren dan buurlanden als Nederland en Duitsland. Dat blijkt uit een studie van professor Leo Sleuwaegen (Vlerick Business School) in opdracht van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Een van de redenen voor onze zwakke positie in die zogenaamde BRIC-landen is de achterstand die Belgische bedrijven laten optekenen in de export van hoogtechnologische producten.

Het segment van goederen waarin heel wat knowhow verwerkt zit, is net de groeimarkt van de toekomst. Wat blijkt nu? De Belgische export scoort in dat martksegment bijzonder slecht. "We doen het terzake niet beter dan Italië of Spanje", zegt Sleuwaegen.

Nog meer verontrustend is dat slechts 23 procent van de Belgische bedrijven tot dusver de weg naar het buitenland heeft gevonden. De meeste Belgische bedrijven verkiezen onder de kerktoren te blijven.

Worden de cijfers verder verfijnd, dan zien ze er nog een stuk slechter uit. Het gros van de Belgische export komt van 4 procent van de ondernemingen, vooral van filialen van multinationals die in ons land actief zijn. Enkel de farma-industrie en de chemiesector zijn echte trekkers voor de Belgische export. Andere sectoren laten het afweten.

Nog een opvallend negatief punt in de studie: 90 procent van de Belgische productie is bestemd voor de export, maar de helft van die goederenstroom gaat ons land binnen en buiten zonder dat er iets noemenswaardig mee gebeurt. "We importeren en we exporteren te veel zonder dat we toegevoegde waarde creëren. We zijn te veel een transitland aan het worden", waarschuwt Sleuwaegen.

Zijn studie werd gisteren op een VBO-bijeenkomst voorgesteld aan een duizendtal bedrijfsleiders. "Internationaal zakendoen is niet langer een vrijblijvende opportuniteit voor vele ondernemers, maar een onomkeerbare voorwaarde voor bedrijven die willen blijven groeien", zei gedelegeerd bestuurder Pieter Timmermans.

Contract versieren

Volgens de nieuwe topman van het VBO vertelt de studie van Sleuwaegen slechts de helft van het verhaal. Vijftig procent van het slecht presteren van de Belgische export is te wijten aan een gebrek aan innovatie en toegang tot groeilanden. Maar voor de overige vijftig procent blijven de hoge loonkosten het bedrijfsleven parten spelen (zie kader).

"Een arbeider in ons land kost gemiddeld 39 euro per uur. In Frankrijk is dat 34 euro, in Nederland 31 euro en in Duitsland 30 euro", zegt Timmermans. "Probeer maar eens een contract in het buitenland in de wacht te slepen als je zoveel duurder bent dan de concurrentie."